Fitting (1) weer in de koplampbehuizing
drukken.
● Motorkap sluiten. (
14.4)
14.16 Zekeringen
Brandgevaar!
De zekeringen mogen nooit met
een draad of folie worden
overbrugd.
Plaats nooit een zekering met een
andere dan de voorgeschreven
capaciteit (ampère).
Als er binnen korte tijd weer een
zekering doorbrandt, is een defect
(bijvoorbeeld kortsluiting) de
mogelijke oorzaak.
Neem contact op met een
vakhandelaar. STIHL beveelt
hiervoor de STIHL vakhandelaar
aan.
Steekzekering controleren:
● Schakel de verbrandingsmotor
uit. (
12.3)
● Trek de handrem aan. (
0478 192 9910 A - NL
● Neem de sleutel uit het contactslot en
bewaar deze op een veilige plek.
● Open het accuvak. (
Verwijder de steekzekeringen (1, 2).
Inspecteer visueel of de draad in de
kunststof (3) beschadigd (doorgebrand) is.
Vervang beschadigde zekeringen.
Oplaadvoorziening (1): 15 A
Elektrisch systeem (2): 10 A
● Sluit het accuvak. (
Hoofdzekering controleren:
Nominale stroomsterkte:
150 ampère
● Schakel de verbrandingsmotor
uit. (
12.3)
● Trek de handrem aan. (
● Neem de sleutel uit het contactslot en
bewaar deze op een veilige plek.
● Open het accuvak. (
8.12)
14.17)
Trek de afdekking (1) los. Inspecteer
visueel of de draad (2) beschadigd
(doorgebrand) is. Bij een beschadigde
draad moet de zekering (3) door een
vakhandelaar worden vervangen. STIHL
beveelt hiervoor de STIHL vakhandelaar
aan.
Breng de afdekking (1) weer aan.
● Sluit het accuvak. (
14.17)
14.17 Accuvak
● Verbrandingsmotor uitschakelen.
(
● Handrem aantrekken.(
● De contactsleutel eruit trekken en op
een veilige plek bewaren.
● Bestuurdersstoel naar het midden
8.12)
plaatsen.
14.17)
14.17)
12.3)
8.12)
151