Télécharger Imprimer la page

Viking MI 632 M Manuel D'utilisation page 285

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

Bij het installeren van een interne
dockingzone bevinden het
master-dockingstation (A) en alle overige
dockingstations (B) zich direct op het
maaivlak (E) (grijs vlak).
Om te zorgen dat het in- en uitdocken van
de apparaten naar behoren werkt, moeten
het master-dockingstation (A) en alle
overige dockingstations (B) op
vastgestelde afstanden worden
geïnstalleerd.
De gebieden rondom de dockingzone en
buiten de begrenzingsdraad moeten vlak
en vrij begaanbaar zijn. Egaliseer
eventuele heuvels of kuilen.
Minimumafstand van het dockingstation
naar de begrenzingsdraad in hoeken:
C = 1 m
Minimumafstand tussen de
dockingstations:
D = 3 m
0478 131 9937 B - NL
Vóór elk dockingstation (1) moet er een
effen vrij vlak (2) met minstens 1 m radius
zijn. Egaliseer eventuele heuvels of kuilen.
Externe dockingzone:
Bij een externe dockingzone (C) (grijs
vlak) bevinden het
master-dockingstation (A) en alle overige
dockingstations (B) zich buiten het
maaivlak (E) (grijs vlak).
Daarbij worden de externe
dockingzone (C) en het maaivlak (E) door
een geïnstalleerde doorgang (D) met
elkaar verbonden.
Door het installeren van een
externe dockingzone bevinden zich
geen dockingstations en buiten de
activiteiten ook geen robotmaaiers
zich direct op het maaivlak.
Om te zorgen dat het in- en uitdocken van
de apparaten naar behoren werkt, moeten
het master-dockingstation (A) en alle
overige dockingstations (B) op
vastgestelde afstanden worden
geïnstalleerd. De gebied rondom de
dockingzone, rondom de doorgang en
buiten de begrenzingsdraad moeten vlak
en vrij begaanbaar zijn. Egaliseer
eventuele heuvels of kuilen.
Minimumafstand van de dockingstations
naar de begrenzingsdraad in hoeken:
D = 1 m
283

Publicité

loading