3.
De lier is nu klaar voor bedrijf.
Lierbedieningselementen
Een handbediend, veerbelast smoorregelingsventiel is op de motor gemonteerd, werkt op lucht onder druk en wordt als standaard voorziening
op de lier geleverd. Optionele smoorregelingen op afstand kunnen op een aantal modellen leverbaar zijn. Raadpleeg de modelcode op het
fabrikantenplaatje van de lier en vergelijk dit met de verkoopbrochure om uw configuratie te bepalen. Met de smoorregelingen kan de
operator het motortoerental en de trommeldraairichting regelen.
Op de lier gemonteerd luchtsmoorventiel (standaard voorziening)
(Raadpleeg tek. MHP0699NL of MHP1143NL)
De op de lier gemonteerde smoorhendel voorkomt onvoorzien bedrijf door in de neutrale stand te vergrendelen wanneer hij wordt losgelaten.
Voor de bediening moet u de hendel van het smoorregelingsventiel omhoog brengen alvorens hem in de gewenste richting te verplaatsen. Om
de richting van de lier te regelen brengt u de hendel van het smoorregelingsventiel naar rechts (met de klok mee), vanaf het motoreinde gezien,
om staalkabel te vieren en naar links (tegen de klok in) om staalkabel in te halen. Raadpleeg het desbetreffende label. Vermijd plotselinge
bewegingen van het regelventiel om van een soepele werking van de lier verzekerd te zijn.
Afstandshangbediening (optionele voorziening)
(Raadpleeg tek. MHP0696NL)
Voorziet in afstandsbediening van de lier tot op afstanden van 18 m (60 ft) van de liermotor.
Besturingsluchtslangen vormen de verbinding tussen de hangbediening en de liermotor om de lier te
bedienen. De hangbediening is een verplaatsbaar bedieningsstation met drie knoppen, die het vieren,
inhalen en stoppen in noodsituaties regelt. De draairichting van de liertrommel wordt bepaald door de
richting van de luchtstroom in de besturingsklep. De labels op de knoppen van de hangbediening geven de
lierwerking aan.
* Wanneer de lier op afstanden van meer dan 18 meter (60 ft) wordt bediend, neem dan contact op met de
technische verkoopafdeling van Ingersoll-Rand voor de juiste bediening.
Noodstopinrichting
(Raadpleeg tek. MHP0695NL)
De noodstopinrichting bevindt zich bij de luchtinlaat van de lier. Wanneer deze geactiveerd
wordt, houdt de liertrommel onmiddellijk op met draaien. Onder de volgende
omstandigheden wordt de noodstopklep geactiveerd:
1.
Druk de palmklep in (omlaag).
2.
Druk op de noodstopknop op de afstandshangbediening (optionele voorziening).
3.
Toevoer van lucht stopt.
4.
Overbelastingsinrichting wordt geactiveerd.
Opnieuw instellen van de noodstopklep:
(Raadpleeg tek. MHP0695NL)
1.
Breng (trek) de palmklep omhoog en houd hem daar 2 seconden.
2.
Druk de reset-knop, die zich in het midden van de palmklep bevindt, omlaag met een
schroevedraaier met een klein bit of een soortgelijk stuk gereedschap.
Overbelastingsinrichting
Een overbelastingsinrichting is vereist op alle lieren met een nominaal vermogen van meer dan 1 metrieke ton (2200 lb) die gebruikt worden
voor hijsen.
De overbelastingsinrichting is in de luchtmotor van de lier ingebouwd en zorgt dat de lier een last, die zwaarder is dan de
overbelastingswaarde in de tabel met technische gegevens, niet zal hijsen. De werking van de overbelastingsinrichting is gebaseerd op de
verschildruk tussen de motorinlaat en -uitlaat. De overbelastingsinrichting is op de fabriek zo ingesteld dat deze bij 150% (+/- 25%) van het
nominale vermogen van de lier wordt geactiveerd. Wanneer een overbelasting wordt gesignaleerd, wordt de lucht naar de noodstopklep
gestuurd om de lucht naar de lier af te sluiten.
Als de overbelastingsinrichting wordt geactiveerd, moet de last verminderd worden.
Stel de noodstopklep opnieuw in en bedien de lier in de vierrichting om de last neer te laten.
NL-8