5.12
Activering van de groep
Om de groep te activeren moeten de pompen worden ingeschakeld. Tijdens de eerste configuratie zijn de pompen voor de
veiligheid uitgeschakeld en staan ze op OFF. Om naar de automatische modus te gaan, volstaat het om de toetsen
de pompen P1 en P2 in te drukken. Dit wordt weergegeven op Afbeelding 15 Inschakeling van P1 en P2.
5.13
Regeling van de nominale stroom van de pompen (Imax), setpoint (SP) en verschildruk voor herstart (DP)
Plaats de wijzers met een rechte schroevendraaier in het midden van de schaalverdelingen, zoals op afbeelding 16 Regeling: Imax, SP en DP,
zodat:
Imax de nominale stroom van de geïnstalleerde pompen aangeeft, deze staat vermeld op het plaatje van de pompen.
•
SP het gewenste setpointdruk aangeeft.
•
DP de drukvariatie is, in een percentage van het setpoint, die nodig is om de pompen te laten starten.
•
Let erop dat de verschildruk voor herstart berekend wordt als SP * DP. Als het setpoint 4 bar is en DP is 50%, is het drukverschil
RP 2 bar.
5.14
Werking van het systeem
Drukschakelaars:
De bedrijfslogica is als volgt:
P1
P2
Drukschakelaar verbonden met ingang B schakelt Pomp 1 in en uit
•
Drukschakelaar verbonden met ingang C schakelt Pomp 2 in en uit
•
Afbeelding 15: inschakeling P1 en P2
Afbeelding 16: Regeling: Imax, SP en DP
Werking drukopbouw met drukschakelaars
Starten
Drukschakelaar B = GESLOTEN
Drukschakelaar C = GESLOTEN
Tabel 2: Werking drukopbouw met drukschakelaars
NEDERLANDS
Stoppen
Drukschakelaar B = OPEN
Drukschakelaar C = OPEN
252
van