nl
De voortgang van het proces wordt aangegeven met de voort-
gangsbalk.
De afzonderlijke processtappen zijn:
Contact met de grond 1/3: Eerst schuiven de cilinders aan
de onderkant van het voertuig uit totdat contact met de grond
wordt gedetecteerd. Daarna worden de cilinders aan de andere
kant van het voertuig, d.w.z. voor of achter, uitgeschoven totdat
contact met de grond wordt gedetecteerd.
Grove nivellering: Het voertuig wordt in een stabiele genivel-
leerde positie gebracht. Doel van deze stap is om het voertuig
in een voordelige uitgangspositie te zetten en het zwaartepunt
van het voertuig in een centrische positie te leggen. De grove
nivellering wordt uitgevoerd via drie steuncilinders, die een vol-
ledig gedefinieerde positionering mogelijk maken.
Contact met de grond 2/3: De vierde steun beweegt tot er con-
tact komt met de grond.
Fijne nivellering: Het systeem stelt de cilinders bij met een ver-
minderde uitschuifsnelheid totdat het voertuig zich binnen de
ingestelde tolerantieband van de opgeslagen positie bevindt.
Contact met de grond 3/3: Tot slot wordt alle hydraulische druk
en daarmee het draagvermogen van alle steuncilinders gecon-
troleerd en evt. tot het vooraf bepaalde drukniveau opnieuw
gedrukt. Daarmee is definitief een genivelleerde positie met
gelijkmatig verdeelde draaglast van de afzonderlijke cilinders
bereikt.
Als gebruikersinformatie wordt altijd aangegeven of de
steunen volledig zijn ingeschoven. Als een van de steu-
nen gedeeltelijk uitgeschoven is, verschijnt het pictogram
'legs out'.
38
4102561_b