Groepen Met Meer Pompen; Periodiek Onderhoud; Wekelijkse Controle; Maandelijkse Controle - DAB 1 KDN Instructions Pour L'installation Et La Maintenance

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 23
6.4.

GROEPEN MET MEER POMPEN

De EN 12845 – UNI 10779 norm voorziet verschillende oplossingen met één of meer pompen met gelijkwaardige karakteristieken:
als er TWEE pompen geïnstalleerd zijn, levert iedere pomp de totale opbrengst van de installatie (100%),
als er DRIE pompen geïnstalleerd zijn, levert iedere pomp 50% van de totale opbrengst.
Bovendien zal bij groepen met meer dan één pomp die geïnstalleerd is met superieure voeding of dubbele voeding, slechts één
pomp elektrisch zijn (10.2).
Hieruit kan men afleiden dat, in het geval van superieure voeding of dubbele voeding, de groepen zullen bestaan uit:
a)
1 elektropomp (100%),
b)
1 dieselmotorpomp (100%),
c)
1 elektropomp + 1 dieselmotorpomp (leveren elk 100%),
d)
1 elektropomp + 2 dieselmotorpompen (leveren elk 50%),
e)
3 dieselmotorpompen (leveren elk 50%).
In het geval van enkele toevoer, is het aantal elektropompen niet aan beperkingen gebonden.
DAB levert de groepen in "modulaire" uitvoering, in afzonderlijke units, waarmee alle bovengenoemde uitvoeringen kunnen
worden samengesteld. Door middel van de VERBINDINGSCOLLECTOR (zie tekening pag. 62) kunnen de collectors
verbonden worden, zodat één enkele perscollector wordt verkregen.
De aanzuigingen, de schakelpanelen etc. blijven afgescheiden, zoals voorzien door de norm EN 12845 – UNI 10779.
7.

PERIODIEK ONDERHOUD

De hele EN 12845 – UNI 10779 brandblusinstallatie, met inbegrip van de brandbluspompengroep, moet altijd in perfecte
staat van efficiëntie worden gehouden. Om deze reden is het van fundamenteel belang regelmatig onderhoud uit te voeren.
Volgens de norm EN 12845 punt 20.1.1 UNI 10779 moet de gebruiker:
-
een inspectie- en controleprogramma uitvoeren;
-
voorzien in een test-, service- en onderhoudsprogramma;
-
de activiteiten documenteren en registreren en de documenten bewaren in een speciaal register dat in het gebouw zelf
wordt bewaard.
De gebruiker dient ervoor te zorgen dat het test-, service- en onderhoudsprogramma op contract wordt uitgevoerd door de
installateur van de installatie of door een andere, voor dergelijke werkzaamheden gekwalificeerd firma.
7.1.
WEKELIJKSE CONTROLE (met intervallen van niet meer dan 7 dagen)
De wekelijkse controle van de brandblusgroep EN 12845 – UNI 10779 moeten de volgende waarden worden
gecontroleerd en genoteerd:
druk manometers,
waterniveau in de reservoirs – waterreserves,
correcte positie van de afsluitkleppen.
Om de automatische start van de pompen te testen, onderstaande procedure opvolgen:
Controleer het niveau van de brandstof en de smeerolie van de dieselmotoren.
Open de klep voor handbediende start van de pomp (ref. 5).
Controleer de start van de pomp en noteer de startdruk.
Sluit de klep voor handbediende start.
In het geval van een dieselmotor, laat men deze tenminste 5 minuten werken.
Stop de pomp met de STOP knop op het schakelpaneel.
HANDELINGEN DIE ALLEEN WORDEN UITGEVOERD VOOR EEN DIESELMOTORPOMP
Meteen na de stop moet de dieselmotorpomp onmiddellijk opnieuw worden gestart met behulp van de knop
voor het testen van de handbediende start "OPERATE MANUAL START".
Stop de motorpomp met de STOP knop op het schakelpaneel.
7.2.

MAANDELIJKSE CONTROLE

Controleer het niveau en de dichtheid van het zuur in alle cellen van de startaccu's met behulp van een
dichtheidmeter.
Als de dichtheid van het zuur laag is, de acculader controleren en de accu's eventueel vervangen.
7.3.

DRIEMAANDELIJKSE CONTROLE

EN 12845 punt 20.3.2 – UNI 10779)
Controleer eventuele wijzigingen in de installatie, verandering van risicoklasse etc.
Controleer sprinkler, leidingen, dragers leidingen (zie EN 12845 punt 20.3.3.2 – UNI 10779).
Start de pompen en controleer de druk en het debiet.
Controleer de werking van de eventuele generatoren – elektriciteitsgeneratoren.
Controleer de correcte positie van de afsluitkleppen.
Controleer de correcte werking van de secundaire elektrische voeding afkomstig van dieselgeneratoren.
7.4.
HALFJAARLIJKSE
EN 12845 punt 20.3.3 – UNI 10779)
Controleer de alarmkleppen voor werking zonder vloeistof (in de installatie).
Controleer de werking van de alarmen in de controlekamer en/of de brandweerkazerne.
NEDERLANDS
(met intervallen van niet meer dan 13 weken – zie
CONTROLE
(met
intervallen
82
van
niet
meer
dan
6
maanden
zie

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières