Gebruiksaanwijzing bij het EPi-Sense-systeem voor geleide coagulatie met VisiTrax
Detectie-elektrodelocatie (model van 1 cm)
3
(1) Distaal nr. 1 Detectie-elektrode = CSK-2030 omhulde pen nr. 1
(2) Distaal nr. 2 Detectie-elektrode = CSK-2030 omhulde pen nr. 2
(3) Coagulatie-elektrode
LET OP: De ingangen van de ECG-recorder moeten van de aarding zijn geïsoleerd.
Als dit niet zo is, bestaat er een verhoogde kans op fibrillatie.
Afb. 8. Detectie-elektrodeafstand in mm
Hulpmiddel van 1 cm
Hulpmiddel van 2 cm
Hulpmiddel van 3 cm
8. Sluit de voedingskabel aan op de connector op het achterpaneel van de generator
(afb. 9, nr. 2) en schakel de generator vervolgens in met de voedingsschakelaar (afb. 9,
nr. 1). Raadpleeg de gebruikershandleiding voor volledige instructies voor het gebruik
van de generator.
Afb. 9. Belangrijkste functies achterpaneel generator
Manipulatie van hulpmiddel voor geleide coagulatie over voerdraad
1. Schuif het onbuigzame uiteinde van de voerdraad in de voerslang in het distale uiteinde
van het hulpmiddel voor geleide coagulatie. Het buigzame uiteinde van de voerdraad
moet zich aan het distale uiteinde van het coagulatiehulpmiddel bevinden (afb. 10).
Afb. 10. Voerdraad en distaal uiteinde van coagulatiehulpmiddel
2. Zet het onbuigzame uiteinde van de voerdraad vast met een Tuohy Borst of
afsluitkraan, zodat het buigzame uiteinde van de voerdraad zich in de gewenste positie
bevindt ten opzichte van het distale uiteinde van het coagulatiehulpmiddel.
3. Voer het hulpmiddel voor geleide coagulatie door de canule op totdat het op de
gewenste coagulatieplaats is gepositioneerd.
Manipulatie van hulpmiddel voor geleide coagulatie over voerdraad
1. Bereid het distale uiteinde van het hulpmiddel voor door de distale tip een lichte
opwaartse buiging te geven zoals in afb. 11 hieronder.
Afb. 11. Voorgevormd distaal uiteinde
2. Plaats de voerdraad op de gewenste coagulatieplaats.
3. Verwijder het torsie-instrument, als dit is bevestigd, van het uiteinde van de voerdraad.
4. Schuif voorzichtig één uiteinde van de voerdraad in de voerslang in het distale uiteinde
van het hulpmiddel voor geleide coagulatie (afb. 10, nr. 1).
5. Schuif het hulpmiddel voor geleide coagulatie verder totdat de voerdraad uit het
handvat van het hulpmiddel voor geleide coagulatie steekt. Bevestig het torsie-
instrument, als dit beschikbaar is, aan het uiteinde van de voerdraad die uit het handvat
van het hulpmiddel steekt.
1
2
2
6. Schuif het hulpmiddel voor geleide coagulatie langs de voerdraad tot het op de
gewenste coagulatieplaats is gepositioneerd met de voerdraad als hulpmiddel voor de
plaatsing.
a)
Gebruik de plaatsbepalingspijltjes (afb. 10, nr. 2) om de richting en de locatie
van de coagulatie-elektrode tijdens het positioneren te visualiseren.
b)
Houd het hulpmiddel op de gewenste plaats totdat het vacuüm is ingeschakeld.
Weefselcoagulatie
1. Zorg ervoor dat alle stappen voor de hulpmiddelopstelling worden uitgevoerd.
2. Kies de bedrijfsmodus voor de generator.
3. Plaats het hulpmiddel op de gewenste plaats met directe visualisatie. Schakel het
vacuüm in door de afsluitkraan te draaien.
4. Zorg voor contact tussen de elektrode en het hartweefsel:
i. Gebruik de plaatsbepalingspijltjes (afb. 10, nr. 2) om de richting en de locatie
van de coagulatie-elektrode te visualiseren.
ii. Het blootgestelde ablatiegebied van de coagulatiespoel wordt aangegeven door
de referentiepuntjes.
iii. Directe visualisatie van het hulpmiddel tegen het hartweefsel na initiatie van het
vacuüm.
iv. Visuele controle van de zoutoplossingsperfusie vanuit de drukloze zak met een
snelheid van circa 1 druppel per seconde door de druppelkamer terwijl het
vacuüm is geïnitieerd.
5. Gebruik de detectie-elektroden als secundair hulpmiddel voor het bevestigen van het
contact met het hartweefsel.
a)
Voorcoagulatie met ingeschakeld vacuüm: controleer de ECG-recorder om de
golfvormen van het hartweefsel te visualiseren.
6. Vul de canule met circa 10 tot 20 ml zoutoplossing of steriel
kamertemperatuur. Zoutoplossing of steriel water kan via de afsluitkraan van de canule
of rechtstreeks via de canule worden toegediend. Zie de gebruiksaanwijzing bij de
canule voor informatie over de afsluitkraanopstelling.
