9.4.1
Brandstof/oliemengsel bijvullen
Brandstof en 2-taktolie
Er moet speciale 2-taktolie voor luchtgekoelde 2-takt-
motoren met een mengverhouding van 1:40 worden
gebruikt.
WAARSCHUWING
Gebruik nooit brandstof die niet gemengd is met 2-
taktolie. Dit kan permanente motorschade veroorza-
ken en maakt de fabrieksgarantie op dit product on-
geldig. Gebruik nooit een brandstofmengsel dat lan-
ger dan 90 dagen opgeslagen is geweest.
9.4.1.1
Brandstofmengsel
Het brandstofmengsel niet in de tank mengen.
Voeg de 2-taktolie toe volgens de brandstof-mengtabel.
Brandstof
1 liter
2 liter
5 liter
10 Bediening
10.1 Motor starten (afb. 8)
GEVAAR
Gevaar voor vergiftiging!
Gebruik het product alleen buitenshuis en nooit in ge-
sloten of slecht geventileerde ruimten.
LET OP
–
Laat het starterkoord niet terugschieten. Dit kan tot
schade leiden.
–
Bij koel weer kan het noodzakelijk zijn om het
startproces meerdere te herhalen.
AANWIJZING
Gebruik de brandstofpomp "Primer" alleen
bij een koude machine!
AANWIJZING
Als de motor voor de eerste keer wordt gestart, zijn er
meerdere pogingen nodig, totdat de brandstof van de
tank naar de motor is verplaatst en deze aanspringt.
50
|
NL / BE
2-takt motorolie (1:40)
0,025 liter
0,050 liter
0,125 liter
In "koude" staat:
1. Zet de "CHOKE" (3) in stand
2. Druk bij koudere temperaturen de brandstofpomp
"Primer" (3a) drie keer in. Dit vereenvoudigt het star-
ten van de motor.
3. Trek nu het starterkoord (5) snel aan tot de motor
start. Als de motor niet start, herhaalt u de werkwij-
ze.
4. Zet de "CHOKE" (3) na het starten van de motor (na
ongeveer 15-30 seconden) van stand
(afb. 8).
5. Stel de gewenste snelheid in met de gashendel (13).
Zo verhoogt of verlaagt u het debiet.
L = Motor bij stationair toerental
H = Maximale doorvoercapaciteit
6. Als de motor ook na meerdere pogingen niet aan-
springt, dient u hoofdstuk "Verhelpen van storingen"
te raadplegen.
In "warme" stand:
1. Trek nu snel aan het starterkoord (5). Het product
moet na maximaal 2 keer trekken starten. Als het
product nog steeds niet start, herhaalt u de procedu-
re zoals bij beschreven.
2. Stel de gewenste snelheid in met de gashendel (13).
Opmerking:
Laat de motor ongeveer 10 minuten stationair draaien.
10.2 Motor uitschakelen (afb. 1)
Opmerking:
Laat het product korte tijd draaien (ongeveer 30 secon-
den) voordat u het uitschakelt, zodat de motor kan af-
koelen.
1. Druk op de uit-schakelaar (11) om de motor uit te
schakelen.
2. Verwijder de bougiestekker (2) uit de bougie (2a) om
ongewenst starten van de motor te voorkomen.
10.3 Na de werkzaamheden
* = niet meegeleverd!
1. Verwijder de drukleiding*.
2. Verwijder de aanzuigleiding*.
3. Schroef de wateraftapplug (14) los en laat het water
uit de pompkamer stromen.
4. Plaats de wateraftapplug (14) terug.
.
op stand