– gazononderhoud op dakbeplantingen,
– het egaliseren van
bodemoneffenheden, zoals
molshopen,
– voor het transporteren van maaigoed.
U mag met de machine niet aan het
verkeer deelnemen.
Het vervoer van personen (met name van
kinderen) en dieren is niet toegestaan.
Voorwerpen mogen niet op het apparaat
maar uitsluitend met behulp van een door
STIHL goedgekeurde aanhanger
(accessoire) worden vervoerd. De
laadgrenzen moeten worden
aangehouden. (
12.8)
Bij het gebruik op openbare terreinen,
parken, sportvelden, langs wegen en op
land- en bosbouwbedrijven moet u
bijzonder behoedzaam te werk gaan.
De machine mag niet worden gebruikt bij
sport- en wedstrijdevenementen.
Om veiligheidsredenen is het verboden
wijzigingen aan het apparaat aan te
brengen, behalve vakkundige montage
van toebehoren en combi-apparaten die
door STIHL zijn goedgekeurd. Bovendien
heeft dit tot gevolg, dat uw garantie vervalt.
Neem voor informatie over goedgekeurde
toebehoren en combi-apparaten contact
op met uw STIHL vakhandelaar.
Vooral elke wijziging aan het apparaat
waardoor het vermogen, het toerental van
de verbrandingsmotor of de rijsnelheid
wordt veranderd, is verboden.
Het apparaat is uitgevoerd met elektronica
die niet mag worden gewijzigd of
verwijderd.
De apparaatsoftware mag om
veiligheidsredenen nooit worden gewijzigd
of gemanipuleerd.
116
Opgelet! Gevaar voor de
gezondheid door trillingen!
Een overmatige belasting door
trillingen kan schade aan de
bloedsomloop en het zenuwstelsel
veroorzaken, vooral bij personen met
circulatiestoornissen. Raadpleeg een arts
wanneer er symptomen optreden die door
de trillingen zouden kunnen zijn
veroorzaakt.
Dergelijke symptomen treden
voornamelijk op in de vingers, handen of
polsen en zijn bijvoorbeeld (onvolledige
opsomming):
– gevoelloosheid,
– pijn,
– slappe spieren,
– huidverkleuringen,
– onaangenaam kriebelen.
Houd de duwstang tijdens het werken
stevig maar niet verkrampt met beide
handen op de daarvoor bedoelde plaatsen
vast.
Plan de werktijden zodanig dat hoge
belasting gedurende langere tijd wordt
voorkomen.
4.2 Training – Gebruik van de machine
Maak uzelf vertrouwd met de
bedieningselementen en stelelementen en
met het gebruik van het apparaat. De
gebruiker moet weten hoe het
gereedschap en de verbrandingsmotor
van het apparaat snel kunnen worden
gestopt.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt
door personen die de gebruiksaanwijzing
hebben gelezen en die met de bediening
van het apparaat vertrouwd zijn. Elke
gebruiker moet vóór de eerste
ingebruikname vragen om een
deskundige en praktische instructie. De
verkoper of een andere deskundige moet
aan de gebruiker uitleggen, hoe hij veilig
met het apparaat kan werken.
Bij deze instructie moet de gebruiker er
vooral op worden gewezen,
– dat deze tijdens het werken met het
apparaat uiterst zorgvuldig en
geconcentreerd te werk moet gaan.
– dat het gebruik van de rem niet helpt om
een zitmaaier die van een helling
afglijdt, onder controle te krijgen.
De oorzaken voor het verlies van controle
over de zitmaaier kunnen onder andere
zijn:
– onvoldoende grip van de wielen,
– te snel rijden,
– onjuist remmen,
– ondeskundig gebruik (o.a.
sportevenementen),
– ontoereikende kennis van eventuele
gevolgen die met de bodemgesteldheid
samenhangen, met name op een
helling (zie onder hoofdstuk "Voor uw
veiligheid", kopje "Werken op
hellingen"),
– onjuist vasthaken van lasten en slechte
verdeling van de last.
Ook wanneer u het apparaat volgens de
voorschriften bedient, blijven er risico's
bestaan.
4.3 Transport van de zitmaaier
De zitmaaier kan door het eigen gewicht
zware kneuswonden veroorzaken. Ga bij
het laden en lossen van de zitmaaier
0478 192 9910 A - NL