Publicité
GEBRUIKSVEILIGHEID
Neem de regels van de wegcode in acht wanneer u op de openbare weg rijdt.
org ervoor dat er zich niemand in de buurt van de machine bevindt en dat er voldoende zicht is, voordat u de machine in gebruik neemt.
Het is verboden om passagiers te vervoeren op de machine.
Verlaat nooit de bestuurdersstoel terwijl de tractor in beweging is.
Beveilig de machine tegen onbedoelde inbedrijfstelling v
Controleer voor elk gebruik of de beschermingsmiddelen aanwezig en in goede staat zijn.
Controleer de werktuigen op slijtage en controleer hun bevestiging.
Controleer voor elk gebruik of de schroeven en bouten goed vastgedraaid zijn.
Houd u niet op in de werkzone van de machine.
De op afstand bediende onderdelen, vooral de hydraulisch bediende, kunnen knellende en snijdende oppervlakken hebben (chassis, rupsbanden, enz.).
De afstandsbedieningen (kabels...) moeten zo zijn geplaatst dat het onmogelijk is dat per ongeluk een operatie wordt gestart die een ongeluk of schade kan
veroorzaken.
Denk eraan de motor uit te zetten, de sleutel uit het contact te nemen en te wachten tot alle werkende onderdelen tot stilstand zijn gekomen, v
verlaat of enige handeling aan de machine verricht.
Houd u niet tussen de tractor en de machine op zonder eerst de handrem te hebben aangetrokken en of de wielen te hebben geblokkeerd met stutten.
Achteruitrijmanoeuvres mogen niet in de verlaagde stand worden uitgevoerd, omdat er gevaar bestaat voor breuk en blokkering van de apparatuur die in contact
komt met de grond.
Bij een blokkering moet de aftakas worden uitgeschakeld, de motor uitgeschakeld en de contactsleutel verwijderd, voordat er onderhoudswerkzaamheden worden
uitgevoerd.
KOPPELING VAN DE MACHINE AAN DE TRACTOR
oppelingswerkzaamheden moeten zorgvuldig worden uitgevoerd.
De machine mag uitsluitend gekoppeld en getransporteerd worden met een geschikte tractor.
De machine moet conform de geldende voorschriften aan de beoogde aankoppelpunten worden gekoppeld.
Controleer voor het aankoppelen van de machine of de vooras van de tractor correct geballast is.
Bij het aan- of afkoppelen van de machine aan of van de tractor moet de bedieningshendel van de hydraulische hefinrichting zo geplaatst zijn dat deze niet omhoog
kan worden gebracht.
Bij aankoppeling van de machine op de driepuntshefinrichting van de tractor moeten de diameters van de hefpennen en topstangen goed overeenkomen
met de diameters van de kogelkoppelingen van de tractor.
Risico op beknelling of snijding in de zone van de driepuntshefinrichting.
Blijf tijdens gebruik van de externe bedieningshendel van de hefinrichting en blijf buiten de zone tussen tractor en machine.
org tijdens transport van de machine ervoor dat de machine goed is gestabiliseerd met de stabilisatiestangen van de hefinrichting om zijdelingse beweging
en slingeren te voorkomen.
Bij vervoer van de machine in geheven modus zorgt u ervoor dat de bedieningshendel van de hefinrichting goed is vergrendeld.
AFKOPPELING VAN DE MACHINE
Het afkoppelen moet zorgvuldig worden uitgevoerd.
Parkeer de machine enkel op een vlakke en stabiele ondergrond.
Verzeker u er tijdens het afkoppelen van dat de steunpoten goed zijn geplaatst, zodat de machine goed stabiel blijft.
Afkoppeling van de machine van de tractor of de transportwagen de machine altijd uitgeklapt parkeren.
Wees bijzonder voorzichtig bij het achteruitrijden. Het is verboden om zich tussen de tractor en de machine te begeven.
Blokkeer de tractor om te voorkomen dat deze beweegt.
oppel de machine nooit los als de zaadbak vol is.
Blokkeer de machine om te voorkomen dat deze beweegt.
HYDRAULISCH CIRCUIT
Het hydraulisch circuit staat onder druk.
