Télécharger Imprimer la page

EBARA EVMS 1 Manuel D'utilisation Et D'entretien page 62

Publicité

14.8 DE POMP DRAAIT EVEN IN TEGENOVERGESTELDE RICHTING NA HET
STOPPEN.
Lekkende voetklep
Lekkende zuigleiding
15. BIJBEHORENDE TECHNISCHE DOCUMENTATIE
15.1 STANDAARDSPANNINGEN (AANGEGEVEN OP HET TYPEPLAATJE)
MET DE BETREFFENDE TOLERANTIES GETOOND
Frequentie
[kW]
[Hz]
50
≤ 0.55
60
50
0.37 ÷ 4.0
60
50
≥ 5.5
60
15.2 REDUCTIEFACTOREN VOOR HET MOTORVERMOGEN
NL
Wanneer de elektrische pomp is geïnstalleerd op een plaats waar de omgevings-
temperatuur hoger is dan 40°C en/of waarvan de hoogte meer dan 1.000 m boven
zeeniveau is, wordt het vermogen dat de moter kan leveren minder.
De bijgevoegde tabel toont de reductiefactoren op grond van de temperatuur en
de hoogte. Om oververhitting van de motor te vermijden, moet de motor door een
andere worden vervangen waarvan het nominale vermogen vermenigvuldigd met
de factor die overeenkomt met de temperatuur en de omgevingshoogte, groter is
dan of gelijk is aan dat van de standaardmotor.
De standaardmotor kan alleen worden gebruikt, als de gebruiker een verlaging
van het debiet kan accepteren, door het smoren van de perszijde totdat de
geabsorbeerde stroom wordt verlaagd tot de grootte gelijk aan de correctiefactor.
T(°C)
1000
40
1
45
0.95
50
0.92
55
0.88
60
0.83
65
0.79
15.3 TABEL MAXIMUM-BEDRIJFSDRUK
Druk aangegeven op basis van het aantal waaiers.
Pmax
EVMS1
1.6
2 ÷ 26
2.5
27 ÷ 39
Pmax
EVMS20
EVMS32
1.6
1 ÷ 9
2.5
10 ÷ 16
3.0
-
12 ÷ 14
3.5
-
62
Controleren, reinigen of vervangen
Controleren en repareren
Fase
UN [V] ± %
[~]
230 ± 10%
1 ~
220 ± 10%
230 Δ / 400 Y ± 10%
3 ~
220 Δ / 380 Y - 5% /+ 10%
460 Y ± 10%
400 Δ / 690 Y ± 10%
3 ~
380 Δ - 5% /+ 10%
460 Δ ± 10%
Hoogte (m.a.s.l.)
1500
2000
0.96
0.94
0.92
0.90
0.90
0.87
0.85
0.83
0.82
0.80
0.76
0.74
50 Hz
EVMS3
EVMS5
EVMS10
2 ÷ 21
2 ÷ 17
2 ÷ 15
23 ÷ 33
19 ÷ 27
16 ÷ 23
50 Hz
EVMS45
EVMS64
1 ÷ 7
1 ÷ 5
1 ÷ 5
8 ÷ 11
6 ÷ 9
6 ÷ 8
-
-
-
10 ÷ 13
-
Pmax
EVMS1
1.6
2 ÷ 18
2.5
20 ÷ 29
Pmax
EVMS20
1.6
1 ÷ 6
2.5
7 ÷ 10
3.0
-
3.5
-
15.4 CAVITATIE
Zoals bekend, is cavitatie een vernietigende fenomeen voor de pompen, dat
optreedt wanneer het opgezogen water wordt omgezet in stoom aan de
binnenkant van de pomp. De EVMS-pompen, voorzien van interne hydraulische
delen in roestvast staal, hebben daar minder last van dan andere pompen
uitgevoerd met minder kostbare materialen, maar ze kunnen hoe dan ook de
schade die door de cavitatie wordt veroorzaakt, niet ontlopen.
Het is daarom nodig de pompen te installeren met inachtneming van de fysieke
wetten en de regels m.b.t. de vloeistoffen en de pompen zelf.
Hier vermelden wij alleen de praktische bevindingen van bovengenoemde regels
en fysieke wetten.
In standaard omgevingscondities (15°C, en op zeeniveau) wordt het water
omgezet in stoom, wanneer de drukvermindering 10,33 m overschrijdt; 10,33 m
is dus theoretisch de maximum aanzuighoogte van het water. De EVMS-pompen,
zoals alle centrifugaalpompen, zijn niet in staat gebruik te maken van de
complete theoretische aanzuighoogte, door een intern verlies dat zij lijden -
genoemd NPSHr – dat moet worden afgetrokken. Het theoretisch zuigvermogen
van iedere EVMS-pomp is dus 10,33 m min de bijbehorende NPSHr op de in
overweging genomen werkplek.
De NPSHr is af te leiden van de curven in de catalogus en hiermee moet reeds
tijdens de selectiefase van de pomp rekening worden gehouden.
2500
Wanneer het gaat om een pomp waarbij het vloeistofniveau hoger ligt dan de
0.90
pomp, of om een pomp die koud water moet opzuigen vanaf 1 of 2 m met een
korte leiding of met één of twee grote bochten, kan de NPSHr worden
0.88
verwaarloosd. Er dient destemeer rekening te worden gehouden met de NPSHr,
naarmate de installatie moeilijker is. De installatie wordt moeilijk wanneer:
0.85
a) Het hoogteverschil voor het opzuigen groot is;
0.81
b) De zuigleiding lang is en/of veel bochten heeft en/of meerdere kleppen heeft
(grote weerstandsverliezen bij het aanzuigen);
0.77
c) De voetklep een aanzienlijk weerstandsverlies vertoont (grote
weerstandsverliezen bij het aanzuigen);
0.72
d) De pomp wordt gebuikt met een debiet dat in de buurt ligt van het
maximumdebiet aangegeven op het plaatje (de NPSHr stijgt als het debiet
stijgt en daarmee de maximale productiviteit overschrijdt);
e) De temperatuur van het water hoog is (bij 80-85°C is het al waarschijnlijk dat
het vloeistofniveau hoger moet liggen dan de pomp);
f) De ligging hoog is (plaatsen in de bergen).
EVMS15
1 ÷ 11
15.5 PLAATSING VERANKERINGSGATEN
12 ÷ 17
EVMS90
1 ÷ 4
5 ÷ 6
-
-
60 Hz
EVMS3
EVMS5
EVMS10
2 ÷ 15
2 ÷ 12
1 ÷ 10
16 ÷ 23
13 ÷ 19
11 ÷ 16
60 Hz
EVMS32
EVMS45
EVMS64
1 ÷ 5
1 ÷ 4
1 ÷ 3
6 ÷ 8-2
5 ÷ 6
4 ÷ 5
8-0 ÷ 10
-
-
-
7
-
EVMS15
1 ÷ 7
8 ÷ 12
EVMS90
1 ÷ 3
4
-
-

Publicité

loading