Télécharger Imprimer la page

Inbouw Van Het Airconditioningsysteem Bij Krappe Ruimte; Verdeling Van Koude Lucht En Circulatie-Retourgeleiding; Verdeling Van Koude Lucht; Circulatie-Retourgeleiding - Truma Saphir comfort IR Instructions De Montage

Masquer les pouces Voir aussi pour Saphir comfort IR:

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 23
Inbouw van het airconditioningsysteem
bij krappe ruimte
Voorbereiding
Afbeelding B
Haal het inbouwmateriaal en de afstandsbediening uit de
bergvakken (a en b) van het apparaat.
Afbeelding C
De spanbanden openen en de 4 bevestigingsstrips
verwijderen.
1. Afbeelding C
Leg de inbouwsjabloon in de bergruimte en zet hem vast. Te-
ken de bevestigingsgaten voor de 4 bevestigingsstrips opzij (3)
en de 2 hoeksteunen (2) voor en achter aan (pootje moet naar
buiten wijzen!).
2. Markeer de vloeropening „LE" voor de toevoer van
lucht, „LA" voor de afvoer van lucht en „KO" voor de
condenswaterafvoer.
3. De inbouwsjabloon verwijderen en de openingen „LE",
„LA" en „KO" boren of uitzagen. Vervolgens de snijkanten van
de openingen in de voertuigvloer met tectyl behandelen.
Vóór het boren altijd op erachter liggende of verborgen
gelegde kabels, gasleidingen, chassisdelen of dergelijke
letten!
4. De 4 bevestigingsstrips opzij (3) met elk 2 schroeven en de
2 hoeksteunen (2 – pootje moet naar buiten wijzen!) met elk
3 schroeven vastzetten.
Het airconditioningsysteem moet rondom met de bij-
geleverde strips worden bevestigd om het onbedoeld
wegglijden bij krachtige bewegingen (bijv. sterk remmen) te
vermijden.
5. De aansluitmond (11) voor de condenswaterafvoer (KO) van
bovenaf aanbrengen.
6. Voer de twee spanbanden (4) door de 4 bevestigingsstrips (3),
zoals weergegeven in de afbeelding (met de tekst van de
spanband naar de vloer). Plaats het airconditioningsysteem in
de bergruimte en bevestig het met de beide spanbanden (4).
Let er daarbij op dat de spanbanden in de daarvoor bedoelde
uitsparingen van het apparaat liggen. De spanbanden (4) vol-
gens de afbeelding door de gesp (6) halen en strak trekken.
Let er bij de montage van het apparaat absoluut
op dat de aansluitmond (11) van de condenswa-
terafvoer zich in de uitsparing van de bodem van het
apparaat bevindt. Anders bestaat het risico dat er wa-
ter in de binnenruimte terechtkomt! Om een correcte
luchtcirculatie te waarborgen, moeten de openingen
in de bodem van het apparaat en de vloer exact boven
elkaar komen te liggen. Als dit niet in acht wordt ge-
nomen, is een correcte werking van het apparaat niet
gewaarborgd!
7. De aansluitmond (11) voor de condenswaterafvoer rondom
van onderen met carrosseriekit afdichten.
8. Bevestig de beide vloerroosters (5) voor „LE" en „LA" met
geschikte schroeven of klemmen (niet bijgeleverd) van onde-
ren tegen de bodem van het voertuig.
Verdeling van koude lucht en circulatie-
retourgeleiding

Verdeling van koude lucht

Op elk van de drie koudeluchtuitlaten van het apparaat
(7, 8 + 9) moet een koudeluchtbuis KR 65 Ø 65 mm (10) met
ten minste één uitlaat worden aangesloten.
Schuif de koudeluchtbuizen (10) in de koudeluchtuitlaten van
het apparaat en leg ze naar de luchtuitlaatventielen. Als ac-
cessoire biedt Truma ten behoeve van de geluiddemping een
geluiddemper voor montage in het koudeluchtsysteem aan
(art.-nr. 40040-60100).
Als uitlaat die de gekoelde lucht in het interieur van het
voertuig blaast, zijn het zwenkbare eindstuk SCW 2 (zwart –
art.-nr. 39971-01 of beige – art.-nr. 39971-02), het eindstuk
EN-O (art.-nr. 40171-07) met de lamelleninzet LA (art.-nr.
40721-01/02/03/04/05) of de rechthoekige ventilatieope-
ning RL (art.-nr. 40280-01) met het aansluitstuk ANH (art.-nr.
40290-02) geschikt.
Belangrijke opmerkingen
De koudeluchtverdeling wordt voor elk type voertuig individu-
eel modulair ontworpen. Daarvoor is een uitgebreid accessoi-
res-programma beschikbaar.
Om een optimale koelcapaciteit te bewerkstelligen adviseren
wij:
– de koudeluchtbuizen zo kort en zo recht mogelijk naar de
luchtuitlaatventielen te leggen,
– in totaal maximaal 15 m koudeluchtbuis voor de koude-
luchtverdeling te gebruiken,
– de langste koudeluchtbuis (max. 8 m) met de rechter kou-
deluchtuitlaat (9) te verbinden, omdat deze het hoogste
luchtdebiet heeft,
– om de vorming van condenswater te voorkomen de koude-
luchtbuizen niet in de buurt van warmtebronnen (bijv. voe-
dingen of achter de koelkast) te leggen.

Circulatie-retourgeleiding

De omgevingslucht wordt door het apparaat weer aangezo-
gen, hetzij door een extra luchtrooster (1 – accessoire, art.-nr.
40040-29200), bijv. in de wand van de bergruimte, of via
meerdere kleinere openingen met een totale oppervlakte van
min. 300 cm².
Belangrijke opmerking
Voor een correcte luchtuitwisseling moet de ventilatie van het
interieur van het voertuig naar de inbouwruimte in de directe
nabijheid van het apparaat worden aangebracht. Eventueel
moeten er afdekkingen worden aangebracht zodat de recircu-
latie van de omgevingslucht niet door opgeborgen voorwer-
pen nadelig kan worden beïnvloed.
Als montage in de directe nabijheid niet mogelijk is,
biedt Truma als accessoire een flexibele binnenluchtaan-
zuiging (art.-nr. 40090-59100) aan.
53

Publicité

loading