NL
Dubbelklik op het softwarepictogram en het onderstaande dialoogvens-
ter verschijnt.
Fig. 6.1.1 Gebruikersregister
Voer de gebruikersnaam in, klik op "Okay", waarna het dialoogvenster
"Configuratie record" verschijnt (zie figuur 6.1.2). Klik op "Verwijderen"
om de configuratiegegevens van de gebruiker te verwijderen. Met "Al-
les verwijderen" kunt u de configuratiegegevens van alle gebruikers
verwijderen. Als u een nieuwe gebruiker bent, verschijnt het volgende
dialoogvenster.
Fig. 6.1.2 Configuratieset
"Case Path": Selecteer het standaard opslagpad voor de case. Nadat de ge-
gevens van het apparaat zijn opgehaald, wordt het dossier in dit pad opges-
lagen.
Als u "Altijd standaardpad gebruiken" selecteert, wordt het dossierbestand
automatisch opgeslagen in het installatiepad.
6.2 Hoofdinterface
Na het instellen van de configuratie-informatie wordt de hoofdinterface van
het toestel weergegeven (zie hieronder)
240