Aansluiting Van Vlotters Of Niveauvoelers; Aansluiting Dieptesensor; Afbeelding 34: Ingangen; Afbeelding 35: Aansluiting Dieptesensor - DAB E.Box Plus Instructions Pour L'installation Et La Maintenance

Door indicaties op het display (indien aanwezig). In dit geval is het ook mogelijk de alarmenhistorie te bekijken.
•
Als de voeding van het paneel is uitgeschakeld, zijn Q1, Q2 en Q3 dicht en signaleren ze dus een alarm.
7.5

Aansluiting van vlotters of niveauvoelers

Er kunnen 2 of 3 controle-ingangen worden gebruikt, die als volgt moeten worden aangesloten:
Systeem met 2 vlotters of niveauvoelers: in dit geval moeten de ingangen B en C worden gebruikt. De klem A moet vrij worden
•
gelaten. De vlotters in het vat moeten worden verbonden zoals op Afbeelding 31. Voor de elektrische installatie, zie Afbeelding 34
Ingangen.
Systeem met 3 vlotters of niveauvoelers: in dit geval moeten de ingangen A, B en C worden gebruikt. De vlotters in het vat moeten
•
worden verbonden zoals op Afbeelding 31: installatieschema voor ontwatering. Voor de elektrische installatie, zie Afbeelding 34
Ingangen.
Gemeenschappelijk contact van de ingangen. Het gemeenschappelijke contact is er één voor alle ingangen. Het is verbonden
met de even klemmen van 2 tot 10. Daarom, als er niveauvoelers of elektrische voelers worden gebruikt, moet het
gemeenschappelijke contact voor de ingangen A, B, C, R, N dus worden aangesloten op de klemmen met even nummers: 2, 4,
6, 8, 10.
Niveauvoelers: gebruik deze alleen met helder, schoon water.
7.6

Aansluiting dieptesensor

De E.Box kan als controle-apparaat een dieptesensor gebruiken. Als er een E.Box met display wordt gebruikt, kunnen de alarmen vanwege een
te hoog of te laag niveau worden gelezen door de dieptesensor. Het is dus niet nodig vlotters of niveauvoelers te verbinden met de ingangen R
of N. Voor de grootste betrouwbaarheid kunnen behalve de dieptesensor ook 2 vlotters of niveauvoelers worden gebruikt voor de alarmen R en
N.
De dieptesensor moet in de buurt van de tankbodem worden geplaatst, waarbij moet worden gezorgd dat hij boven eventuele, al aanwezig of
toekomstige, vaste residuen of vuil zit.
LET OP: door onjuiste bedrading van de sensor kunnen het apparaat en de sensor beschadigd raken.
NEDERLANDS

Afbeelding 34: Ingangen

Aansluitingen van de dieptesensor
Klem
11
12

Afbeelding 35: Aansluiting dieptesensor

264
4 – 20mA
Aan te sluiten kabel
- OUT/GND
+V gelijkstroom