Cardo Door SST Mode D'emploi page 68

Bij vloeren die al klaar zijn (oudere bouwwerken) dient de
vloerlooprail in de vloer te worden ingebed of dient er een
renovatie-vloerlooprail te worden gemonteerd.
De looprails (bovendorpellooprails en vloerlooprails) voor de
bovendorpel en de voorkant zijn gekenmerkt met een witte
sticker.
AANWIJZING: Bij poorten met een renovatie-vloer-
looprail, een dubbele bocht, een scharnierconsole
of bij poorten met twee vleugels dient te worden
gelet op extra bijzonderheden. Indien nodig wordt
hierop in de tekst gewezen.
Bevestigingsmateriaal
Pluggen en bevestigingsschroeven met ringen gebruiken die
passen bij de toestand van het metselwerk – schroefdiameter
tenminste 8 mm.
4
Montage U-profielvloerrail
• Anker (144) aan de vloerloopraildelen bevestigen.
• Vloerlooprails plaatsen, de rails voor het frontbereik zijn
met een witte sticker gemarkeerd.
• Vloerlooprail-bocht (142) buigen en indien nodig met een
draad in de juiste buiging houden (afbeelding 5.3).
• Vloerlooprails (140), vloerlooprail-bocht (142) en vloerloop-
railsverlengingen (143) vastschroeven aan de verbindings-
delen (145).
AANWIJZING:
- Bij erg brede poorten dienen op dezelfde wijze
verlengingen voor de vloerlooprails te worden
aangesloten.
• Met de waterpas het hoogste punt van de ruwe vloer bepalen.
• Vloerlooprail waterpas leggen door er overeenkomstig
compensatie onder te leggen – niet vastpluggen!
5-6 Montage renovatievloerrail
(bijkomend)
lET OP:
- Grove oneffenheden in de vloeropbouw moeten
voor de montage van de renovatievloerlooprail
gecompenseerd worden.
- De vloer mag in de zone van de verlenging niet
meer dan 0,5 cm stijgen.
• Vloerloopraildelen afhankelijk van de inbouwsituatie con-
form afbeelding 5 plaatsen.
AANWIJZING:
- Bij deuren met grote breedte moet de vloerloop-
rail (130) uit meerdere delen samengesteld wor-
den. Hiervoor verbindingsdeel (131) voorzichtig
tot aan de aanslag in de kopzijde inbrengen en
daarna het volgende vloerloopraildeel op dezelf-
de manier aanvoegen.
• Houder (111) aan de hand van het voorhanden aantal over
de vloerlooprailverlenging verdelen en erop schuiven.
• Houders (110, 112) op de vloerlooprailverlenging (120) ste-
ken en vastklikken.
• Vloerlooprailbochtsegmenten (113) volgens afbeelding 6
aan elkaar voegen en laten vastklikken.
• Het aansluitdeel (114/115) bij het bochtbegin op dezelfde
manier aanbrengen.
68 (156)
AANWIJZING:
- Bij poorten zonder bocht wordt het aansluitdeel
(114/115) aan het begin van de vloerlooprailver-
lenging (120) aan de houder (110, 112) aange-
bracht.
• Vloerlooprails (130), vloerlooprailbocht en vloerlooprailver-
lengingen (120) samenvoegen en vastklikken.
• Aan de bochtbuitenkant indien nodig de extra vloeranker
(116) in de bochtsegmenten (113) inhangen
• De vloerlooprail nog niet vastpluggen!
7
Voorbereidingen voor de montage
van de looprailhouders
• Vloerlooprails op ca. 50 mm ten opzichte van de kozijn-
bovendorpel en de zijwand uitrichten en beveiligen tegen
verschuiven.
• De montagehulp (360) op het kozijn steken en dit net als in
afbeelding 6 op de vloerlooprail plaatsen.
AANWIJZING: Bij een 2-vleugelige poort in plaats
van het kozijn de meegeleverde hulpstut gebruiken.
• Markeringen voor de pluggaten (X) en bovenkant looprail-
houder (Y) aanbrengen.
• De markeringen tot twee horizontale lijnen aan de kozijnbo-
vendorpel en aan de zijwanden verbinden.
AANWIJZING: Bij een bovendorpelhoogte van min-
der dan 60 mm moet de looprail aan het plafond
worden bevestigd. Afstand van de bevestigingsbo-
ringen tot de kozijnbovendorpel zie afbeelding 9.3.
8-9
Kozijn opstellen
(alleen 1-vleugelige poort)
VOORZICHTIG: Verticaal kozijn bij het opstellen
beveiligen tegen omvallen.
Renovatievloerrail (8):
• Verbindingsdeel onder (309/310) met beide zijden tot een
afstand van ca. 3 mm in de voorkant van de vloerlooprail
inbrengen.
• Verticaal kozijn (301) opstellen en met verbindingsdeel
onder (309/310) vastschroeven.
Schroefverbinding met gatenrij B.
U-profiel-vloerrail (9):
• Verticaal kozijn (301) opstellen en met verbindings-
deel onder (160/161) en vloerlooprail vastschroeven.
Schroefverbinding door gatenrij B. De schroef (029) moet
op dezelfde hoogte van de inkerving C liggen.
10
Kozijn bevestigen
(alleen 1-vleugelige poort)
• Kozijn verticaal en gelijk met het dagstuk uitrichten.
• Verticaal kozijn bevestigen (detail 8.1).
• Bovenste verbindingsdeel (350/351) en muurhoek
(390/391) aan het kozijn bevestigen.
AANWIJZING: Schroefverbinding via gatenreeks A
of B net als bij het onderste verbindingsdeel.
W123004-01/11 SST