Nederlands
Zaagketting onderhouden
en slijpen
Moeiteloos zagen met een correct
geslepen zaagketting
Een goed geslepen zaagketting trekt
zichzelf al bij een geringe aanlegdruk
moeiteloos in het hout.
Niet met een botte of beschadigde
zaagketting werken – dit leidt tot een
zwaardere lichamelijke belasting en
tegen trillingsbelasting, een
onbevredigend zaagresultaat en een
hoge slijtage.
:
Zaagketting reinigen
:
Zaagketting op scheurtjes en
beschadigde klinknagels
controleren
:
Beschadigde of versleten delen van
de ketting vervangen en de nieuwe
delen qua vorm en slijtagegraad
aan de rest van de ketting
aanpassen – overeenkomstig
nabewerken
De hierna genoemde hoeken en
maten moeten beslist worden
aangehouden. Een verkeerd
geslepen zaagketting – vooral een
te lage dieptebegrenzer – kan de
neiging tot terugslag van de
motorzaag vergroten – kans op
letsel!
162
3/8
3
De kettingsteek (bijv.
/
") is op de
8
dieptebegrenzer van elke beiteltand
ingestempeld.
Alleen speciale zaagkettingvijlen
gebruiken! Andere vijlen zijn door hun
vorm en kapping ongeschikt.
De indeling van de vijl-Ø vindt plaats aan
de hand van de kettingsteek – zie tabel
„Slijpgereedschappen".
De hoeken op de beiteltand moeten bij
het slijpen worden aangehouden.
MS 210, MS 210 C, MS 230, MS 230 C, MS 250, MS 250 C
A
B
A = aanscherphoek
B = voorsnijvlakhoek
Kettingtype
Rapid-Micro (RM)
Rapid-Super (RS)
Picco-Micro (PM/PMN)
Beiteltandvormen:
Micro = halfhaakse beiteltand
Super = beiteltand
Bij gebruik van de voorgeschreven
vijlen, resp. slijpapparaten en de
correcte instelling worden de
voorgeschreven waarden voor de hoek
A en B automatisch verkregen.
Hoek (°)
A
B
30
85
30
60
30
85