Ransomes HIGHWAY 213 VL Série Manuel D'utilisation page 26

NL NL NL
NL NL
SYSTEEMBEWAKINGSINDICATOREN (afb. 13) SYSTEEMBEWAKINGSINDICATOREN (afb. 13) SYSTEEMBEWAKINGSINDICATOREN (afb. 13) SYSTEEMBEWAKINGSINDICATOREN (afb. 13) SYSTEEMBEWAKINGSINDICATOREN (afb. 13)
Naast het contactslot bevinden zich drie
systeembewakingsindicatoren. Als een van de
indicatoren oplicht, kan de motor niet worden
gestart. De indicatoren hebben de volgende
betekenis:
1. Machinebediener aanwezig (D) 1. Machinebediener aanwezig (D)
1. Machinebediener aanwezig (D) 1. Machinebediener aanwezig (D) 1. Machinebediener aanwezig (D)
Deze indicator wordt aangegeven door het symbool
van een zitting. De indicator licht op wanneer de
contactsleutel wordt omgedraaid en de
machinebediener niet op de zitplaats zit.
2. Aandrijving neutraal (E) 2. Aandrijving neutraal (E)
2. Aandrijving neutraal (E) 2. Aandrijving neutraal (E) 2. Aandrijving neutraal (E)
Deze indicator wordt aangegeven door het symbool
van een "N" in een tandwiel. De indicator licht op
wanneer het rijpedaal niet in de neutrale stand staat.
3. Snijcilinderaandrijving neutraal (F) 3. Snijcilinderaandrijving neutraal (F) 3. Snijcilinderaandrijving neutraal (F) 3. Snijcilinderaandrijving neutraal (F) 3. Snijcilinderaandrijving neutraal (F)
Deze indicator wordt aangegeven door het symbool
van een snijcilinder en -mes. De indicator licht op
wanneer de snijcilinderaandrijving niet in de neutrale
stand staat.
CONTROLELAMPJES (afb. 13) CONTROLELAMPJES (afb. 13) CONTROLELAMPJES (afb. 13)
CONTROLELAMPJES (afb. 13) CONTROLELAMPJES (afb. 13)
Op het schakelaarpaneel bevinden zich vijf
controlelampjes en één effen rode lens, met de
volgende betekenis:
1. Lading (G) 1. Lading (G) 1. Lading (G) 1. Lading (G) 1. Lading (G)
Dit rode controlelampje licht op wanneer de
contactsleutel wordt omgedraaid en gaat uit
wanneer de motor is gestart. Als het lampje oplicht
wanneer de motor draait, kan de V-snaar slippen of
zijn gebroken. Ook kan dit duiden op een storing in
het elektrische systeem, die moet worden
onderzocht. STOP ONMIDDELLIJK.
2. Bougies (M) 2. Bougies (M) 2. Bougies (M)
2. Bougies (M) 2. Bougies (M)
Dit oranje controlelampje licht op wanneer de
contactsleutel naar de voorgloeistand wordt
gedraaid. Zodra het lampje uitgaat, kan de motor
worden gestart.
3. Motoroliedruk (H) 3. Motoroliedruk (H)
3. Motoroliedruk (H) 3. Motoroliedruk (H) 3. Motoroliedruk (H)
Dit rode controlelampje licht op wanneer de
contactsleutel wordt omgedraaid en gaat uit
wanneer de motor is gestart. Als het lampje oplicht
wanneer de motor draait, STOP DAN
ONMIDDELLIJK. Dit geeft namelijk aan dat de
oliedruk te laag is. Controleer het oliepeil in het
oliecarter en vul zonodig olie bij. Controleer de
oliedrukschakelaar. Doorrijden kan tot ernstige
beschadiging van de motor leiden.
4. Vulfilter (K) 4. Vulfilter (K) 4. Vulfilter (K)
4. Vulfilter (K) 4. Vulfilter (K)
Dit rode controlelampje licht op wanneer het vulfilter
verstopt raakt en het vrijloopventiel in werking treedt.
In dit geval moet het vulfilter zo snel mogelijk
worden vervangen om schade aan het hydraulische
systeem te voorkomen.
