Télécharger Imprimer la page

Begrenzingsdraad Leggen; Begrenzingsdraad Aansluiten; Vernauwingen; Verboden Zones - Viking MI 632 M Manuel D'utilisation

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

– ligging van de draadverbinders
De gebruikte draadverbinders zijn na
korte tijd niet meer te zien. Noteer hun
positie, om ze zo nodig te kunnen
vervangen. (
12.14)

12.3 Begrenzingsdraad leggen

Gebruik originele
bevestigingspennen en originele
begrenzingsdraad. Installatiekits
met het benodigde
installatiemateriaal zijn als
accessoire bij de vakhandelaar
verkrijgbaar. (
18.)
De legrichting (rechts- of linksom)
kan naar keuze worden
geselecteerd.
Trek bevestigingspennen nooit met
behulp van het begrenzingsdraad
eruit – gebruik altijd geschikt
gereedschap (bijvoorbeeld een
combinatietang).
Maak een schets van de ligging van
de begrenzingsdraad. (
● Zone met stations installeren. (
● Leg de begrenzingsdraad vanaf het
master-dockingstation rondom het
maaivlak en om eventueel aanwezige
hindernissen (
12.6) en bevestig deze
met bevestigingspennen aan de
bodem.
Lees de informatie in het hoofdstuk
"Eerste installatie". (
9.11)
● Sluit de begrenzingsdraad aan.
(
9.12)
314

12.4 Begrenzingsdraad aansluiten

● Stekker uittrekken en
afdekking van het
master-dockingstation
wegnemen.
● Leg de begrenzingsdraad in
kabelgeleidingen van de bodemplaat,
geleid deze door de sokkel, breng de
stekker aan en sluit deze aan op het
master-dockingstation.
Lees de informatie in het hoofdstuk
"Eerste installatie". (
● Afdekking van het
master-dockingstation
monteren en daarna
voedingsstekker aansluiten.
● Draadsignaal testen. (
● Indocken testen. (
Verbeter indien nodig de positie van de
begrenzingsdraad bij de zone met
stations.
12.2)

12.5 Vernauwingen

9.1)
Als vernauwingen worden
geïnstalleerd, moet de verplaatste
rit naar het begin (corridor) worden
uitgeschakeld (
zoeklussen worden geïnstalleerd.
(
12.10)
De robotmaaier rijdt automatisch door alle
vernauwingen, zolang de minimale
draadafstand wordt aangehouden. In deze
vernauwingen wordt het gazon
automatisch gemaaid.
Smalle gebieden van het maaivlak moeten
met begrenzingsdraad worden
afgebakend.
Als er twee maaivlakken door een smal
begaanbaar gedeelte met elkaar zijn
verbonden, kan er een ook doorgang
worden geïnstalleerd. (
In doorgangen wordt het gazon niet
gemaaid.
9.12)
9.14)
15.7)
Minimale draadafstand: 80 cm
Daarom is er bij vernauwingen de
volgende ruimte nodig:
– tussen hoge hindernissen (> 2 cm –
bijvoorbeeld muren of heggen):
134 cm
– tussen begaanbare hindernissen (≤
2 cm – bijvoorbeeld wegen of
terrassen):
11.8) of moeten
80 cm

12.6 Verboden zones

Installeer verboden zones
– rondom hindernissen die de
robotmaaier niet mag aanraken,
– rondom hindernissen die niet stabiel
genoeg zijn,
– rondom hindernissen die te laag zijn.
Minimumhoogte: 10 cm
12.8)
0478 131 9937 B - NL

Publicité

loading