029 Toegangsalarmvertraging
Voor het wijzigen van de eigenschap van de
toegangsalarmvertraging gaat u als volgt te werk:
1. Voer op het bedieningselement in:
2. In het LCD- display staat: 029: VERtraginUIT
3. Gebruik het toetsenbord om uit de volgende punten
te kiezen en druk op:
De alarmcentrale genereert onmiddellijk
een alarm als de gebruiker van de
0
vastgelegde ingangsroute afwijkt.
De alarmcentrale verlengt de
ingangsvertraging met nog eens 30
seconden als de gebruiker van de
vastgelegde ingangsroute afwijkt. Daarbij
wordt een intern alarm geactiveerd om de
1
gebruiker erop te wijzen dat hij een fout
heeft begaan. Wordt de gebruikerscode
binnen ingangsvertragingstijd ingevoerd,
dan wordt een lokaal alarm vermeden en
de alarmcentrale gereset.
4. Bevestig uw invoer. Voer daarvoor op het
bedieningselement in:
5. Het bedieningselement bevestigt uw invoer met een
dubbel signaal "beep" "beep" en toont
PROGRAMMEER MODE.
030 Stille overval
Voor het wijzigen van de eigenschap van het stille
overvalalarm gaat u als volgt te werk:
1. Voer op het bedieningselement in:
2. In het LCD- display staat: 030: OV Luid
3. Gebruik het toetsenbord om uit de volgende punten
te kiezen en druk op:
OV Luid
Bij het activeren van het overvalalarm
0
genereert de alarmcentrale lokaal een
alarm.
OV Stil
1
029
.
030
51
Bij het activeren van het overvalalarm
genereert de alarmcentrale lokaal geen
alarm. Het alarm wordt alleen via
relaiscontacten afgegeven en via de opt.
kiezer doorgegeven.
4. Bevestig uw invoer. Voer daarvoor op het
bedieningselement in:
5. Het bedieningselement bevestigt uw invoer met
een dubbel signaal "beep" "beep" en toont
PROGRAMMEER MODE.
031 Zonesabotage
Voor het wijzigen van de eigenschap van de zonesabotage
gaat u als volgt te werk:
1. Voer op het bedieningselement in:
2. In het LCD- display staat: 031: EngTmpRstUIT
3. Gebruik het toetsenbord om uit de volgende punten
te kiezen en druk op:
Geen programmeercode nodig (UIT)
Bij het activeren van een sabotagealarm is
de invoer van de gebruikerscode
0
voldoende om de sabotagemelding te
bevestigen.
Programmeercode nodig (AAN)
Bij het activeren van een sabotagealarm is
na de invoer van de gebruikerscode voor
1
het deactiveren van het alarm nog de
invoer van de programmeercode nodig
om het sabotagealarm te wissen.
4. Bevestig uw invoer. Voer daarvoor op het
bedieningselement in:
5. Het bedieningselement bevestigt uw invoer met een
dubbel signaal "beep" "beep" en toont
PROGRAMMEER MODE.
032 Bedieningselementen en partities
Als u een gepartitioneerd systeem heeft aangemaakt, dan
kunt u met deze functie in-/uitgangszones, alarmzones en
statusweergaven van partities aan de bedieningselementen
.
031
.
NL