Groepen Met Meer Pompen; Periodiek Onderhoud; Wekelijkse Controle (Met Intervallen Van Niet Meer Dan 7 Dagen); Driemaandelijkse Controle (Met Intervallen Van Niet Meer Dan 13 Weken - Zie En 12845 Punt 20.3.2 - Uni 10779) - DAB 1S4 Instructions Pour L'installation Et La Maintenance

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 10

3.3. GROEPEN MET MEER POMPEN

De EN 12845 – UNI 10779 norm voorziet verschillende oplossingen met één of meer pompen met gelijkwaardige karakteristieken:
als er TWEE pompen geïnstalleerd zijn, levert iedere pomp de totale opbrengst van de installatie (100%),
als er DRIE pompen geïnstalleerd zijn, levert iedere pomp 50% van de totale opbrengst.
DAB levert de groepen in "modulaire" uitvoering, in afzonderlijke units, waarmee alle bovengenoemde uitvoeringen kunnen worden
samengesteld. Door middel van de VERBINDINGSCOLLECTOR kunnen de collectors verbonden worden, zodat één enkele perscollector
wordt verkregen.
De schakelpanelen blijven gescheiden zoals voorzien door de norm EN 12845 – UNI 10779.

4. PERIODIEK ONDERHOUD

De hele EN 12845 – UNI 10779 brandblusinstallatie, met inbegrip van de brandbluspompengroep, moet altijd in perfecte staat van efficiëntie
worden gehouden. Om deze reden is het van fundamenteel belang regelmatig onderhoud uit te voeren.
Volgens de norm EN 12845 punt 20.1.1 UNI 10779 moet de gebruiker:
-
een inspectie- en controleprogramma uitvoeren;
-
voorzien in een test-, service- en onderhoudsprogramma;
-
de activiteiten documenteren en registreren en de documenten bewaren in een speciaal register dat in het gebouw zelf wordt bewaard.
De gebruiker dient ervoor te zorgen dat het test-, service- en onderhoudsprogramma op contract wordt uitgevoerd door de installateur van de
installatie of door een andere, voor dergelijke werkzaamheden gekwalificeerd firma.

4.1. WEKELIJKSE CONTROLE (met intervallen van niet meer dan 7 dagen)

De wekelijkse controle van de brandblusgroep EN 12845 – UNI 10779 moeten de volgende waarden worden gecontroleerd en genoteerd:
druk manometers,
waterniveau in de reservoirs – waterreserves,
correcte positie van de afsluitkleppen.
Om de automatische start van de pompen te testen, onderstaande procedure opvolgen:
Open de klep voor handbediende start van de pomp (ref. 5).
Controleer de start van de pomp en noteer de startdruk.
Sluit de klep voor handbediende start.
4.2. DRIEMAANDELIJKSE CONTROLE (met intervallen van niet meer dan 13 weken – zie EN 12845 punt 20.3.2 – UNI 10779)
Controleer eventuele wijzigingen in de installatie, verandering van risicoklasse etc.
Controleer sprinkler, leidingen, dragers leidingen (zie EN 12845 punt 20.3.3.2 – UNI 10779).
Start de pompen en controleer de druk en het debiet.
Controleer de werking van de eventuele generatoren – elektriciteitsgeneratoren.
Controleer de correcte positie van de afsluitkleppen.
Controleer de correcte werking van de secundaire elektrische voeding afkomstig van dieselgeneratoren.
4.3. HALFJAARLIJKSE CONTROLE (met intervallen van niet meer dan 6 maanden – zie EN 12845 punt 20.3.3 – UNI 10779)
Controleer de alarmkleppen voor werking zonder vloeistof (in de installatie).
Controleer de werking van de alarmen in de controlekamer en/of de brandweerkazerne.
4.4. JAARLIJKSE CONTROLE (met intervallen van niet meer dan 12 maanden– zie EN 12845 punt 20.3.4 UNI 10779)
Controleer de druk en het debiet van de pompen en vergelijk ze met de waarden die vermeld zijn op het plaatje met technische gegevens.

4.5. DRIEJAARLIJKSE CONTROLE

Controleer de externe en INTERNE corrosie van de reservoirs, herstel eventueel de bescherming.
Controleer de afsluit- en keerkleppen en vervang ze eventueel.

4.6. TIENJAARLIJKSE CONTROLE

Na niet meer dan 10 jaar alle reservoirs schoonmaken en de interne structuur controleren.

5. AFSTELLINGEN VAN DE GROEP

5.1. INSTELLING VAN DE DRUKSCHAKELAARS

De norm EN 12845 – UNI 10779 voorziet twee drukschakelaars voor iedere pomp, iedere drukschakelaar met normaal gesloten
contacten, in serieschakeling.
Het opengaan van willekeurig welke van deze twee drukschakelaars veroorzaakt de start van de pomp.
Wanneer u de drukschakelaars anders wil instellen dan gedurende de beproeving van de pompgroep in de fabriek is gedaan, de
volgende instructies uitvoeren:
het type drukschakelaar dat in de pompgroep geïnstalleerd is,
de druklimieten die op het plaatje van iedere pomp vermeld zijn,
de limiet die is aangegeven door de norm EN 12845 – UNI 10779, volgens dewelke de twee drukschakelaars zodanig moeten zijn
afgesteld dat de pomp wordt gestart op de volgende waarde: pompdruk met gesloten perszijde x 0,8.
Bij groepen met twee pompen, zal de tweede pomp gestart worden op de volgende waarde: pompdruk met gesloten perszijde x 0,6.
NEDERLANDS
33

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Ss6Ss7Ss8

Table des Matières