De velrichting en vluchtwegen
bepalen
De open plek kiezen waar de boom kan
vallen.
Hierbij letten op:
–
De natuurlijke hoek waaronder de
boom staat
–
Buitengewoon sterke takvorming,
asymmetrische groei, beschadigd
hout
–
Windrichting en -snelheid – bij een
krachtige wind niet vellen
–
Hellingrichting
–
Naast staande bomen
–
Sneeuwbelasting
–
De conditie van de boom in acht
nemen – bijzonder voorzichtig te
werk gaan bij beschadigde stam of
dood hout (dor, vermolmd of dood
hout)
MS 210, MS 210 C, MS 230, MS 230 C, MS 250, MS 250 C
A
A = valrichting
B = vluchtwegen
–
Voor iedereen vluchtwegen
aanbrengen – ca. 45° schuin naar
achteren
–
Eventuele takken of andere
obstakels die zich op de
vluchtwegen bevinden, verwijderen
–
Gereedschap en apparaten op
veilige afstand neerleggen – maar
niet op de vluchtwegen
–
Tijdens het vellen altijd aan de
zijkant van de stam staan en alleen
zijwaarts de vluchtweg in lopen
–
Vluchtwegen op steile hellingen
evenwijdig aan de helling
aanbrengen
–
Tijdens het teruglopen op vallende
takken letten en naar de kroon
kijken
45°
Werkgebied bij de stam voorbereiden
45°
–
Storende takken, struikgewas en
obstakels uit het werkgebied bij de
stam verwijderen – veilige plaats
voor alle medewerkers
–
De voet van de stam goed
schoonmaken
(bijv. met de bijl) – zand, stenen en
andere niet-houten voorwerpen
maken de zaagketting bot
–
Grote worteluitlopers inzagen: Als
eerste de grootste worteluitloper –
eerst in verticale richting,
vervolgens in horizontale richting
inzagen – alleen bij gezond hout
Nederlands
127