Uit te voeren werkzaamheden
Uitgangen
„Storing" en „Alarm /
Waarschuwing"
All manuals and user guides at all-guides.com
5. Elektrische aansluiting
ENKELE INSTALLATIE - veiligheidsinstructies in acht nemen!
Schakeltoestel vanaf bouwjaar 01/10
• De „Storing"- en „Waarschuwing"-
melding gebeurt via telkens een
relais (wisselaar) zonder veilig-
heidsschakeling. Inductieve la-
sten moeten extern worden ont-
stoord. De rusttoestand (stroom-
loos) van de relais is op de print-
plaat opgedrukt. Dat betekent
„Sto¬ring"- en „Waarschuwing"-
melding is ingeschakeld.
• 42 V dc/ 0,5 A
Schakeltoestel tot bouwjaar 12/09
• De aansluitstrip van de niveau-ingangen
mag met geen andere stroomkring worden
verbonden.
• De klemmen zijn met schakelaarsymbolen
gekenmerkt.
• Uitgangen N / L1 (telkens 2) zijn voorzien,
om via de relais „Storing" en „Alarm" externe
meldingsvoorzieningen / indicaties te ver-
zorgen. Zij mogen niet voor andere doelein-
den worden gebruikt.
• De maximaal toegelaten stroomsterkte be-
draagt 2 A.
• De „Storing"- en „Alarm"-melding gebeurt via
telkens een relais (wisselaar) zonder veilig-
heidsschakeling. Inductieve lasten moeten
extern worden ontstoord. De rusttoestand
(stroomloos) van de relais is op de printplaat
opgedrukt. Dat betekent „Storing"- en
„Alarm"-melding is ingeschakeld.
• De relaiscontacten bezitten geen interne
verbinding met eender welke verzorgings- of
bedrijfsspanning van de besturing en zijn
veilig hiervan gescheiden tot bij een
werkspanning van 300 V volgens tabel D.10
van norm EN 61010 (overspanningscatego-
rie 2 en vervuilingsgraad 2).
• De relais zijn ontworpen voor het schakelen
van 230 V / 2 A. De stroomsterkte dient ex-
tern door geschikte maatregelen tot deze
waarde re worden beperkt.
• Het is niet toegelaten, om met de relais ver-
schillende fasen te schakelen. De fase mag
echter van L1 afwijken.
190