LET OP
Risico op materiële schade!
Als het product niet correct wordt opgeslagen, kan dit
tot motorschade leiden.
–
Bewaar het product beschermd tegen vuil, stof en
vocht.
12.1 Voorbereiding voor de opslag
WAARSCHUWING
Verwijder de brandstof niet in gesloten ruimtes, in de
buurt van vuur of bij het roken. Gasdampen kunnen
explosies of brand veroorzaken.
1. Reinig en controleer het product op schade.
2. Leeg de brandstoftank in een goedgekeurde contai-
ner met behulp van een brandstofzuigpomp (niet
meegeleverd).
3. Start de motor en laat de motor net zo lang lopen,
totdat de resterende brandstof is verbruikt.
4. Bewaar de brandstof in reservoirs, die speciaal hier-
voor zijn bestemd.
5. Verwijder de bougie (2a) en reinig deze zoals bij
11.2.2 beschreven.
6. Giet 1 theelepel schone 2-taktolie in de verbran-
dingskamer. Trek enkele keren langzaam aan het
starterkoord om de interne onderdelen te coaten.
7. Schroef de bougie (2a) er weer in (afb. 10).
8. Bewaar het product op een goed geventileerde
plaats of locatie.
12.2 Brandstof/oliemengsel aftappen
met een brandstofafzuigpomp
(afb. 7)
Bij opslag voor langere tijd moet de brandstof worden
afgetapt.
1. Houd een opvangbak onder de slang van de brand-
stofafzuigpomp (niet meegeleverd).
2. Schroef de tankdop (7) er op. De tankdop (7) is via
een verlieszekering verbonden met de brandstoftank
(6) en kan zo niet vallen.
3. Schuif de slang van de brandstof-afzuigpomp in de
brandstoftank (6) en tap het brandstof/oliemengsel
met behulp van de brandstofafzuigpomp volledig af.
4. Schroef de tankdop (7) er weer op.
52
|
NL / BE
13 Transport
Voorbereiding voor het transport
1. Leeg de brandstoftank in een goedgekeurde contai-
ner met behulp van een brandstofzuigpomp (niet
meegeleverd).
2. Voor zover operationeel, laat de motor draaien tot
de rest van de brandstof verbruikt is.
3. Verwijder de voedingsstekker van de bougie.
4. Beveilig het product tegen wegglijden met bijvoor-
beeld spanbanden.
5. Het product kan met de handgreep worden opgetild
en verplaatst.
14 Reparatie & bestellen van
reserveonderdelen
Na reparatie of onderhoud controleren of alle veilig-
heidstechnische delen zijn bevestigd en in optimale toe-
stand zijn. Delen, waarbij er gevaar voor verwonding
voor andere personen en kinderen bestaat, ontoeganke-
lijk bewaren.
LET OP
Conform de wetgeving voor productgaranties wordt er
geen garantie geboden voor schade die ontstaan is
door incorrecte reparaties of door het niet gebruiken
van originele reserveonderdelen.
Neem contact op met een servicecentrum of een er-
kende specialist. Overeenkomstig geldt dit ook voor
accessoires.
Aansluitingen en reparaties
Aansluitingen en reparaties van de elektrische appara-
tuur mogen uitsluitend door een elektromonteur worden
uitgevoerd.
AANWIJZING
Belangrijke aanwijzing bij reparatie
Houd er bij retourlevering van het product voor repa-
ratie rekening mee dat het product om veiligheidsre-
denen vrij van olie en brandstof naar het servicestati-
on moet worden gestuurd.
14.1 Bestelling van reserveonderdelen
Bij het bestellen van reserveonderdelen moeten de vol-
gende gegevens worden vermeld:
• Modelaanduiding
• Artikelnummer
• Gegevens op het typeplaatje