Bij 4-polaire stromen werkt de intensiteitregelaar [17] op beide kanalen parallel. Op het display wordt dit
aangegeven met
balansregeling voor de klassieke interferentie stroomvorm (zie paragraaf 5.2.2.9.).
De eenheid van de stroomintensiteit is afhankelijk van de gekozen stroomvorm en kan worden
weergegeven met mA, µA of V.
De behandeling wordt gestart met het opdraaien van de stroomintensiteit, tenzij een zwelpatroon is
ingesteld. Met een ingesteld zwelpatroon wordt de behandeling gestart met toets [14].
De indicatoren
en
Een knipperende stroomwaarde geeft aan dat er slecht contact is.
5.2.1.8 CC/CV instelling
De elektrotherapiekanalen kunnen, afhankelijk van de gekozen stroomvorm, in Constant Current of
Constant Voltage mode gebruikt worden. Bij toepassing van een dynamische elektrodetechniek wordt
aangeraden de CV mode te gebruiken. In de CV mode is de uitgangsstroom afhankelijk van de
elektrische koppeling met de patiënt en kan derhalve variëren. U kunt de CC/CV instelling wijzigen met
toets [13] en de centrale regelaar [16].
5.2.1.9 Polariteit
Bij galvanische stromen is de rode uitgang positief en de zwarte uitgang negatief. Voor het handmatig
veranderen van de polariteit kies
:
normaal
:
omgepoold
Wordt tijdens een lopende behandeling handmatig omgepoold, dan zwelt de stroom uit en met
tegenovergestelde polariteit weer aan naar 80% van de vorige waarde.
Voor het automatisch ompolen van de stroomvormen High Voltage en Microcurrent, kies
toets [9] en de centrale regelaar [16]:
:
alternerend (alternating)
:
niet alternerend (not alternating)
Bij de Onderbroken Gelijkstroom stroomvorm is ompolen niet mogelijk.
5.2.1.10 Noodstop.
Door de toetsen [12] en [13] tegelijk in te drukken kan de behandeling op alle kanalen tegelijk worden
gestopt.
5.2.2
Elektrotherapie
5.2.2.1 Bipolaire interferentie
•
Kies
met toets [7]. Kies met de centrale regelaar [16] het gewenste kanaal of kies gekoppelde
kanalen;
•
Druktoets [8], selecteer ? met de centrale regelaar [16] en bevestig uw keuze met toets [14];
•
Kiezen van bipolaire interferentie:
Kies
met de centrale regelaar [16] en bevestig uw keuze met toets [14];
•
Draaggolffrequentie kiezen of wijzigen:
Kies
(kHz) met toets [9] tot en wijzig de waarde met de centrale regelaar [16];
•
Prikkelfrequentie wijzigen:
Kies
met toets [10] en wijzig de waarde met de centrale regelaar [16];
•
Frequentiemodulatie (spectrum) wijzigen:
Kies
met toets [10] en wijzig de waarde met de centrale regelaar [16];
•
Spectrumdoorloop wijzigen:
Kies
met toets [11] en wijzig het doorloopprogramma met de centrale regelaar [16];
•
Behandeltijd instellen:
Kies
met toets [12] en wijzig de waarde met de centrale regelaar [16];
•
Instellen van zwelprogramma (indien gewenst):
•
Zweltijd wijzigen:
Kies
•
Houdtijd wijzigen:
Kies
•
Slinktijd wijzigen:
Kies
•
Pauzetijd wijzigen:
Kies
•
Vertragingstijd wijzigen (alleen bij gekoppelde kanalen):
Druk toets [13] en kies kanaal 2 met de centrale regelaar [16].
Kies vervolgens
, waarbij het weergegeven kanaal knippert. Hierbij is voorzien in een
verschijnen op het display, zodra er stroom uit de betreffende kanalen komt.
of
met toets [13] en de centrale regelaar [16]:
met toets [12] en wijzig de waarde met de centrale regelaar [16];
met toets [12] en wijzig de waarde met de centrale regelaar [16];
met toets [12] en wijzig de waarde met de centrale regelaar [16];
met toets [12] en wijzig de waarde met de centrale regelaar [16];
met toets [12] en wijzig de waarde met de centrale regelaar [16];
of
met
NL
7