Instellen Van Het Spoor - Conrad REELY Deathwatcher EVO BL Notice D'emploi

Wielvlucht instellen aan de achteras:
Het verstellen van de wielvlucht gebeurt door het verdraai-
en van de schroef (A) van de bovenste draagarm.
Omdat deze schroef elk een linker- en rechter schroef-
draad heeft, hoeft u de draagarm voor het verstellen van
de wielvlucht niet te demonteren.
Vervolgens bevinden zich aan de achterste fusee (B)
meerdere verschillende bevestigingspunten voor de bo-
venste draagarm.
Als de draagarm aan een ander punt moet worden beves-
tigd, dan wordt hierdoor de wielvlucht tijdens het in- en
uitveren van het wiel gewijzigd.
De fabrikant heeft hier voor het voertuig reeds een optima-
le instelling gekozen, daarom moet u het bevestigingspunt
(B) niet wijzigen.
b) Instellen van het spoor
Het spoor (toespoor = afbeelding „A", uitspoor = afbeelding „B") heeft
betrekking op de stand van de wielvlakken in de rijrichting.
Tijdens de rit worden de wielen door de rolweerstand voor uit elkaar
gedrukt en staan daarom niet meer precies parallel in de rijrichting.
Om te compenseren kunnen de wielen van het staande voertuig zo
worden ingesteld, dat ze voor iets naar binnen zijn gedraaid. Dit toe-
spoor zorgt gelijktijdig voor een betere zijgeleiding van de banden en
hierdoor ontstaat direct contact met de besturing.
Wanneer er meer contact met de besturing wordt gewenst, kan dit
overeenkomstig via de instelling van een uitspoor worden bereikt,
d.w.z. de wielen van het staande voertuig staan naar buiten ge-
draaid.
Een spoorhoek van meer dan 3° toespoor (A) of uitspoor (B) leidt tot problemen in de bediening en verlaagt
snelheid, bovendien neemt de bandenslijtage toe.
De bovenstaand afbeelding geeft een sterk overdreven instelling weer, die alleen is bedoeld ter verduideli-
jking van het onderscheid tussen toe- en uitspoor. Wanneer een dergelijke instelling op het voertuig wordt
gekozen, is deze zeer slecht te besturen!
A
B
A
B
¦ ¦
113