Efi Waarschuwingslampje Aan; Lage Oliedruklampje Aan - Sym MAXSYM TL 500 Manuel D'utilisation

Zet de scooter veilig aan de wegkant en voer de volgende procedure uit.
 Schakel het contact uit om de motor te stoppen en schakel de contactschakelaar weer aan.
 Controleer de werking van de ventilator van de radiateur en schakel vervolgens de contactschakelaar
uit.
Als de ventilator niet werkt, start u de motor niet en brengt u de scooter naar een geautoriseerde SYM-
dealer. Als de ventilator wel werkt, laat u de motor afkoelen. Inspecteer de slang van het koelsysteem en
controleer of er een lek aanwezig is. Als u een lek vindt, start u de motor niet en brengt u de scooter naar
een geautoriseerde SYM-dealer.
OPMERKING:
• Buig de luchtstroom niet af door het installeren van ongeautoriseerde accessoires voor de radiator.

EFi waarschuwingslampje Aan

Als dit waarschuwingslampje tijdens het rijden gaat branden, kan het zijn dat u een ernstig probleem met het
EFi-systeem hebt. Neem zo spoedig mogelijk contact op met uw geautoriseerde SYM-dealer.
ABS-lampje Aan
Als dit waarschuwingslampje gaat branden in de hieronder beschreven situatie, kan het zijn dat u een
ernstig remprobleem hebt.
 Het waarschuwingslampje gaat branden tijdens het rijden.
 Het waarschuwingslampje gaat niet branden wanneer het contactslot wordt ingeschakeld.
 Het waarschuwingslampje licht niet op boven 5 km/u.
Hoewel het remsysteem kan werken zonder de antiblokkeerfunctie, raadt SYM u aan de scooter te laten
nakijken door een geautoriseerde SYM-dealer als een van de bovenstaande symptomen zich voordoet.

Lage oliedruklampje Aan

Als het lage oliedruklampje oplicht, de scooter veilig aan de kant van de weg stoppen en de motor
uitschakelen. Vervolgens het motoroliepeil controleren (pagina 192).
 Als onvoldoende motorolie is, motorolie bijvullen.
 Als het oliepeil goed is, laat uw scooter nakijken door een geautoriseerde SYM-dealer.
WAARSCHUWING:
• Verder rijden met een lage oliedruk kan ernstige schade veroorzaken aan de motor.
• Rij alleen verder wanneer het lage oliedruklampje is gedoofd.
• Laat geen vreemde voorwerpen in het motorcarter terechtkomen.
208