b) Programmering van de speciale functies
De rijregelaar is af fabriek reeds met de meest nuttige voorinstellingen voorgeprogrammeerd.
Bij gebruik van een LiPo-accu als rijaccu, moet u de basisinstelling van de rijregelaar controleren, of de
beveiliging voor te lage spanning is geactiveerd, (doorgaans 3,0 V/cel). Bij uitgeschakelde detectie voor te
lage spanning ontstaat anders een volledige ontlading van de LiPo-accu, waardoor deze wordt vernietigd.
Bij gebruik van een NiMH-accu, moet u de detectie voor te lage spanning uitschakelen of op een lagere
waarde instellen dan bij LiPo-accu's.
De programmering kan heel eenvoudig via de setup-toets worden uitgevoerd.
Ga als volgt te werk voor het programmeren:
• Schakel de zender in, als dit niet al is gedaan.
• Schakel de rijregelaar uit („OFF").
• Houd de setup-toets (B) naast de aan-/uitschakelaar (A)
ingedrukt en schakel hierna de rijregelaar in („ON").
Houd de setup-toets (B) langer ingedrukt, niet loslaten.
• Op de rijregelaar knippert de LED rood en de motor
activeert piepsignalen (houd de setup-toets nog steeds
ingedrukt).
• Even later knippert de LED groen (houd de setup-toets
nog steeds ingedrukt).
Het aantal groene knippersignalen (1x.....5x) geeft weer, welke instelfunctie zojuist is gekozen.
LED knippert 1x groen + 1 piepsignaal:
LED knippert 2 x groen + 2 piepsignalen:
LED knippert 3 x groen + 3 piepsignalen:
LED knippert 4 x groen + 4 piepsignalen:
LED knippert 5 x groen + 5 piepsignalen:
De piepsignalen worden geproduceerd door een korte aansturing van de brushless-motor. Afhankelijk van
de motor is dit piepsignaal echter zeer zachtjes. Let dan op de indicatie van de LED op de rijregelaar.
• Wanneer de gewenste instelfunctie wordt weergegeven, die u wilt wijzigen (bijv. onderspanningsbeveiliging, LED
knippert 3x groen + 3 piepsignalen van de motor) laat u de setup-toets los.
• Nu knippert de LED weer rood. Het aantal rode knippersignalen geeft hierbij aan, welke instelwaarde actief is (bijv.
onderspanningsbeveiliging 3,0 V/cel, LED knippert 4x kort rood + 4 piepsignalen van de motor).
• Door de setup-toets kort in te drukken kan de instelwaarde worden gewijzigd, het aantal rode knippersignalen van
de LED (en de piepsignalen van de motor) wijzigen overeenkomstig.
• Schakel de rijregelaar uit, om de instelmodus te verlaten en de programmering op te slaan. Wanneer hierna de
rijregelaar weer wordt ingeschakeld, is deze met de nieuwe instellingen gebruiksklaar.
• Als er nog een instelling moet worden gewijzigd, gaat u weer als boven beschreven te werk.
108
Rijfunctie voor-/achteruit resp. alleen vooruit
Motorrem
Detectie onderspanning voor LiPo
Startmodus tijdens het wegrijden
Remkracht
A
B