Periodieke controle en herstelling
• Voor zijn veiligheid moet de operator periodieke en regelmatige
controles uitvoeren op de uitrusting om de doeltreffendheid en
de weerstand ervan te controleren.
• Een jaarlijkse controle is noodzakelijk, maar in functie van de
gebruiksfrequentie,
reglementering van het bedrijf of van het land van gebruik,
kunnen deze controles frequenter zijn.
• De periodieke controles moeten door een bevoegd persoon
uitgevoerd worden, volgens de controlewerkwijzen van de
fabrikant.
• Controleer de leesbaarheid van de markering op het product
tijdens de periodieke controle.
De harnassen zijn niet herstelbare producten. Als ze het minste
defect vertonen, moeten ze vernietigd worden.
Conformiteit van de uitrusting
NL
Bij deze verklaart de firma TRACTEL S.A.S. RN 19 – Saint
Hilaire sous Romilly – F-10102 Romily sur Seine, Frankrijk dat de
in deze handleiding beschreven uitrusting:
• Conform de voorschriften van de Europese Richtlijn
89/686/CEE van december 1989 is,
• Is identiek aan het PBM dat onderwerp heeft uitgemaakt
van het typeafschrift «CE», afgeleverd door het Apave
SUDEUROPE, SAS, BP 3 - 33370 ARTIGUES près
BORDEAUX geïdentificeerd door het nummer 0082 en getest
volgens de normen 361 van 2002, 358 van 2000 .
• Onderworpen werd aan de procedure, beoogd door het Artikel 11B
van de Richtlijn 89/686/EEG, onder de controle van een
organisme: Apave SUDEUROPE SAS, BP 3 - 33370
ARTIGUES près BORDEAUX, geïdentificeerd door het nummer
0082.
Het etiket van elk harnas geeft de volgende elementen aan:
a: Het commercieel merk: Tractel,
b: De beschrijving van het product: bv. LCA (Vallijn Koord
valdemper),
c: De referentienorm, gevolgd door het jaar van toepassing,
d: De referentie van het product: bv. 010642,
e: Het CE logo, gevolgd door het n° van de aangemelde
instantie artikel 11 B, productiecontrole 0082,
f: Jaar en week van fabricatie,
g: Het serienummer,
h: Een pictogram dat aangeeft dat de handleiding vóór elk
gebruik gelezen moet worden.
Samenstellende onderdelen
Figuur 1 bladzijde 2 : Harnais - EN 361/EN 358
1. Schouderrien.
2. Verstelling schouderriem.
3. Snelgesp.
4. Label.
5. Doorgang
6. Gereedshap band.
7. Dijriem.
8. Zitriem.
9. Rugband.
10. Rugbevesti -ging.
11. Borstgesp.
12. Thoracaal punt.
13 Markering
"A",
valbescherming, op de D of op de riem.
14. positioneringspunt.
16
de
omgevingsomstandigheden,
Markering
van
de
bevestigingspunten
• Riem + draden van de naden: polyester,
• Gespen uit gegalvaniseerd staal en aluminium,
• Rugsteun mousse, bedekt met cordura,
• Rugplaat, lussen: polyethyleen, thermoplastisch elastomeer.
van
Verboden en fout gebruik
• Het is streng verboden:
1. Een HT Faba-harnas te gebruiken zonder hiervoor
toestemming te hebben, opgeleid te zijn en bevoegd erkend
te zijn, zonder onder de verantwoordelijkheid van een
competente, opgeleide en bevoegd erkende persoon te
werken.
2. Een HT Faba-harnas te gebruiken als één van de
markeringen niet langer aanwezig of leesbaar is.
3. Een HT Faba-harnas te gebruiken als het niet op voorhand
onderworpen werd aan de controles.
4. Een HT Faba-harnas te gebruiken dat niet periodiek
gecontroleerd werd in de loop van de 12 maanden door een
technicus die hiervoor bevoegd is en die het hergebruik ervan
schriftelijk toegestaan heeft.
5. Een HT Faba-harnas te gebruiken buiten het kader van
reddingsoperaties van personen.
6. Een HT Faba-harnas te gebruiken dat dienst gedaan heeft in
een val.
7. Een HT Faba-harnas
goede staat verkeert.
8. Een valbeveiligingssysteem op een punt aan te sluiten dat
erkend
niet door een A gemarkeerd is.
9. Een HT Faba-harnas te gebruiken voor andere toepassingen
dan de beveiliging tegen hoogtevallen.
10. Een HT Faba-harnas bloot te stellen aan een warmtebron of
rechtstreeks licht.
11. Een
HT
temperatuurbereik gaande van – 35°C tot +60°C.
12. Een HT Faba-harnas in contact te brengen met chemische
agressieve substanties, met schurende of snijdende
oppervlakken.
13. Een HT Faba-harnas te gebruiken zonder te overwegen
waarop een eventuele reddingsoperatie in alle veiligheid en
op een doeltreffende manier uitgevoerd kan worden.
Levensduur van textielproducten
De levensduur van textielproducten bedraagt 10 jaar, ingaande
op de datum van fabricatie, onder voorbehoud van normale
gebruiksgrenzen, met respect voor de aanbevelingen en het
onderhoud, aanbevolen in deze handleiding.
NB: De veiligheidssteunen riemen, oprolkabels met auto -
matische
valbeveiligingen en de ringen van de riemen zijn niet
onderhevig aan deze aanbevolen levensduur en moeten
voor elk gebruik gecontroleerd worden en onmiddellijk
vernietigd worden als ze de geringste gebreken vertonen.
van
de
Materialen
te gebruiken dat niet in schijnbare
Faba-harnas
te
gebruiken
terugloop,
koordrollen
buiten
het
van
glijdende