Tractel HT FABA Instructions D'emploi Et D'entretien page 14

Voorafgaande opmerking
Om de constante verbetering van haar producten te garanderen,
behoudt Tractel ® zich het recht aan de in deze handleiding
beschreven producten de nodig geachte wijzigingen aan te
brengen, ongeacht het moment.
De bedrijven van de groep TRACTEL en de erkende verkopers
verschaffen op aanvraag de documentatie over de andere
producten van de TRACTEL-groep: Tractie- en hijstoestellen en
hun toebehoren, materiaal voor toegang tot de werf en de
voorgevels, veiligheidsinrichtingen voor ladingen, elektronische
ladingsmeters, enz.
Het Tractel-netwerk kan zorgen voor een klantendienst en
periodiek onderhoud.
Belangrijke eigenschappen
1. Vóór het gebruik van dit soort materiaal is het verplicht, voor
NL
de veiligheid van de installatie en de doeltreffendheid ervan,
van deze handleiding kennis te nemen en de aanwijzingen
ervan strikt na te leven.
2. Deze handleiding moet ter beschikking van de gebruiker van
de uitrusting bewaard worden. Bijkomende exemplaren
kunnen op aanvraag door Tractel SAS geleverd worden. De
levensduur van de uitrusting bedraagt 10 jaar.
3. Het gebruik, het onderhoud en het beheer van de uitrusting
behoren tot de verantwoordelijkheid van personen die de
veiligheidsregels en van de kracht zijnde normen van dit
soort materiaal en de bijbehorende uitrustingen kennen, en
deze weten te doen respecteren. Elke gebruiker moet deze
handleiding gelezen en begrepen hebben. Hij moet de
compatibiliteit van
Beschermingen controleren.
4. Als u het gebruik van de uitrusting moet toevertrouwen aan
een werknemer of gelijkaardig persoon, respecteer dan de
van kracht zijnde arbeidswetgeving.
5. Het is aanbevolen aan elke gebruiker persoonlijk een harnas
toe te kennen, vooral als het gaat om werknemend
personeel.
6. De HT Faba-harnassen zijn valbeveiligingen met een riem
voor het behoud op de werkplaats, conform de normen
EN 361 en EN 358. Deze uitrustingen mogen slechts door
één enkele, opgeleide en/of bevoegde persoon gebruikt
worden of als de gebruiker onder het directe toezicht van
deze persoon staat.
7. Alle personen die het HT Faba-harnas gebruiken, moeten
over de fysieke en professionele eigenschappen beschikken
voor werken in de hoogte. Raadpleeg, bij twijfels, uw dokter
of de bedrijfsarts. Deze persoon moet, onder veilige
omstandigheden, op voorhand een aangepaste theoretische
en praktische opleiding gevolgd hebben omtrent het gebruik
van de Persoonlijke
veiligheidseisen. Deze opleiding moet volledige voorlichting
verstrekken omtrent de hoofdstukken van deze handleiding
inzake het gebruik. Het gebruik van dit toestel is verboden
voor zwangere vrouwen.
8. De HT Faba-harnassen moeten exclusief gebruikt worden
voor het beveiligen van een persoon die in de hoogte werkt,
conform de aanwijzingen van deze handleiding. Geen enkel
ander gebruik is toegestaan: bijvoorbeeld elastiekspringen.
9. Een eerste suspensietest op een veilige plaats is aanbevolen
om te controleren of de reddingsriem goed afgesteld is en
voldoende comfort verschaft voor het voorziene gebruik.
10. Het gebruik van het HT Faba-harnas vereist het gebruik en
het aansluiten van Persoonlijke beschermingen. Een
harnasgordel (EN 361) is het enige beschermingsmiddel
voor het lichaam dat een persoon mag aantrekken om
werken in de hoogte uit te voeren.
14
de geassocieerde Persoonlijke
Beschermingen, conform
11. Elk verankerpunt waarop het valbeveiligingssysteem
bevestigd wordt, moet voldoen aan de eisen van de norm
EN 795 of, bij gebreke, een trekweerstand van minstens
10 kN (1 ton) hebben.
12. Raadpleeg Tractel SAS op voorhand voor een gebruik in een
omgeving met bijzondere risico's, met name, en niet-
exhaustief: wrijvingen tegen scherpe kanten, corrosieve
omgevingen of die een chemisch risico voorstellen,
explosieve omgevingen, omgevingen met elektrische risico's,
bestralingsrisico's, enz...
13. Vóór elk gebruik dient de gebruiker de uitrusting visueel te
controleren om zich ervan te verzekeren dat het in goede
staat verkeert, dat dit ook het geval is van de geassocieerde
Persoonlijke Beschermingen en dat deze compatibel zijn en
correct geplaatst
aanbevelingen van hun respectievelijke handleidingen.
14. Alvorens de in deze handleiding beschreven uitrustingen te
gebruiken, is het noodzakelijk te controleren of geen enkel
voorwerp het traject van de evacuatie hindert en of er geen
risico's bestaan op contact met gevaarlijke voorwerpen.
15. Het is van essentieel belang voor de veiligheid van de
gebruiker dat de uitrusting of het verankerpunt correct
geplaatst is en dat het werk zodanig uitgevoerd wordt dat het
valrisico en de valhoogte tot een minimum verminderd is.
16. Bij een valbeveiligingssysteem is het belangrijk de vrije
hoogte onder de gebruiker op de werkplaats te controleren
vóór elk gebruik, zodat, in geval van een val, er geen risico
bestaat op aanraking met de grond of met een obstakel op
het traject van de val. Raadpleeg de handleiding van de
gebruikte valbeveiliging (F1), van de gebruikte levenslijn (F)
om een minimale
veiligheidsafstand van 1 m toe te voegen.
C
T = F + F1 + 1m
17. In een valbeveiligingssysteem is het belangrijk de vrije
hoogte onder de gebruiker op de werkplaats vóór elk gebruik
te controleren zodanig dat, bij een val, er geen risico bestaat
op aanrakingen met de grond of de aanwezigheid van een
de
obstakel op het valtraject. De doorgangshoogte moet
voldoende zijn.
18. De in deze handleiding beschreven uitrustingen zijn geschikt
voor een gebruik aan temperaturen tussen -35° en 60°.
19. De uitrusting dient in zijn oorspronkelijke verpakking
getransporteerd en opgeslagen te worden.
20. Bij visuele vaststelling van een defect of bij twijfels omtrent
de uitrusting moet deze uitrusting ter zijde gelegd worden om
het gebruik ervan te beletten totdat het opnieuw in staat
gesteld wordt waarna het gebruik ervan schriftelijk door een
bevoegde en opgeleide technicus goedgekeurd moet
worden. Stuur elke uitrusting met beschadigingen of
twijfelachtig materiaal terug naar Tractel SAS of naar de
verdeler.
21. Een periodieke controle van de uitrustingen moet minstens
één keer over een periode van 12 maanden georganiseerd
en gekoppeld zijn, conform
doorgang te krijgen en
L
C
de
een