7. Schakel de energie in door het voetpedaal of de knop RF ON/OFF op het voorpaneel
van de generator in te drukken en los te laten. Aan het begin van de RF-cyclus wordt
een geluidssignaal weergegeven.
8. Coaguleer weefsel voor een vooraf bepaalde cyclus.
Hulpmiddelcode
en -grootte
CDK-1411, 1 cm
CDK-1412, 2cm
CDK-1413, 3cm
*Er zijn vooraf automatische cycli ingesteld voor optimale weefselcoagulatie.
9. Wanneer de generator een cyclus voltooit, wordt de RF-energie automatisch
uitgeschakeld en wordt er een pieptoon van 1 seconde weergegeven.
10. Zuig zoutoplossing of steriel water uit de pericardiale holte met behulp van
canuleafzuiging om de zichtbaarheid te verbeteren. Zie de gebruiksaanwijzing bij de
canule voor informatie over de afzuigingsopstelling.
11. Schakel het vacuüm bij het distale uiteinde van het hulpmiddel uit nadat de cyclus
is voltooid door de hendel van de afsluitkraan te draaien.
12. Verwijder het distale uiteinde van het coagulatiehulpmiddel uit het weefsel en kijk of
de laesie is voltooid.
13. Plaats de hulpmiddelelektrode indien gewenst op de volgende gewenste plaats met
behulp van de voerdraad.
a) Controleer nadat het vacuüm opnieuw is ingeschakeld of de perfusiestroom
functioneert door de druppels in de druppelkamer van de infuusslang te
bekijken.
14. Controleer op hartsignalen van de detectie-elektroden.
15. Herhaal stap 3 t/m 11 hierboven indien nodig totdat de gewenste laesies zijn
voltooid.
16. Na voltooiing van de procedure moet het hulpmiddel uit het weefsel worden
verwijderd, moeten alle kabels en slangen worden losgekoppeld en moeten het
hulpmiddel, de slangensets en de kabel worden afgevoerd volgens de plaatselijke
voorschriften en recyclingplannen voor afvoer of recycling van de onderdelen van
het hulpmiddel.
LET OP: Plaatsing en manipulatie van het coagulatiehulpmiddel zonder
voerdraad in de voerslang kan leiden tot knikken in de voerslang.
LET OP: Om onderbreking van het vacuüm of de perfusiestroom te
voorkomen, mogen de slangen van het hulpmiddel tijdens coagulatie van
het weefsel niet afgeklemd blijven.
LET OP: Door grote bloedstolsels
vacuümlumen verstopt raken en daardoor kan de afzuiging worden
beperkt.
LET OP: Om weefselschade te voorkomen: Beweeg het hulpmiddel niet
als het vacuüm is ingeschakeld.
LET OP: Buiging van het hulpmiddel zonder voerdraad in de voerslang
kan leiden tot knikken in de voerslang. Breng de voerdraad niet in een
geknikte voerslang in.
LET OP: Oefen geen kracht op het hulpmiddel voor geleide coagulatie uit
als het distale uiteinde is gebogen, omdat er dan schade aan het
hulpmiddel kan ontstaan en de elektroden kunnen losraken en/of van het
hulpmiddel kunnen afbreken.
LET OP: Visualiseer het distale uiteinde van het hulpmiddel om er zeker
van te zijn dat het geen weefsel afklemt/verstrikt in combinatie met andere
hulpmiddelen, zoals de optionele nContact-canule.
LET OP: Het distale uiteinde van het hulpmiddel met chirurgische
instrumenten in de buurt van de elektrode moet voorzichtig worden
gehanteerd. Knijp niet in de elektrode en klem deze niet af. Gebruik geen
gereedschap op de elektrodespoel en plaats gereedschap uitsluitend op
silicone onderdelen, omdat de elektroden kunnen losraken en/of van het
hulpmiddel kunnen afbreken.
LET OP: Controleer of het hulpmiddel goed is aangesloten. Het
verwisselen van aansluitingen kan leiden tot ontoereikend weefselcontact
1
en verminderde functionaliteit.
LET OP: Tijdelijk ongebruikte actieve elektroden moeten worden bewaard
op een van de patiënt geïsoleerde plaats.
Onderhoud en probleemoplossing
(Zie de gebruikershandleiding bij de radiofrequentiegeneratoreenheid, model CS-3000,
van het nContact-coagulatiesysteem voor extra informatie over systeemonderhoud en
probleemoplossing.)
Nederlands
Gemiddelde laesieomvang
Vermogen
Tijdsduur
Diepte
Watt
seconden
mm
10*
120*
7
25*
60*
6
30*
90*
7
en weefseldeeltjes kan het
LBL-1819-EU Rev. G
water op
Lengte
Breedte
Volume
3
mm
mm
mm
18
10
803
28
9
1085
35
10
1691
8 / 29