2.1 Toepassingsbereik
De hefinstallaties transporteren de onder het kanaal- en op-
stuwingniveau ontstane fecaliënhoudende en fecalievrije
afval¬wateren overeenkomstig de voorschriften van de norm
DIN 1986 volledig automatisch in het kanaal. Zij mogen prin-
cipieel alleen voor huishoudelijk, bijvoorbeeld in één- en
meergezinshuizen, industriële bedrijven, hotels en restau-
rants, warenhuizen, ziekenhuizen, scholen of dergelijke ge-
vallen worden ingezet.
Als de toevoer van de hefinstallatie gedurende de normale
werking niet mag worden onderbroken moet de hefinstalatie
bovendien met een tweede transportinrichting met dezelfde
capaciteit worden uitgerust, die zich - voor zover noodzake-
lijk - zelfstandig inschakelt (dubbele in plaats van enkele in-
stallatie).
2.2 Beschrijving van de installatie
De KESSEL-hefinstallaties Aqualift F als enkele of dubbele
installatie bestaat principieel uit de volgende componenten:
1.8
1.7
1.
verzamelreservoir van PEHD gas- en waterdicht, met
1.1 één of twee afvalwaterpompen met telkens 5 m aansluit-
leiding
1.2 pneumatische niveaubesturing met telkens 5 m luchtslang
1.3 reinigingsopening
1.4 aansluiting voor toevoerleiding DN 100
1.5 aansluiting voor ontluchtingsleiding 1.6 aansluiting voor
handmembraanpomp
1.7 drukafvoeraansluiting DN 100 met geïntegreerde terugs-
lagklep en ventilatievoorziening
1.8 aanboorvlakken
2.
Elektrisch schakeltoestel
(zie afbeeldingen in hoofdstuk 8)
All manuals and user guides at all-guides.com
2. Allgemeen
1.3
1.5
1.4
1.6
1.2
1.1
181
De KESSEL-Hefinstallatie Aqualift F is voorzien voor vrije op-
stelling in tegen vorst beschermde lokalen. Het bijbehoren-
de schakeltoestel dient in een tegen overstroming beveilig-
de, droge en vorstvrije ruimte te worden geïnstalleerd. De
dompelpompen voor afvalwater zijn uitgerust met een een-
kanaal-loopwiel en beschikken over een vrije kogeldoorgang
van 40 mm. De drukleidingen moeten minimum in DN 80, de
ventilatieleidingen minimum in DN 70 worden uitgevoerd.
Abrasieve media moeten van het pomploopwiel verwijderd
worden gehouden.
De installaties zijn geschikt voor continu afvalwatertempera-
turen tot 35 °C. Kortstondig (tot 10 minuten) is een maxima-
le temperatuur van 60°C toegelaten.
1.4
1.9
1.6
1.2
1.8
1.1
3.
Toebehoren (zonder afbeelding)
3.1 Hoekprofiel met schroeven en pluggen voor montage van
het reservoir op de vloer
3.2 rubberen slang met slangklemmen voor aansluiting van de
persleiding
3.3 Geluidsisolerende onderlegmat
Mono: art.-nr. 28692
Duo: art.-nr. 28693
Een gedetailleerde beschrijving van de installatieopbouw be-
vindt zich in hoofdstuk 10, reserveonderdelen.
1.3
1.5
1.7