Télécharger Imprimer la page

Ingersoll Rand A Série Manuel D'installation Et D'utilisation page 97

Masquer les pouces Voir aussi pour A Série:

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 52
Lierrem
Automatische schijfrem
De automatische schijfrem wordt verend toegepast en losgezet door luchtdruk. Wanneer de lier in de vierrichting wordt bediend, overwint de
luchtdruk die op het membraan wordt uitgeoefend, de veerdruk en wordt de rem losgezet. De rem wordt automatisch ingeschakeld wanneer de
smoorhendel van de "vier"- naar de neutrale stand wordt teruggebracht. Wanneer de regelklep in de neutrale stand wordt geplaatst, wordt de
rem ontlucht en schakelen de remveren de rem weer in. De veren die op de drukplaat werken, drukken de remplaten samen en schakelen de
rem in om draaien van de trommel te voorkomen.
Wanneer de rem in de inhaalrichting wordt bediend, blijft de rem ingeschakeld en laat de koppeling met nokken de trommel draaien.
De schijfrem hoeft niet te worden bijgesteld.
Automatische trommelrem (optionele voorziening)
De automatische trommelrem wordt verend toegepast, door luchtdruk losgezet, is uitwendig gemonteerd en maakt gebruik van een
luchtgestuurde, veerbelaste cilinder om de rem automatisch uit te schakelen wanneer de motor in werking wordt gesteld. De luchtdruk in de
cilinder overwint de veerdruk om de rem los te zetten. Wanneer de regelklep in de neutrale stand wordt geplaatst, wordt de cilinder ontlucht
waardoor veerspanning de rem automatisch inschakelt en zorgt dat de trommel niet kan draaien. De aspen van de cilinder moet goed afgesteld
worden gehouden om de vereiste last te kunnen vasthouden.
Handbediende trommelrem (optionele voorziening)
De werking van de handbediende trommelrem is hetzelfde als beschreven in het gedeelte "Automatische trommelrem" behalve dat de rem met
de hand wordt ingeschakeld en losgezet door een operator die de remhendel met de hand verplaatst.
• Alle nieuwe, aangepaste of gewijzigde apparaten dienen te worden geïnspecteerd en getest door personeel dat opgeleid is in
veiligheid, bediening en onderhoud van dit materieel om zeker te kunnen zijn van veilige bediening bij vollast, voordat de
apparatuur in bedrijf wordt genomen.
• Gebruik nooit een lier waarvan inspectie uitwijst dat hij beschadigd is.
Frequente en periodieke inspecties moeten worden uitgevoerd op materieel dat regelmatig wordt gebruikt. Frequente inspecties bestaan uit
visuele inspecties die door operators of onderhoudspersoneel worden uitgevoerd tijdens het normale gebruik van de lier. Periodieke inspecties
zijn grondige inspecties die uitgevoerd worden door personeel dat opgeleid is voor inspectie en onderhoud van de lier. Tussenpozen tussen
inspecties hangen af van de aard van de kritieke onderdelen van het materieel en de gebruiksintensiteit. Zorgvuldige inspectie op gezette tijden
brengt mogelijk gevaarlijke omstandigheden aan het licht, terwijl deze nog in een vroeg stadium verkeren, waardoor problemen verholpen
kunnen worden voordat ze een gevaar vormen.
Gebreken die tijdens de inspectie aan het licht komen of die tijdens de bediening opgemerkt worden, dienen gerapporteerd te worden aan een
daartoe aangewezen persoon. Er dient bepaald te worden of het gebrek de veiligheid in gevaar brengt voordat de lier weer wordt gebruikt.
Aantekeningen en rapporten
Voor iedere lier dient een of andere vorm van inspectie-aantekeningen bijgehouden te worden, waarin alle punten die periodiek dienen te
worden geïnspecteerd, worden aangegeven. Er dient maandelijks een schriftelijk rapport opgemaakt te worden over de staat van de kritieke
onderdelen van iedere lier. Deze rapporten dienen te worden gedateerd, ondertekend door de persoon die de inspectie heeft uitgevoerd, en in
een dossier bewaard te worden op een plaats waar ze makkelijk nageslagen kunnen worden.
Staalkabelrapporten
Er dienen aantekeningen bijgehouden te worden als onderdeel van een lange-termijn staalkabelinspectieprogramma. In de aantekeningen moet
de conditie van de staalkabel staan, die niet meer gebruikt wordt. Nauwkeurige aantekeningen leggen een verband tussen visuele
waarnemingen, gedaan gedurende frequente inspecties, en de feitelijke conditie van staalkabel zoals vastgesteld door periodieke inspecties.
Frequente inspectie
Aan het begin van iedere werkperiode dient een frequente inspectie uitgevoerd te worden door operators op materieel dat doorlopend in bedrijf
is. Er dienen bovendien visuele inspecties uitgevoerd te worden tijdens normaal bedrijf op tekenen van schade of gebreken (zoals bijvoorbeeld
abnormale geluiden).
1.
LIER. Inspecteer, voordat u de lier bedient, lierbehuizingen, bedieningselementen, remmen en trommel op tekenen van schade. Bedien de
lier alleen maar als de staalkabel soepel op de trommel wordt opgewonden. Elke afwijking die opgemerkt wordt, moet opnieuw bekeken
en verder onderzocht worden door bevoegd personeel dat in de bediening, de veiligheid en het onderhoud van deze lier is geïnstrueerd.
2.
STAALKABEL. Inspecteer alle staalkabel waarvan verwacht kan worden dat deze gedurende de werkdag gebruikt zal worden.
Inspecteer op slijtage en schade, die blijkt uit vervorming van de staalkabel, zoals knikken, "vogelkooivorming", uitpuilingen van de
kern, verplaatsing van de hoofdstreng, corrosie, gebroken of afgesneden strengen. Bedien de lier niet, wanneer er duidelijk sprake van
schade is, totdat de afwijkingen opnieuw bekeken en verder onderzocht zijn door personeel dat in de bediening, de veiligheid en het
onderhoud van deze lier geïnstrueerd is.
• De volledige omvang van staalkabelslijtage kan niet vastgesteld worden door een visuele inspectie. Inspecteer de staalkabel bij elk
teken van slijtage volgens de aanwijzingen in "Periodieke inspectie".
3.
LUCHTSYSTEEM. Inspecteer alle verbindingen, koppelstukken, slangen en onderdelen op tekenen van luchtlekken. Repareer alle
lekken of beschadigingen. Filters, indien aanwezig, controleren en reinigen.
4.
BEDIENINGSELEMENTEN. Controleer tijdens de werking van de lier of er snel en soepel op de bediening wordt gereageerd. Bedien de
lier niet, als hij langzaam reageert of als de hendel klemt, totdat alle problemen verholpen zijn.
5.
REMMEN. Test de remmen gedurende het bedienen van de lier. De remmen moeten de last vasthouden zonder te slippen. Automatische
remmen dienen ontkoppeld te worden wanneer het smoorventiel van de liermotor bediend wordt. Als de remmen de last niet vasthouden,
of niet goed ontkoppeld worden, moeten ze door een erkend service-reparatiecentrum bijgesteld of gerepareerd worden.
6.
INSCHEREN VAN DE STAALKABEL. Controleer het inscheren en verzeker u ervan dat de staalkabel goed vastzit op de trommel.
Gebruik de lier alleen als de staalkabel soepel op de trommel wordt gewikkeld.
7.
SMERING. Raadpleeg het gedeelte "SMERING" voor aanbevolen procedures en smeermiddelen.
INSPECTIE
NL-9

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

Fa2aFa2.5aFa5a