•
Do not twist the throttle grip fully
at low rpm whether during or af-
ter run-in.
•
0-100 km (0-62 miles) During
the first 100 km (62 miles) step
carefully on the brakes to avoid
rough and long braking. That is
to permit the adequate adjust-
ment of the pad friction material
to the brake disc.
•
0-500 km (0-312 miles) During
the first 500 km (312 miles) do
not ride the scooter over 80% of
the predetermined maximum
speed.
•
AVOID KEEPING A CON-
STANT SPEED ALONG LONG
SECTIONS OF ROAD.
•
After the first 1000 km (625
miles), gradually increase the
speed until the maximum per-
formance is reached.
CAUTION
ALWAYS SIGNAL CHANGES IN DI-
RECTION WITH THE APPROPRIATE
DEVICES AND WELL IN ADVANCE,
AVOID ABRUPT AND DANGEROUS
MANOEUVRES. TURN OFF THE DEVI-
CES
IMMEDIATELY
AFTER
CHANGE IN DIRECTION. RIDE WITH
EXTREME CAUTION WHEN OVER-
TAKING OR BEING OVERTAKEN BY
OTHER VEHICLES. WHEN IT RAINS,
39
Men moet zich houden aan de volgende
indicaties:
•
Draai het gashandvat niet hele-
maal bij lage regimes tijdens het
inrijden, en ook niet erna.
•
0-100 km (0-62 mijl) Tijdens de
eerste 100 km (62 mijl) handelt
men voorzichtig op de remmen,
en vermijdt men om bruusk en
lang te remmen. Dit om een cor-
recte stabilisatie van het wrij-
vingsmateriaal van de pastilles
op de remschijf toe te staan.
•
0-500 km (0-312 mi) Tijdens de
eerste 500 km (312 mi) rijdt men
niet harder dan 80% van de
voorziene maximum snelheid.
•
Vermijdt om lang een constante
snelheid aan te houden.
•
Na de eerste 1000 km (625
mi), verhoogt men geleidelij-
kaan de snelheid tot men de
maximale prestaties bereikt.
LET OP
MELD STEEDS OP VOORHAND WAN-
NEER MEN VAN RIJBAAN OF RIJ-
RICHTING
VERANDERT
HIERVOOR VOORZIENE MECHANIS-
THE
MEN, EN VERMIJD BRUUSKE OF GE-
VAARLIJKE MANOEUVRES. SCHA-
KEL DE MECHANISMEN ONMIDDEL-
LIJK UIT NADAT MEN VAN RIJRICH-
TING HEEFT VERANDERD. WAN-
MET
DE