8.7 Keuzehendel rijrichting
Aanwijzing
Voordat u de keuzehendel
rijrichting activeert, moet u eerst het
aandrijfpedaal loslaten.
Bij een ingedrukt aandrijfpedaal is
de keuzehendel rijrichting om
veiligheidsredenen geblokkeerd en
kan deze niet worden bediend.
De zitmaaier komt niet in beweging
als u alleen de keuzehendel
rijrichting bedient.
De keuzehendel rijrichting heeft
twee standen. U kunt de
rijrichting vooruit of achteruit
kiezen.
Rijrichting kiezen:
Rijrichting vooruit:
Zet de keuzehendel rijrichting (1) in de
voorste stand.
Rijrichting achteruit:
Zet de keuzehendel rijrichting (1) in de
achterste stand.
128
8.8 Stuurwiel
Waarschuwing!
Houd het stuurwiel tijdens het rijden
altijd met beide handen vast.
Door het stuurwiel (1) naar links L of naar
rechts R te draaien, verandert u de
rijrichting van de zitmaaier.
Hoe verder het stuurwiel (1) wordt
gedraaid, des te kleiner wordt de
draaicirkel.
8.9 Verstellen bestuurdersstoel
De stoel kan traploos worden
versteld.
● Verbrandingsmotor
uitschakelen. (
12.3)
● Bestuurdersstoel naar voor klappen.
Beide vleugelmoeren (1) losdraaien.
Bestuurdersstoel in de gewenste stand
zetten.
Beide vleugelmoeren (1) vastschroeven.
8.10 Aandrijfpedaal
Aanwijzing
Controleer vóór het induwen van
het aandrijfpedaal of de juiste
rijrichting op de keuzehendel
rijrichting is geselecteerd.
Na het aantrekken van de handrem
of het induwen van het rempedaal
kan uit veiligheidsoverwegingen het
aandrijfpedaal niet worden
ingeduwd.
Met behulp van het
aandrijfpedaal wordt de
rijsnelheid van het apparaat
traploos geregeld.
0478 192 9910 A - NL