28 Zaagketting onderhouden en slijpen
28 Zaagketting onderhouden
en slijpen
28.1
Moeiteloos zagen met een cor‐
rect geslepen/aangescherpte
zaagketting
Een goed geslepen/aangescherpte zaagketting
trekt zichzelf al bij een geringe aanlegdruk moei‐
teloos in het hout.
Niet met een botte of beschadigde zaagketting
werken – dit leidt tot een zwaardere lichamelijke
belasting, een hogere trillingsbelasting, een
onbevredigend zaagresultaat en een hoge slij‐
tage.
► Zaagketting reinigen
► Zaagketting op scheurtjes en beschadigde
klinknagels controleren
► Beschadigde of versleten delen van de ketting
vervangen en de nieuwe delen qua vorm en
slijtagegraad aan de rest van de ketting aan‐
passen – overeenkomstig nabewerken
Zaagkettingen met hardmetalen snijplaatjes
(Duro) zijn zeer slijtvast. Voor een optimaal slijp‐
resultaat adviseert STIHL de STIHL dealer.
WAARSCHUWING
De hierna genoemde hoeken en maten moeten
beslist worden aangehouden. Een verkeerd
geslepen zaagketting – vooral een te lage diep‐
tebegrenzer – kan leiden tot een verhoogde nei‐
ging tot terugslag van de motorzaag – kans op
letsel!
28.2
Kettingsteek
Op elke zaagtand is vlak bij de dieptebegrenzer
de codering (a) voor de kettingsteek gestempeld.
Codering (a)
7
1 of 1/4
6, P of PM
0458-206-9421-C
a
Kettingsteek
inch
mm
1/4 P
6,35
1/4
6,35
3/8 P
9,32
2 of 325
3 of 3/8
4 of 404
De indeling van de vijldiameter vindt plaats aan
de hand van de kettingsteek – zie tabel "Gereed‐
schap voor het slijpen/aanscherpen".
De hoeken op de zaagtand moeten bij het slijpen
worden aangehouden.
28.3
Aanscherp- en voorsnijvlak‐
hoek
A
B
A aanscherphoek
STIHL zaagkettingen worden geslepen/aange‐
scherpt met een aanscherphoek van 30°. Uitzon‐
dering hierop zijn de langszaagkettingen met
een aanscherphoek van 10°. Langszaagkettin‐
gen hebben een X in de benaming.
B voorsnijvlakhoek
Bij gebruik van de voorgeschreven vijlhouder en
vijldiameter wordt automatisch de juiste voorsnij‐
vlakhoek verkregen.
Beiteltandvormen
Micro = halve beiteltand bijv.
63 PM3, 26 RM3, 36 RM
Super = volle beiteltand bijv.
63 PS3, 26 RS, 36 RS3
Langszaagketting, bijv. 63 PMX,
36 RMX
De hoeken moeten bij alle tanden van de zaag‐
ketting gelijk zijn. Bij ongelijke hoeken: ruw,
ongelijkmatig draaien van de zaagketting, sterke
slijtage – tot aan het breken van de zaagketting.
Nederlands
0.325
8,25
3/8
9,32
0.404
10,26
Hoek (°)
A
B
30
75
30
60
10
75
117