Reely SKY Jet Ranger Notice D'emploi page 91

Masquer les pouces Voir aussi pour Jet Ranger:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Eindhoek van de servo instellen
Elke servo kan alleen een bepaalde maximale servoweg uitvoeren en zou bij "overgemoduleerde instelwaarden" van de zender ergens mechanisch op een block uitdraaien.
"Overgemoduleerde servowegen" komen dan tot stand, wanneer afzonderlijke servowegen boven de 100 % worden geprogrammeerd en/of wanneer door diverse meng-
trappen op een servo meerdere stuurbevelen bijgemengd worden. Om te vemijden dat servo's mechanisch op een blockage uitdraaien, kunt u voor elk kanaal individueel
voor elke draairichting de mechanisch maximaal toelaatbare instelbare servoweg beperken.
Voor de instelling van de eindhoek moet u overeenkomstig met de gekozen servo de passende stuurstick in de eindhoeken brengen en de waar-
den met de +/- knop (afbeelding 3, pos. 4) veranderen. De ingestelde servoweg moet voor de eerste vliegpogingen op 100 % ingesteld blijven.
Triminstellingen
Met deze functie kunt u de middenpositie voor het rollen (CH 1), nicken (CH 2), motortoerental (CH 3) en ook het gieren (CH 4) justeren. Deze fijninstelling kan ook tijdens
de vlucht gebeuren, om de helikopter beter te stabiliseren. Opdat u niet tijdens de vlucht de gebruikelijke programmering moet uitvoeren, kunt u in deze functie direct stap-
pen, als u een van de vier trimschuifschakelaars (afbeelding 1, pos. 7, 8, 16 en 17) gebruikt. Via de trimschuifschakelaar gebeurt de verandering in stappen van vier.
Duw op de select-knop (afbeelding 3, pos. 7), om het kanaal te kiezen.
Met de +/- knop (afbeelding 3, pos. 4) stelt u de passende waarde in.
Normaal-gaskurve instellen
Met de gaskurve stelt u in, hoeveel vermogen de motor met betrekking tot stuurknuppelpositie voor de pitch afgeeft. De gaskurve bezit 5 punten, die onafhankelijk van elkaar
kunnen worden ingesteld. Punt 1 staat voor pitch = 0°, punt 5 voor maximale pitch (stuurknuppel geheel naar boven geduwd), de andere punten geven de tussenwaarden
aan (2 = 25 %, 3 = 50 %, 4 = 75 %). De normaalgaskurve is geactiveerd, als de omschakelaar normaal-/kunstvlucht (afbeelding 1, pos. 19) op "normaal" is ingesteld.
Duw op de select-knop (afbeelding 3, pos. 7), om het in te stellende punt te selecteren.
Met de +/- knop (afbeelding 3, pos. 4) stelt u de gewenste waarde in.
Neem hiervoor ook de aanwijzingen en de tabel "zweefvlucht/normale vlucht" op pagina 93 in acht.
Normaal-pitchkurve instellen (instelhoek van de rotorbladen)
Met de pitchkurve stelt u in, hoe krachtig de hoofdrotorbladen worden ingesteld met betrekking tot de positie van de stuurknuppel voor de pitch. De pitchkurve bezit 5
punten, die onafhankelijk van elkaar kunnen worden ingesteld. Punt 1 staat voor minimale pitch (stuurknuppel geheel naar beneden getrokken), punt 5 voor maximale
pitch (stuurknuppel geheel naar boven geduwd), de andere punten geven de tussenwaarden aan (2 = 25 %, 3 = 50 %, 4 = 75 %). De normaalpitchkurve is in actie, als
de omschakelaar normaal-/kunstvlucht (afbeelding 1, pos. 19) op "normaal" is ingesteld. Ter controle van de instelwaarden aan het model moet passend bij het gekozen
punt van de pitchkurve ook de stuurstick in positie worden gebracht (punt 1 = stick geheel naar beneden, punt 2 = tussenpositie stick geheel naar achteren/stick midden;
punt 3 = stick midden etc.).
Duw op de select-knop (afbeelding 3, pos. 7), om het in te stellende punt te selecteren.
Met de +/- knop (afbeelding 3, pos. 4) stelt u de gewenste waarde in.
Respecteer hiervoor ook de aanwijzingen en de tabel "zweefvlucht/normale vlucht" op pagina 93.
Kunstvlucht-gaskurve instellen
Bij de kunstvlucht zijn alle andere instellingen voor gas (motortoerental) en pitch noodzakelijk zoals voor de normale vlucht. Met de gaskurve stelt u in, hoeveel vermogen
de motor met betrekking tot de positie van de stuurknuppel voor de pitch afgeeft. De gaskurve bezit 5 punten, die onafhankelijk van elkaar kunnen worden ingesteld. Punt
1 staat voor de hoogste negatieve waarde van de pitch (stuurknuppel geheel naar onderen getrokken), punt 5 voor de hoogste positieve waarde van de pitch (stuurknuppel
volledig naar boven geduwd), de andere punten geven de tussenwaarden aan. De kunstvlucht-gaskurve is geactiveerd, als de omschakelaar normale vlucht-/kunstvlucht
(afbeelding 1, pos. 19) op "IDLE-UP" is ingesteld.
Na de keuze van deze functie verschijnt het hiernaast getoonde display.
Als u op de +/- knop (afbeelding 3, pos. 4) naar boven duwt, wordt de functie ingeschakeld, om dan de afzonderlijke instelwaarden te kunnen
wijzigen.
Duw op de select-knop (afbeelding 3, pos. 7), om het in te stellende punt te selecteren.
Met de +/- knop (afbeelding 3, pos. 4) stelt u de gewenste waarde in.
Neem hiervoor ook de aanwijzingen en de tabel "gewone kunstvlucht/extreme kunstvlucht" op pagina 93 in acht.
89

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

20 71 00

Table des Matières