9. Display en programeertoetsen
a) Overzicht
Het hier getoonde display ver-
schijnt na de inschakeling van de
afstandbediening.
1
Modus-knop voor de keuze van de
afzonderlijke menupunten
2
Indicator voor de modelnaam – max. 4
tekens alfanumeriek (bijv. B. MDL1)
3
Indicator voor de gekozen soort modula-
tie
4
+/- knop voor de wijziging van de instel-
waarden
5
Indicator voor de actuele werkspanning
van de zender
6
Indicator van het gekozen geheugennum-
mer
7
Select-knop voor de keuze van submenu-
punten
8
Throttle Cut – knop voor het afstellen van
de aandrijfmotor
b) Verklaring van de werkingsindicatoren (niet voor programmering)
Modelbenaming (afbeelding 3, pos. 2) en modelnummer (afbeelding 3, pos. 6)
De afstandbediening kan worden voorgeprogrammeed voor ruim 6 vliegmodellen. Zo moet u niet iedere keer, wanneer u met een ander model wilt vliegen de afstandsbe-
diening opnieuw programmeren. Bij de inschakeling verschijnt de benaming en het nummer van het actueel ingestelde model.
Vooraleer u begint te vliegen, moet u er zeker van zijn dat het correcte model is ingesteld op de afstandsbediening. Met de waarden voor een
ander model kan uw gebruikt vliegmodel anders neerstorten.
Noteer het best welk vliegmodel u onder welke benaming en welk nummer in de afstandbediening hebt geprogrammeerd. Kleef deze aantekening bijv. op
de achterkant van de afstandsbediening.
Spanningsindicator (afbeelding 3, pos. 5)
De actuele spanning van de geplaatste batterijen resp. accu's wordt aangegeven:
9,5 V of meer: Er is genoeg spanning aanwezig.
9,4 V of minder: Vervang eerst de batterijen of laad de accu's op, vooraleer u begint te vliegen.
8,9 V of minder: U hebt minder dan 10 minuten tot de afstandsbediening uitvalt wegens te geringe spanning. Zet onmiddellijk de veilige landing op touw en vervang de
batterijen of laad de accu's op.
8,5 V: Bij een spanning van 8,5 V hebt u ten hoogste nog ongeveer 4 minuten de tijd om veilig te landen, vooraleer de afstandsbediening
uitvalt. Daarbij knippert op het display een batterijsymbool en de afstandsbediening wijst met een alarm op de gevaarlijke situatie.
Alarmmelding bij ingeschakelde mengtrappen
Deze indicator verschijnt bij de inschakeling van de zender en daarenboven weerklinkt een waarschuwingsgeluid, als de schakelaar "constant-
toerental" (afbeelding 1, pos. 5) en/of de vliegtoestandsomschakelaar geactiveerd zijn voor de normale resp. kunstvlucht (afbeelding 1, pos. 19).
Beide functies moeten eerst worden uitgeschakeld, zodat de zender naar de normale werkingsmodus wordt teruggezet.
Alarm gegevensverlies
Wanneer in het werkgeheugen van de afstandsbediening de voor het vliegen noodzakelijke gegevens verloren zijn gegaan, dan verschijnt het
hiernaast getoonde display. Schakel de afstandsbediening uit en opnieuw in, om de gegevens opnieuw te laden. Daarbij wordt telkens het geheu-
gennummer van 1 tot 6 getoond, waarvoor de gegevens op dat moment worden hersteld. Schakel tijdens dit proces de afstandsbediening in
geen geval uit, omdat het herstel van de gegevens anders wordt afgebroken. Zodra er geen geheugennummer meer wordt aangegeven, kunt u
de afstandsbediening uit- en opnieuw inschakelen.
80
afbeelding 3