11
looprailhouders bevestigen
• Aan de hand van het aantal aanwezige houders en looprail-
verbindingen de bevestigingspunten voor looprailhouders
(4) markeren aan kozijnbovendorpel en zijwand.
AANWIJZING: Let op gelijke afstanden. Maximale
afstand = 700 mm.
In de buurt van de looprailverbindingen en bij de verbin-
dingsnaad van de beide helften van de poort (2-vleugelige
poort) hoeft geen looprailhouder te worden aangebracht.
• Pluggaten voor looprailhouders boren.
• Alle looprailhouders op de bovenste hulplijn uitrichten en
bevestigen. Schroeven voorlopig maar licht vastdraaien.
AANWIJZING: Let op verschillende bevestigings-
wijzen:
- Bevestiging aan de zijwand (afbeelding 11.1).
- Bevestiging aan kozijnbovendorpel met
opname voor afdichting kozijnbovendorpel
(afbeelding 11.2).
- Bevestiging aan het plafond (afbeelding 11.3).
12-16
Bovenste looprails bevestigen
• Bovendorpellooprailbocht (510) met looprailhouders (520)
vastschroeven. Afstanden tot zijwand en bovendorpel vol-
gens de volgende tabel instellen.
wandafstand "A" (mm)
Model
bekle-
dings-
dikte
Topline, -classic,
-style, -trend, -flair
alu-frame-
constructie
- Plaatbekleding,
11
1-wandig
- Houtbekleding
16
- visgraat, cassettes
22
- bekledingsdikte max.
35
AANWIJZING:
In het zijwandbereik kan de platkopschroef (030) van
boven naar onderen ingestoken worden.
• Van de bochten uitgaand de looprails in het bovendorpel-
en zijwandbereik monteren..
AANWIJZING:
Bij deuren met rechte inloop (zonder bocht) moet met de
montage aan het verticale kozijn begonnen worden
• Bovendorpellooprail (510) bevestigen (afbeelding 12).
• Looprailverbindingen met klemdelen (525) verstevigen.
• Bovendorpellooprailverlenging (500, afbeelding 14) in het
zijwandbereik monteren (zoals afbeelding 12).
• Wandafstand „A" volgens tabel instellen en bovendorpel-
looprails gelijkliggend uitlijnen.
Voor het instellen van de wandafstand de montagehulp (50)
gebruiken (afbeelding 16).
• Alle klemdeelschroefverbindingen (030, 026) vastdraaien.
• Bovendorpellooprails op de maat „ZLH" (kozijndaghoogte)
volgens de bijgeleverde tabel instellen en zorgvuldig hori-
zontaal uitlijnen.
SST
kozijn-
zijwand
boven-
standaard scharnier- dubbele-
dorpel
console
bocht
47
47
52
47
57
67
47
57
67
52
57
77
57
67
77
.
• Bij de 2-vleugelige deur de maat „ZLH" (kozijndaghoogte)
met behulp van de hulpsteun instellen. Hiervoor de hulp-
steun met de daarvoor bestemde uitsparingen tussen de
bovendorpel- en vloerlooprail plaatsen (afbeelding 16).
• Bovendorpellooprailbevestigingsschroeven bij bovendorpel
en zijwand vastdraaien.
• Schroefverbinding van het bovenste verbindingsdeel (525)
met het verticale kozijn (301) vastdraaien (afbeelding 14).
AANWIJZING: de looprailhouders kunnen door de
boringen ø 8,5 bijkomend bevestigd worden.
17
Bovendorpelafdichting monteren
• Klemlijsten (340) met behulp van de verbindingsplaat (345)
verlengen en vastschroeven.
• Hoekafdichting (202) aan de bochtzijde aan de klemlijst
monteren.
• Klemlijst in de opnames (570) inbrengen.
• Bovendorpelafdichting insnijden en klemhaken (570A)
ombuigen.
18
Aanslagbuffer, deurstopper monteren
• Rubberen buffer aan de juiste zijde vastzetten.
• Aanslagbuffer aan het bovendorpelloopraileinde bevestigen
(afbeelding 18).
2-vleugelige deuren:
• Deurstopper (550) aan het stootpunt van de beide deur-
helften monteren.
19-20
Horizontale borstels monteren
57
Deuren in zelfdragende staalplaatconstructie
(afbeelding 19)
• Borstel (201) aan de onderkant van de deur inbrengen, tot
57
aan de aanslag resp. tot aan het einde van het opname-
profiel doorschuiven en op lengte snijden. Uitsteekafstand
57
over de opnameprofielen ca. 5 mm
57
• Daarna beide einden van het opnameprofiel tegen het weg-
67
glijden van de borstel voldoende indrukken.
Deuren in aluminium frameconstructie
(afbeelding 20)
• Borstel conform de betreffende sectie op de nodige lengte
snijden, in geval van twijfel ca. 1 cm toevoegen.
• Conform afbeelding 20.1 in de kunststof afdekking van bin-
nen naar buiten inbrengen.
• De kunststof afdekking een beetje optillen en de borstel tot
aan het andere einde doortrekken.
• Borstel in de richting van het midden van de sectie tot aan
de aanslag in de opname doorschuiven, evt. het uitstekende
deel van de borstel afsnijden, de afdekking moet opnieuw
vastklikken.
21
Grijpbescherming monteren
AANWIJZING:
de lengte van de grijpbeschermingsprofielen (210)
is afhankelijk van het sectietype (slot-, midden- of
eindsectie).
W123004-01/11
69 (156)