De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van het gebruik van de machine buiten het gebruiksgebied dat door de fabrikant is aangegeven.

Elke wijziging van de machine is op eigen risico van de gebruiker.

Voor een correct gebruik van de machine is het volgende vereist

- het naleven van de bedienings-, service- en onderhoudsvoorschriften van de fabrikant.

- het verplichte gebruik van reserveonderdelen, originele accessoires of accessoires die door de fabrikant worden aanbevolen.

Het gebruik, het onderhoud of de reparatie mag uitsluitend worden uitgevoerd door bevoegde personen die bekend zijn met de gevaren waaraan zij worden

blootgesteld.

De gebruiker moet zich aan de volgende voorschriften houden

- ongevallenpreventie

- veiligheid op het werk (arbeidswetboek)

- verkeer (wegcode)

Neem de aanwijzingen op de machines in acht.

Elke wijziging van het materiaal, zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant, is de volledige verantwoordelijkheid van de eigenaar.

KWALIFICATIE VAN HET PERSONEEL

Onjuist gebruik van de machine kan leiden tot ernstig en mogelijk zelfs dodelijk letsel.

De machine mag uitsluitend worden bediend, onderhouden en gerepareerd door geschoold personeel dat bekend is met de mogelijke gevaren.

Deze personen moet vertrouwd raken met de werking van de machine voordat ze met de werkzaamheden beginnen. Hierna is het te laat.

De personen die de machine bedienen, moeten met de machine vertrouwd worden gemaakt om de betreffende taken te kunnen uitvoeren (wegtransport, gebruik en

instelling, bediening, onderhoud, opsporen en oplossen van storingen, enz.)

Deze personen moeten de werking van de machine kunnen begrijpen en de gevaren die gepaard gaan met het gebruik van de machine kunnen identificeren en

vermijden.

Deze persoon is vertrouwd met de veilige werking van landbouwmachines.

Voor het rijden op de weg beschikt de persoon over het verplichte erkende rijbewijs.

Bepaalde onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend door een gespecialiseerd atelier worden uitgevoerd.

GEVAAR VOOR KINDEREN

inderen kunnen de gevaren niet inschatten en gedragen zich onvoorspelbaar, waardoor ze bijzonder veel risico lopen.

Houd kinderen uit de buurt van de machine.

Leg de tractor stil voordat u uit de cabine stapt.

Controleer voordat u de machine in beweging zet of er zich geen kinderen in de gevarenzone bevinden.

PERSOONLIJKE VEILIGHEIDSUITRUSTING

Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen is belangrijk voor de bescherming van personen.

Ontbrekende of onvolledige persoonlijke beschermingsmiddelen verhogen het risico op schade aan de gezondheid.

De gebruiker dient het dragen van losse kleding te vermijden, die door bewegende delen zou kunnen worden gegrepen.

Gebruik geschikte, nauwsluitende kleding die goed aansluit op het lichaam en in goede staat is.

Bepaal de persoonlijke beschermingsmiddelen die voor elke interventie nodig zijn en stel ze ter beschikking.

Neem ook de voorschriften van de fabrikant in acht bij het omgaan met gevaarlijke stoffen.

Lijst van vereiste uitrusting veiligheidsschoenen, beschermhandschoenen, veiligheidsbril of beschermend vizier, ademhalingsmasker, oorkappen, geschikte

beschermende kleding.

Draag geen ringen of andere sieraden.

VERVOER VAN PERSONEN OP DE MACHINE

Transport van mensen en dieren tijdens de werkzaamheden en het wegtransport is verboden.

Personen of dieren kunnen door machinebewegingen naar beneden vallen en daarbij ernstig gewond raken of zelfs omkomen.

VEILIGHEID OP DE WEG

Neem de voorschriften van de wegcode in acht wanneer u op de openbare weg rijdt.

Het is van belang zich bewust te zijn van de afmetingen van de machine en rekening te houden met de transporthoogte, vooral bij het rijden over bruggen en

elektriciteitsleidingen.

Er moet rekening worden gehouden met de asbelasting, het draagvermogen van de banden en het toegestane gewicht.

De voorasbelasting moet altijd minstens

et de machine, voordat u op de openbare weg gaat rijden, zoals beschreven in de transportstand.

et de parkeersteunen in de transportstand.

Installeer en controleer de voorgeschreven apparatuur tijdens het transport verlichting, signalering, enz.

Pas de snelheid en de rijstijl aan het terrein aan. Let op de omstandigheden van de weg, het verkeer, de zichtbaarheid en de weersomstandigheden, vermijd

plotselinge richtingsveranderingen, houd rekening met de grote overhang en de vliegwielmassa van de aangekoppelde machine.

De wegligging, de besturing en het remmen worden be nvloed door gedragen en getrokken werktuigen. Wees dus voorzichtig en zorg ervoor dat u voldoende stuur-

en remreactie heeft.

Rijd steeds met lege zaadbakken.

De besturingseenheid van de tractor mag tijdens het wegtransport niet in de middelste open stand (zweefstand) staan.

Alle elektronische besturingsapparatuur in de tractorcabine moet voor het transport worden uitgeschakeld.

van het leeggewicht van de tractor bedragen.