Kinderfiets
dat de stuurpen stevig vastzit in de vorkbuis en
niet kan verdraaien.
Afstelling van de remmen (Cantilever):
Afbeelding 5: Druk bij het voorwiel de rechts
in de rijrichting liggende cantileverrem in de
richting van de velg (1). Nu kunt u het tonnetje
van de remkabel in de corresponderende uit
sparing van de rem plaatsen (2). Als dit niet
mogelijk is, dan kunt u de spanning van de
remkabel op de kabelklemschroef van de, in de
rijrichting, linker remarm (zie afb. 6/positie 2)
verminderen en de kabelklemschroef vervol
gens weer vast draaien.
Afbeelding 6: Zorg ervoor dat beide remblok
ken parallel staan en correct zijn uitgelijnd op
de velg. Ze moeten op een afstand van ca.
1 mm onder de bovenkant van de velg staan.
Als de instelling niet correct is, draait u met een
5 mm inbussleutel de bevestigingsmoer van
het remblok (1) los en stelt u het geheel in zoals
hierboven beschreven. Trek aan de remhendel
en draai de bevestigingsmoer weer vast (58
Nm).
Afbeelding 7: Stel nu de remarmen met
behulp van de instelschroef zodanig in dat de
afstanden tussen de remblokjes en de velg
links en rechts identiek zijn. Hiervoor is een
kruiskopschroevendraaier nodig. Door de
schroef in te draaien, beweegt u de betreffende
remarm van de velg af, door de schroef uit te
draaien naar de velg toe.
Het is belangrijk de remhendels daarbij meer
dere keren aan te trekken zodat de spanning
van de remarmen gelijkmatig aan weerszijden
wordt verdeeld en de instelling effectief is. Het
contact tussen remblok en velg moet gelijktijdig
aan beide zijden plaatsvinden.
Nog eenmaal afbeelding 6:
De spanning van de remkabel wordt zodanig
met de borgmoer (2) ingesteld, dat de remblok
jes elk op een afstand van ca. 1,5 mm van de
velg staan. Als er een aanpassing nodig is,
moet het uitstekende draaduiteinde daarna
weer op de rem worden vastgeklemd.
Afbeelding 8: Bij een lichte slijtage van de
remblokken kunt u de kartelschroef boven de
voorste reflector naar buiten draaien om de
remblokken aan beide zijden gelijkmatig dichter
bij de velg te positioneren. Stel de rem zodanig
in, dat de afstand tussen remblokken en velg
ongeveer 1,5 mm bedraagt.
Controleer voor elke rit of de rem correct werkt.
Als bijstelling van de rem tijdens het gebruik
van het product nodig is, volg dan de bovenge
noemde stappen.
Afstelling van de remmen (V-Brake):
De fiets heeft twee velgremmen. De linker rem
hendel bedient de rem op het voorwiel en de
rechter remhendel bedient de rem op het ach
terwiel. Afhankelijk van het model, is de fiets
bovendien nog uitgerust met een terugtraprem
voor het achterwiel.
Afbeelding 9: Door de instelschroef te ver
draaien, lijnt u de remarmen naar het midden
toe uit (1).
De afstand remblokjes <> velg moet links en
rechts identiek zijn. Het contact tussen remblok
en velg moet gelijktijdig aan beide zijden
plaatsvinden.
Hiervoor is een kruiskopschroevendraaier no
dig. Door de schroef in te draaien, beweegt u
de betreffende remarm van de velg af, door de
schroef uit te draaien, naar de velg toe.
Het is belangrijk de remhendels daarbij meer
dere keren aan te trekken zodat de spanning
van de remarmen gelijkmatig aan weerszijden
wordt verdeeld en de instelling effectief is.
Afbeelding 10: De greepwijdte (afstand rem
hendel stuur) kan individueel worden aange
past door middel van een schroef op de rem
22