VIII. INSTELLINGEN & GEBRUIK
K. BEVESTIGEN EN AANPASSEN VAN DE BESCHERMKAP
WAARSCHUWING
Het is altijd het beste om het kind niet in het mobiliteitsmiddel te laten zitten tijdens het
bevestigen van accessoires.
Bevestigen van de beschermkap:
1. Ga achter het mobiliteitsmiddel staan en bevestig de beschermkap aan de beugels
van de zitting (A).
2. Controleer visueel of de beschermkap correct is geïnstalleerd en controleer door de
beschermkap heen en weer te halen of hij goed vast zit en juist bevestigd is. Voor
veilig gebruik moeten de plastic lippen (B) op hun plaats vergrendeld zijn.
Aanpassing van de huif:
1. Na bevestiging kunt u de hoek van de beschermkap aanpassen door deze naar voren
of achteren te duwen, totdat de gewenste bescherming is bereikt.
2. Ook kunt u de bolkopbouten (C) losdraaien en de beugels van de beschermkap
(D) draaien, om het kind in de wagen meer of minder bescherming te bieden. Let
erop dat u beide zijdes even veel versteld wanneer u de draaibeugels van de
beschermkap verstelt.
3. Til de voorkant van de beschermkap helemaal op om het kind meer licht te geven en
te kunnen bereiken.
4. Wanneer de beschermkap wordt gebruikt in combinatie met de aanpassingen van de
kantelverstellingen, is het misschien nodig de beschermkap meer naar voren of meer
naar achteren te plaatsen, om beter bij de duwbeugel te kunnen komen.
L. UITTREKKEN VAN DE DUWBEUGEL VAN DE WANDELWAGEN
Om de duwbeugel te verstellen:
Voor groter comfort tijdens het duwen kan de hoogte van de duwbeugel versteld worden.
1. De aanpassing wordt gedaan vanaf de achterkant van het hulpmiddel. Duw
tegelijkertijd op de knoppen (E) en verstel naar de gewenste hoek.
2. Laat de knoppen los en laat de duwbeugel op zijn plaats vergrendelen.
24
25
26
27
145
NEDERLANDS
B
D
E
MK-100301 Rev.L
24
A
25
26
C
27