Garantie
De garantieperiode is 12 maanden bij commercieel gebruik
en 24 maanden voor eindgebruikers en begint met de datum
van aankoop van het apparaat.
De garantie heeft uitsluitend betrekking op onvolkomenheden
die op materiaal- en/of productiefouten zijn terug te voeren.
Bij een claim betreffende een onvolkomenheid, in de zin van
garantie, dient de aankoopfactuur - die de verkoopdatum
bewijst - met de aankoopdatum bijgesloten te worden.
Uitgesloten van garantie zijn verkeerd gebruik, zoals bijv.
overbelasting van het apparaat, gebruik van geweld,
beschadigingen door vreemde invloeden of vreemde
voorwerpen evenals het niet naleven van gebruiks- en
montageaanwijzingen en normale slijtage.
Gebruik volgens de bepalingen
De in de gebruiksaanwijzing beschreven compressor is
uitsluitend voor het produceren van perslucht bestemd van 10
bar. De bedoelde gebruiksgebieden vindt u in het hoofdstuk
„Luchtverbruik persluchtapparaten/Gebruiksrichtlijnen".
De compressor is niet voor continubedrijf, resp. onbeperkt of
industrieel gebruik geschikt.
Algemene veiligheidsinstructies
De gebruiksaanwijzing moet voor het eerste gebruik van het
apparaat geheel doorgelezen worden. Indien betreffende de
aansluiting en het bedienen van het apparaat twijfels
ontstaan, kunt u zich tot de fabrikant wenden
(serviceafdeling).
OM EEN HOGE GRAAD VAN VEILIGHEID TE
GARANDEREN DIENT U DE VOLGENDE INSTRUCTIES IN
ACHT TE NEMEN:
LET OP!
AANWIJZING: Een verkeerd gebruik, als ook onvoldoend
onderhoud van deze compressoren, kunnen letsels van
de gebruiker veroorzaken. Ter voorkoming van deze
gevaren dienen de volgende aanwijzingen opgevolgd te
worden!
Alle aanwijzingen aandachtig lezen en in acht nemen!!
AANWIJZING: Compressoren die industrieel gebruikt
worden dienen, volgens de Veiligheidsverordening voor
Bedrijven, voor de inbedrijfneming aan een controle door een
vakman onderworpen te worden en daarna telkens aan
terugkerende controles, eveneens door een vakman.
De compressor mag niet voor industriële doeleinden in
een voertuig ingebouwd worden zonder plaatsing door
een vakman!
De compressor moet aan een wederkerende controle
door een vakman onderworpen worden zodra deze op
een vaste plaats in een ruimte is ingebouwd.
De compressor mag principieel slechts aangesloten
worden aan een Fi-veiligheidsschakelaar 30 mA.
Let op! De compressor mag slechts met de bijbehorende
wielen en rubberstootkussens in gebruik genomen
worden.
Oliestand bij het éérste en verder bij elk gebruik
controleren. (zie hiervoor informaties onder „Olievuldop
en oliestandcontrole").
Let op! De compressor nooit met de netstekker in- of
uitschakelen. Altijd de drukschakelaar gebruiken omdat
anders de luchtontlasting niet geactiveerd wordt. Ook bij
een korte stroomuitval wordt de compressor niet ontlast
en kan daardoor een gevarenbron vormen.
Let op! Voor de inbouw in automatische installaties
dienen geschikte alarm- resp. veiligheidsinrichtingen,
voor het geval van stroomuitval of een foutieve functie of
event. uitval van de compressor, geïnstalleerd te worden
(bijv. voerinstallaties etc.).
Luchtstraal nooit in of op lichaamsopeningen richten; dit
kan dodelijke letsels veroorzaken!
Let op! Heen en weer slaande persluchtslang bij het
openen van de snelkoppeling! - Persluchtslang goed
vasthouden.
Aan het einde van de werkdag altijd d.m.v. de aan/uit-
schakelaar uitschakelen, ketel leeg laten lopen en de
compressor van de stroomtoevoer afkoppelen. Laat de
compressor niet de gehele nacht ingeschakeld staan, het
apparaat zou een bron van gevaar kunnen worden.
Gebruik de compressor nooit onbewaakt.
Neem altijd de netstekker uit voordat met het instellen of
onderhoudswerk wordt begonnen.
1
Niet in een lopend apparaat grijpen!
Nooit de handen, vingers of andere lichaamsdelen in de
buurt van de compressoronderdelen brengen, die zich
bewegen.
2
De compressor nooit in gebruik nemen, indien de
beveiligingsinrichtingen niet gemonteerd zijn.
De compressor nooit in gebruik nemen, indien niet alle
beveiligingsinrichtingen (bijvoorbeeld beschermende
afdekkingen, riembeschermer, veiligheidsklep) volgens
de voorschriften zijn gemonteerd; als het uitvoeren van
onderhouds- of reparatiewerkzaamheden de
verwijdering van deze beveiligingsinrichtingen
noodzakelijk maakt, moet vóór de nieuwe
inbedrijfstelling van de compressor vastgesteld worden
dat de veiligheidsinrichtingen opnieuw en volgens
voorschriften zijn aangebracht.
3
Altijd veiligheidsbril en gehoorbeschermer dragen.
Altijd een veiligheidsbril of overeenkomstige
bescherming van de ogen en een gehoorbeschermer
dragen.
De persluchtstraal nooit op eigen lichaam of op andere
personen richten.
4
Altijd beschermingsinrichtingen tegen elektrische
schokken gebruiken
De compressor nooit in de buurt van water of in een
vochtige omgeving gebruiken.
5
De compressor buiten bedrijf zetten
De compressor uitschakelen en van de elektrische
energiebron nemen. Laat de druk uit de ketel
ontsnappen voordat werkzaamheden i.v.m. reparatie,
inspectie, onderhoud, reiniging of vervangen van
onderdelen worden uitgevoerd.
6
Ongewenst inschakelen
De compressor niet transporteren, indien deze aan de
elektrische energiebron is aangesloten of indien de ketel
onder druk staat. Voor het aansluiten van de compressor
aan de elektrische energiebron vaststellen dat de
drukschakelaar zich in de positie OFF bevindt.
7
Opslag van de compressor
Indien de compressor niet wordt gebruikt, moet deze op
een droge plaats opgeborgen en voor weerinvloeden
beschermd worden. Ver van kinderen houden.
8
Werkgebied
De werkomgeving schoon houden en eventueel de niet
in gebruik zijnde werktuigen verwijderen. Voor een
goede beluchting van de werkomgeving zorgen. De
compressor niet in de aanwezigheid van ontvlambare
vloeistoffen of gassen gebruiken. De compressor kan
tijdens het gebruik vonkvorming veroorzaken. De
compressor niet in een omgeving gebruiken waarin zich
lak, benzine, chemicaliën, plakstoffen of andere
brandbare of explosieve stoffen bevinden.
35