Specificaties - Masimo Rad-G Mode D'emploi

Masquer les pouces Voir aussi pour Rad-G:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 6
• Probeer sensoren of patiëntenkabels van Masimo niet opnieuw te gebruiken/prepareren of te recyclen, aangezien dit de elektrische onderdelen kan
beschadigen en letsel van de patiënt tot gevolg kan hebben.
• Let op: Vervang de sensor wanneer het bericht 'Sensor vervangen' wordt weergegeven of wanneer tijdens het bewaken van opeenvolgende
patiënten constant een bericht over lage SIQ wordt weergegeven nadat u de stappen voor probleemoplossing voor lage SIQ hebt uitgevoerd volgens
de gebruikershandleiding van het bewakingsapparaat.
• Opmerking: De sensor is voorzien van X-Cal®-technologie om het risico van onnauwkeurige afleeswaarden en onverwachtse onderbreking van
de bewaking van de patiënt te beperken. De sensor is geschikt voor een bewakingsduur van maximaal 8.760 uur. Vervang de sensor wanneer deze
bewakingsduur is verstreken.
INSTRUCTIES
A)
De locatie kiezen
• Kies een plaats die goed doorbloed is en de bewegingen van een bij bewustzijn zijnde patiënt het minst beperkt.
• Kies altijd een plaats die het detectorvenster van de sensor geheel bedekt.
• De plaats moet helemaal schoon zijn voordat de sensor wordt aangebracht.
• Kies een vinger zonder lange vingernagel.
LET OP: Voordat u de sensor gebruikt, moet u de sensor inspecteren en met name letten op gebroken of gerafelde draden of beschadigde onderdelen.
Voorkeursplaats op basis van gewichtscategorie
• 3-10 kg (Baby's) - de grote teen is de voorkeurslocatie. Als alternatief kan een van de tenen worden gebruikt.
• 10-50 kg (Kinderen) - de voorkeurslocatie is de wijsvinger van de niet-dominante hand; maar de andere vingers kunnen ook worden gebruikt.
• > 30 kg (Volwassenen) - de voorkeurslocatie is de pink van de niet-dominante hand; maar de andere vingers kunnen ook worden gebruikt.
B) De sensor aansluiten op het apparaat
1. Plaats de sensorconnector in de bovenkant van het apparaat.
2. Druk het klepje van de connector dicht totdat u voelt of hoort dat deze op zijn plaats klikt.
3. Controleer of de connector goed op het apparaat is aangesloten.
C) De sensor op de patiënt aanbrengen
1. Zie Afb. 1. Zorg ervoor dat de kabel van de sensor af is gericht. Open de sensor door op de inkepingen op de sensor te drukken.
2. Zie Afb. 2. Plaats de geselecteerde vinger op het sensorvenster in de onderste helft van de sensor met het zwarte kussentje. Het meest vlezige deel van de
vinger moet het detectorvenster bedekken. De top van de vinger, duim of teen, en niet de nagel, moet de aanslag op de achterkant van het kussentje raken.
3. De sensor hoort zich te openen zodat de greep van de sensor gelijkmatig over de lengte van de vinger of teen wordt verdeeld. Controleer de sensor
om er zeker van te zijn dat deze correct is geplaatst. Nauwkeurige gegevens worden alleen verkregen als het detectorvenster volledig is bedekt.
OPMERKING: De sensor mag niet op de hand of voet van een kind worden gebruikt.
D) De sensor van de patiënt verwijderen
1. Open de sensor door op de inkepingen van de sensor te drukken. Verwijder de sensor van de vinger en volg indien nodig reinigingsinstructies op.
E) De sensor loskoppelen van het apparaat
1. Til de klep van de sensorconnector op en trek stevig aan de sensorconnector om deze los te koppelen van het apparaat.
OPMERKING: Om beschadiging te voorkomen, moet u aan de sensorconnector trekken en niet aan de kabel.
REINIGING
De sensor reinigen:
1. Verwijder de sensor bij de patiënt en koppel de sensor los van de patiëntenkabel.
2. Veeg de sensorkussentjes en de buitenkant af met een doekje met 70% isopropylalcohol of een quaternaire ammoniumchloride-oplossing.
3. Veeg de oppervlakken twee keer af, of tot ze vrij zijn van zichtbare resten.
4. Laat de sensor grondig drogen voordat u deze aanbrengt op de patiënt.
De buitenkant van de herbruikbare Rad-G-sensor is getest op weerstand tegen chemicaliën in de volgende oplossing(en): Glutaraldehyde, quaternair
ammoniumchloride, een oplossing van 10% bleekmiddel (natriumhypochloriet) en 90% water, 70% isopropylalcohol.
LET OP!
• Gebruik geen onverdund bleekwater (5%-5,25% natriumhypochloriet) of ander reinigingsmiddel dan de hier aanbevolen middelen omdat dit blijvende
schade aan de sensor kan veroorzaken.
• Week of dompel de sensor niet in vloeistoffen om beschadiging te voorkomen.
• Niet steriliseren door middel van bestraling, stoom, autoclaaf of ethyleenoxide.

SPECIFICATIES

De herbruikbare Rad-G-sensoren hebben, wanneer ze met Masimo SET-pulsoximetriemonitoren of met in licentie gegeven Masimo SET-pulsoximetriemodules
wordt gebruikt, de volgende specificaties:
Rad-G-sensor
Lichaamsgewicht
Aanbrengplaats
SpO
-nauwkeurigheid, geen beweging
2
SpO
-nauwkeurigheid, beweging
2
SpO
-nauwkeurigheid, lage perfusie
2
Hartfrequentie
- nauwkeurigheid, geen
4
beweging
Nauwkeurigheid hartfrequentie, beweging
Nauwkeurigheid hartfrequentie, lage
perfusie
4
OPMERKING:
A
-nauwkeurigheid is een statistische berekening van het verschil tussen apparaatmetingen en referentiemetingen. Ongeveer tweederde van
rms
de apparaatmetingen viel binnen +/- A
1
De precisie van Masimo SET-technologie is gevalideerd onder bewegingsloze omstandigheden door middel van onderzoeken met menselijk bloed van gezonde
mannelijke en vrouwelijke vrijwilligers met een lichte tot donkere huidpigmentatie in onderzoeken naar geïnduceerde hypoxie binnen een bereik van 70%-100% SpO
die vervolgens werden vergeleken met een CO-oximeter in een laboratorium.
2
De Masimo SET-technologie is gevalideerd voor precisie bij beweging in onderzoeken van menselijk bloed van gezonde, volwassen mannelijke en vrouwelijke vrijwilligers
met lichte tot donkere huidpigmentatie in onderzoeken met geïnduceerde hypoxie tijdens het uitvoeren van wrijvende en kloppende bewegingen met een frequentie
van 2 tot 4 Hz en een amplitude van 1 tot 2 cm en een niet-repeterende beweging tussen 1 en 5 Hz met een amplitude van 2 tot 3 cm in onderzoeken met geïnduceerde
hypoxie binnen een bereik van 70%-100% SpO
Volwassene
> 30 kg
Vinger of teen
2%
1
3%
2
2%
3
3 bpm
5 bpm
4
3 bpm
van de referentiemetingen in een gecontroleerd onderzoek.
rms
, vergeleken met een CO-oximeter in een laboratorium.
2
Kinderen
10 - 50 kg
Vinger, duim of grote teen
2%
3%
2%
3 bpm
5 bpm
3 bpm
26
Baby
3-10 kg
Vinger, duim of grote teen
2%
3%
2%
3 bpm
5 bpm
3 bpm
9399E-eIFU-0820
,
2

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières