Télécharger Imprimer la page

Güde GMP 200 Traduction Du Mode D'emploi D'origine page 38

Motopompe

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 16
Indien het apparaat na zijn gebruik getransporteerd w ordt,
dient de brandstof volledig afgetapt te w orden. Transport
van de pomp met een gevulde brandstoftank is niet
toegestaan.
Onderhoud en verzorging
Schakel zo mogelijk voor
onderhoudsw erkzaamheden de motor uit, neem de
bougiestekker uit en laat de motor afkoelen. Als de motor
voor bepaalde onderhoudsw erkzaamheden moet draaien,
zorg dan voor voldoende ventilatie omdat de uitlaatgassen
giftig zijn.
Regelmatig onderhoud en een goede zorg verminderen het
risico van mogelijke storingen en helpen om de levensduur
van uw apparaat te verlengen. Motoren hebben een
complexe techniek en bevatten een groot aantal
bew egende onderdelen die aan hoge mechanische,
thermische en chemische effecten door het milieu en het
verbrandingsproces blootgesteld zijn. Het gebruik van
juiste, hoogw aardige en verse middelen – brandstoffen en
motorolie – helpt bij het voorkomen van schade aan de
motor en onderbreking tijdens het gebruik.
Schurende materialen in de te verpompen vloeistof – zoals
zand – versnellen de slijtage en verminderen de prestaties.
Bij het verpompen van vloeistoffen met dergelijke stoffen is
raadzaam een voorfilter in te bouw en. Dit
aanbevelingsw aardige onderdeel filtreert efficiënt zand en
dergelijke deeltjes uit de vloeistof, minimaliseert daardoor
de slijtage en verlengt de levensduur van de pomp.
Olieverversing en oliecontrole
Controleer voor iedere inbedrijfstelling de oliestand.
Minimaal eenmaal per jaar moet de olie ververst w orden.
De motorolie verliest binnen deze periode aanzienlijk aan
kw aliteit ook als het apparaat nauw elijks gebruikt w ordt.
Tap de oude olie voor het uitvoeren van de olieverversing af
en vul de nieuw e olie via de vulopening in de olietank
(oliesoort en de oliehoeveelheid, zie "Technische
gegevens"). Ook een te grote hoeveelheid olie is schadelijk
(vulhoeveelheid – zie „Technische gegevens").
Tot een zorgvuldig onderhoud en verzorging behoort de
controle van de oliestand voor iedere inbedrijfstelling. Voer
de controle enkel met de hiervoor aanw ezige oliepijlstok uit.
Het apparaat dient daarbij w aterpas te staan, uitgeschakeld
en afgekoeld te zijn. Geef veel aandacht aan de
oliehoeveelheid en zorg er voor dat deze de minimale of
maximale stand niet overschrijdt. (Oliesoort en
oliehoeveelheid – zie "Technische gegevens")
Volg de betreffende plaatselijke voorschriften op voor de
verw ijdering van oude olie.
Vul geen motorolie bij draaiende motor bij. Zet voor
het vullen met motorolie de pomp altijd uit en laat het
apparaat minimaal 5 minuten afkoelen. Bij het vullen met
motorolie moet het apparaat zich op een vlakke ondergrond
en in verticale positie bevinden om morsen of lekkage van
motorolie te voorkomen. Neem de eventueel gemorste
motorolie volledig af voordat de motor w ordt gestart.
Tijdens het vullen van m otorolie m ag niet
gerookt worden en open vuur m ag niet in de buurt zijn.
Adem de dam pen niet in.
Autom atische activering van Auto Stop (beveiliging
voor lage oliestand) bij lage oliestand.
Deze comfortabele techniek activeert de automatische
uitschakeling van de motor, indien de motorolie onder de
voorgeschreven minimale stand daalt. De motor kan pas
opnieuw gestart w orden als de motorolie in voldoende
hoeveelheid w erd bijgevuld. Volg bij het vullen van olie
noodzakelijkerw ijs alle in deze handleiding genoemde
instructies betreffende de motorolie en oliecontrole op.
Bougie
Het schoonmaken van de bougie en indien nodig, een correctie
van de elektrodeafstand, moet elke zes maanden, resp. 100
bedrijfsuren plaatsvinden. Neem voor het onderhoud van de
bougie eerst de bougiestekker uit. Schroef aansluitend de
bougie met een bougiesleutel uit. Voor het w aarborgen van een
probleemloze w erking dient de bougie vrij van
verbrandingsresten en droog te zijn en een elektrodeafstand
van 0,6-0,7 mm te hebben.
Maak bij behoefte de bougie schoon. Voor het verw ijderen van
verbrandingsresten w ordt een fijne draadborstel aanbevolen.
Corrigeer eventueel de elektrodeafstand door het voorzichtig
buigen van de elektrode. Bij een te dikke afzetting of versleten
elektroden w ordt het gebruik van een nieuw e bougie
aanbevolen.
Schroef de gecontroleerde, schoongemaakte of eventueel een
nieuw e bougie met de hand tot de aanslag in. Draai aansluitend
de bougie met een bougiesleutel voorzichtig vast. Vermijd
daarbij overmatige kracht zodat de bougie door forceren niet
beschadigd w ordt. Plaats vervolgens de bougiestekker w eer op
de bougie.
Luchtfilter
Gebruik voor het reinigen van het luchtfilter in geen
geval benzine of oplosmiddelen met een laag vlampunt
vanw ege het daarmee verbonden brand- en explosiegevaar.
Bij een vuil luchtfilter is de luchtstroom naar de carburateur
verhinderd. Om een onjuiste w erking van de carburateur te
voorkomen dient derhalve het luchtfilter regelmatig
gecontroleerd te w orden en eventueel gereinigd of vervangen
te w orden.
Algemeen w ordt een controle van het luchtfilter op vervuilingen
voor ieder gebruik aanbevolen. Schoonmaken is uiterlijk elke
drie maande, resp. na 50 bedrijfsuren noodzakelijk. Bij het
w erken in een extreem vervuilde of stoffige omgeving moet het
schoonmaken met kortere tussenpozen na tien bedrijfsuren
plaatsvinden. Elke zes maanden, resp. na 300 bedrijfsuren,
moet een nieuw luchtfilter geplaatst w orden.
Open voor het onderhoud het luchtfilterhuis en verw ijder het
luchtfilter. Was eventueel het luchtfilter in een niet brandbaar
oplosmiddel, bijvoorbeeld afw asmiddel. Gebruik voor het
schoonmaken in geen geval benzine of oplosmiddelen met een
laag vlampunt vanw ege het daarmee verbonden brand- en
explosiegevaar. Laat het luchtfilter na het schoonmaken
drogen.
Plaats het gecontroleerde, schoongemaakte of eventueel
nieuw e luchtfilter en sluit het w eer.
Gebruik de pomp nooit zonder luchtfilter omdat het de
motorslijtage verhoogt.
Vervangen van de glijringpakking
De glijringpakking dicht het pomplichaam met de motoras af.
Deze behoort tot de onderdelen die aan een natuurlijke slijtage
zijn onderw orpen.
Bij een defecte glijringpakking lekt tussen de motor en het
pompenlichaam w ater. Ter vervanging van de glijringpakking
dienen achtereenvolgens het pomphuis, de handstartinrichting
en het pomploopw iel gedemonteerd te w orden. Daarna kan de
glijringpakking vervangen w orden. Aansluitend moeten het
pomploopw iel, de handstartinrichting en het pomphuis w eer
zorgvuldig gemonteerd w orden.
Verw ijderen van vreemde voorwerpen uit de pom p
Grovere deeltjes in de verpompte vloeistof kunnen het
pomplichaam en pomploopw iel blokkeren. In dit geval kan het
38

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

94256