32
Vergrendeling instellen
1-vleugelige deur
• Slotsectie naar het verticale kozijn toe schuiven.
Renovatievloerrail
• Bovenste sluitbout en onderste slotstand (311) gelijklig-
gend met de vergrendelingselementen (610/611) instellen.
AANWIJZING:
boven:
- Verticale verstelling:
2 schroefverbindingen (027) losdraaien.
- Horizontale verstelling:
zeskantmoer (026) aan de sluitbout losdraaien.
onder: - Verticale verstelling:
schroefverbinding voor slotstand (311) losdraaien.
U-profielvloerrail
• Bovenste en onderste sluitbout gelijkliggend met de ver-
grendelingselementen (610/611) instellen.
AANWIJZING:
- Verticale verstelling:
2 schroefverbindingen (027) losdraaien.
- Horizontale verstelling: zeskantmoer (026)
aan de sluitbout losdraaien.
33
Vergrendeling instellen
2-vleugelige deur
• Beide slotsecties naar het midden toe schuiven.
• Bovenste en onderste sluitbout gelijkliggend met de ver-
grendelingselementen (610/611) instellen.
AANWIJZING:
- Verticale verstelling: zeskantmoer (026) aan de
sluitbout losdraaien.
- Horizontale verstelling: twee zeskantmoeren
(027) losdraaien en de bouthouder (670) indien
nodig verschuiven.
• Gelijkmatige sluitprocedure van binnen controleren.
34
Aanslaglijst voor zijafdichting monteren
• Deur volledig sluiten en evt. vergrendeling laten vastklikken.
• Van buiten de maat van de muurkant tot de klemlijst van de
verticale borstel bepalen.
• Deur volledig openschuiven en de aanslaglijst met de vast-
gestelde maat min 5 mm als afstandsmaat bevestigen.
AANWIJZING:
Aanslaglijst op de vloer laten staan, in het midden
de profielen over elkaar leggen tot de uitsteek-
afstand aan de bovendorpel minstens tot aan de
bovendorpelafdichting reikt.
Bevestigingsschroeven met zo plat mogelijke kop
gebruiken.
• Hoekafdichting (202) onderaan tussen wand en aanslaglijst
(320) klemmen en helemaal naar onderen schuiven
• Onderste en bovenste hoekafdichting (202) aanpassen.
De betreffende vezelbundels met een schaar zodanig ver-
korten dat ze de secties nog slechts lichtjes raken en hier-
bij niet volledig omgeknikt worden.
SST
35-37
Deurbekleding op maat snijden
en monteren
VOORZICHTIG: Bij het op maat snijden en beves-
tigen van de deurbekleding absoluut de afstand
conform afbeelding 36 of de hoeken conform
afbeelding 37 in acht nemen
(= vingerbescherming bij het sluiten van de deur).
lET OP:
- Maximale bekledingdikte
(afhankelijk van bestelling)
tot 20 mm of 21 – 30 mm.
- Deursectie moet bij het openschroeven van de
bekleding effen liggen.
• Deurbekleding volgens afbeeldingen 35 tot 37 op maat
snijden.
• Bekleding aan de zijdelingse einden telkens 30° afschui-
nen (afbeelding 37) of tussen de einden een afstand van
16 mm in acht nemen (afbeelding 36).
• Deurbekleding horizontaal aan de aluminium eindprofielen
volgens afbeelding 35 (=verticale doorsnede) bevestigen.
• Deurbekleding verticaal aan de aluminium zijprofielen vol-
gens afbeelding 36 en 37 (= horizontale doorsnede) beves-
tigen.
38
Dekvloeraansluiting met afvoergoten
(alleen U-profielvloerrail)
AANWIJZING: Wanneer de dekvloer wordt aan-
gebracht, dienen de afvoergoten hierin te worden
verwerkt.
• Goten ter hoogte van de uitsparingen in de vloerlooprail in
de dekvloer verwerken.
AANWIJZING: De bovenkant van de dekvloer dient
aan de buitenkant ca. 10 mm onder de bovenkant
van de vloerlooprail te liggen.
• Vloerlooprail en goten ontdoen van vervuilingen.
lET OP: Bij het aanbrengen van de vloer de
vloerlooprails volledig (zonder luchtinsluitingen)
opvullen.
W123004-01/11
71 (156)