NL
Zoals in de bovenstaande figuur wordt getoond, kan de arts de parameters
instellen volgens de status van de patiënt en het diagnoseverzoek, waarna
de monitor de acquisitie volgens de instelling kan voltooien:
Patiëntnaam: de naam van de patiënt
Patiënt ID: het ID-nummer van de patiënt. Het wordt gebruikt om de patiënt
te identificeren en is exclusief om te voorkomen dat dezelfde patiëntstatus
wordt aangemaakt.
Huidige tijd: huidige weergavetijd van het systeem
Perioden:
Wakkere tijd: de patiënt is in wakkere toestand.
Slaaptijd: de patiënt is in de slaaptoestand
Interval: Slaapdetectie-interval: Om de impact op de slaap van de patiënt te
beperken, moet het slaapdetectie-interval langer zijn.
Voorbeeld: het bereik van de waaktijden is 7:30-22:30, en het bereik van de
slaaptijden is 22:30-7:30. Het detectie-interval voor de waaktoestand is 30
minuten, en dat voor de slaaptoestand 60 minuten.
Het slaaptijdbereik en het wektijdbereik worden aan de rechterkant weerge-
geven.
Wanneer u klaar bent met de parameterinstellingen, klikt u op "OK" om het
project naar de monitor te uploaden.
6.5 Gegevens downloaden
Voordat u de meetgegevens van het apparaat downloadt, moet u ervoor zor-
gen dat:
1. de machine correct is aangesloten op de computer.
2. het toestel is ingeschakeld.
3. het apparaat wordt losgekoppeld van de patiënt voordat het op de com-
puter wordt aangesloten.
De gedownloade patiëntgegevens worden opgeslagen in het ingestelde ops-
lagpad. Als u het opslagpad wilt wijzigen, selecteer dan "Bestandspad instel-
len". Het dialoogvenster (figuur 6.1.2) verschijnt en u kunt het pad wijzigen.
Klik op de sneltoets
of "Download" in het menu om de gegevens te sel-
ecteren waarvan de status moet worden opgehaald en start vervolgens het
downloaden van de gegevens.
6.6 Open bestand
Klik op "Open data" om de hieronder getoonde case-interface te ope-
nen:
242