Bij het monteren van cilinders of hydraulische motors dient u er goed op te letten dat de circuits zijn aangesloten volgens de voorschriften van de constructeur.
V
r een slang op het hydraulische circuit van de tractor wordt aangesloten, moet u er zich van verzekeren dat de circuits van de tractor en van de machine niet
onder druk staan.
Ter voorkoming van risico op wisseling van functies of van vergissingen bij het aansluiten, adviseren we goed te letten op de identificatietekens op de
hydraulische koppelingen tussen tractor en machine.
Controleer de hydraulische slangen eens per jaar op
- aantasting en poreusheid van de buitenste laag,
- vervorming bij druk of zonder druk,
- staat van de koppelingen en verbindingen
De slangen moeten worden vervangen v
Indien een lek ontstaat, moet u ervoor zorgen dat de nodige maatregelen worden getroffen om ongelukken te voorkomen.
- Elke vloeistof onder druk, zoals de olie van het hydraulisch circuit, kan ernstige verwondingen veroorzaken, de huid perforeren... In geval van verwonding,
moet u meteen contact opnemen met een arts om elk infectierisico te voorkomen.
V
r elke ingreep aan het hydraulisch circuit moet de machine in de laagste stand staan, de motor uitgeschakeld zijn en de sleutel uit het contact zijn genomen.
De besturingseenheid van de tractor mag tijdens het wegtransport niet in de middelste open stand (zweefstand) staan.
AANDRIJVING (Aftakassen en cardanassen)
- org ervoor dat uitsluitend bij de machine geleverde of door de constructeur voorgeschreven cardanassen worden gebruikt.
- org ervoor dat de beschermkasten van de aftakassen en cardanassen goed geplaatst en in goede staat zijn.
- org ervoor dat de buizen van de cardanassen altijd goed beschermd zijn, zowel in werk- als in transportstand.
- Voor elke aan- of afkoppeling van een cardanas, moet u ervoor zorgen dat de aftakas ontkoppeld is, dat de motor uitgeschakeld is en dat de sleutel uit het contact
is genomen.
- In geval van een cardanas voorzien van een slipkoppeling of vrijloopkoppeling, moet deze verplicht op de aftakas van de machine zijn gemonteerd.
- Het monteren en vergrendelen van cardanassen moet correct worden uitgevoerd.
- De beschermkasten van cardanassen moeten geborgd zijn bij het draaien, met de daarvoor bestemde kettinkjes.
- Voor de aftakas wordt ingeschakeld, moet u er zich van verzekeren dat de gekozen snelheid en draairichting in overeenstemming zijn met de instructies van de
fabrikant.
- Schakel de aftakas in nadat u zich ervan hebt verzekerd dat er zich geen mensen of dieren in de nabijheid van de machine bevinden.
- Schakel de aftakas uit wanneer de hoek die de cardanas maakt groter dreigt te worden dan door de constructeur wordt voorgeschreven.
- Na uitschakeling van de aftakas, mag u deze niet naderen v
- Bij het afkoppelen van de machine moeten de cardanassen in de daarvoor bestemde steunen worden geplaatst.
van de aftakas na ontkoppeling ervan.
- Elke beschadigde beschermkast van de cardanas moet onmiddellijk worden vervangen.
GELUIDSBESCHERMING
Draag oorkappen wanneer de aftakas is ingeschakeld.
Het geluidsniveaubereik is afhankelijk van vele factoren, zoals de configuratie van de machine, de staat en het onderhoudsniveau van de machine, het vloeroppervlak,
de werkomgeving, de bedrijfscycli, het omgevingsgeluid en de gebruikte apparatuur.
Elke blootstelling aan hoge geluidsniveaus kan leiden tot gehoorproblemen, waaronder doofheid.
Bescherm uzelf altijd tegen lawaai. Om uzelf te beschermen tegen hinderlijk of schadelijk geluid, draagt u gehoorbescherming zoals oorbeschermers of oordopjes.
14
r elk gebruik van de machine.
r
jaar gebruik, en volgens de richtlijnen van de constructeur.
r volledige stilstand ervan, want sommige elementen kunnen nog even blijven draaien.
r u de tractor
Plaats de beschermdop weer op de cardanas
Publicité