OPMERKING: wanneer de machine voor de eerste
keer wordt gestart bij zeer koude temperaturen, kan
het controlelampje even oplichten.
TEMOINS DU SYSTEME DE MONITORING TEMOINS DU SYSTEME DE MONITORING TEMOINS DU SYSTEME DE MONITORING TEMOINS DU SYSTEME DE MONITORING TEMOINS DU SYSTEME DE MONITORING
(fig.14) (fig.14) (fig.14)
(fig.14) (fig.14)
Il y a 3 t
moins situés à côté de la clé de contact. Si I'un
d'eux est allumé, le moteur ne démarre pas. Ce
sont:
1. 1. 1. 1. 1. Présence du conducteur (D) Présence du conducteur (D) Présence du conducteur (D) Présence du conducteur (D) Présence du conducteur (D)
Il y a un auto-collant représentant un siège. Il
s'allume si la clé de contact est tournée quand il n'y
a personne assis sur le siége.
2. 2. 2. 2. 2. Neutre de transmissiom (E) Neutre de transmissiom (E) Neutre de transmissiom (E) Neutre de transmissiom (E)
Neutre de transmissiom (E)
Il est repéré par un auto-collant avec un 'N' dans un
engrenage. Il s'allume si la pédale de traction n'est
pas au neutre.
3. 3. 3. 3. 3. Neutre d'entraînement du cylindre (F) Neutre d'entraînement du cylindre (F) Neutre d'entraînement du cylindre (F) Neutre d'entraînement du cylindre (F) Neutre d'entraînement du cylindre (F)
Il est repéré par un auto-collant avec un cylindre et
une contre-lame. Il s'allume si le levier
d'entraînement du cylindre n'est pas au neutre.
TEMOINS DE SECURITE ET D'ALARME (fig.15) TEMOINS DE SECURITE ET D'ALARME (fig.15) TEMOINS DE SECURITE ET D'ALARME (fig.15)
TEMOINS DE SECURITE ET D'ALARME (fig.15) TEMOINS DE SECURITE ET D'ALARME (fig.15)
Il y a 5 témoins et une optique rouge inerte situés
dans la console. Ce sont:
1. 1. 1. 1. 1. Témoin de charge (G) Témoin de charge (G) Témoin de charge (G)
Témoin de charge (G) Témoin de charge (G)
De couleur rouge, il s'allume quand le contact est
mis et s'éteint quand le moteur a démarré. S'il
s'allume quand le moteur tourne, la courroie du
ventilateur peut avoir glissé ou être cassée ou il peut
y avoir un problème dans le circuit électrique.
ARRETER IMMEDIATEMENT et vérifier.
2. 2. 2. 2. 2. Témoin de préchauffage (M) Témoin de préchauffage (M) Témoin de préchauffage (M) Témoin de préchauffage (M) Témoin de préchauffage (M)
De couleur orange, il s'allume quand la clé de
contact est en position de préchauffage. Quand il
s'éteint, le moteur peut être démarré.
3. 3. 3. 3. 3. Témoin de pression d'huile moteur (H) Témoin de pression d'huile moteur (H) Témoin de pression d'huile moteur (H) Témoin de pression d'huile moteur (H)
Témoin de pression d'huile moteur (H)
De couleur rouge, il s;allume quand le contact est
mis et s'éteint quand le moteur a démarré. S'il
s'allume quand le moteur tourne, ARRETER
IMMEDIATEMENT car il indique que la pression
d'huil est trop faible. Vérifier le niveau d'huile dans
le carter et compléter si nécessaire. Verifier la
sécurité de pression d'huile. Continuer à faire
fonctionner le moteur ainsi peut l'endommager
gravement.
4. 4. 4. 4. 4. Témoin de filtre hydraulique (K) Témoin de filtre hydraulique (K) Témoin de filtre hydraulique (K) Témoin de filtre hydraulique (K)
Témoin de filtre hydraulique (K)
De couleur rouge, il s'allume quand le filtre est
colmaté et que la valve bipasse fonctionne. Quand
cela se produit, remplacer la filtre dès que possible
pour éviter d'endommager le circuit hydraulique.
NOTE: à la première mise en route en conditions
très froides, le témoin peut s'allumer pendant un
court instant.
F F F F F
25