elektrofysiologielaboratorium (EP-laboratorium).
Verkeerde positionering van de katheter in het coronaire systeem bij een transaortale toegang!
Bloedingen, shock of hartinfarct
→
Zorg bij een transaortale toegang dat u er goede beelden van krijgt.
Lange doorlichtingstijden met röntgenstralen!
Somatische en genetische schades door een hoge belasting met ioniserende straling
→
Overweeg in het bijzonder bij zwangere vrouwen, kinderen, jeugdige patiënten en patiënten die
verscheidene onderzoeken moeten ondergaan, de baat-risico-verhouding ten gevolge van mogelijke
gevolgen van straling.
De langetermijnrisico's die verband houden met hoogfrequentielaesies, zijn nog niet aangetoond!
Onduidelijke risico's en langetermijnrisico's
→
Het gebruik moet in het bijzonder bij prepuberale kinderen alleen gebeuren na grondige overweging.
Sterilisatieverpakking beschadigd of geopend!
Infectie van de patiënt door niet steriele producten
→
Controleer de verpakking voordat u deze opent en gebruik de katheter eventueel niet.
Beschadiging door aanhoudend gebruik tegen het beoogde doel in en door ongeschikte
opslagomstandigheden!
Letsel aan de centrale bloedsomloop, infectie, sepsis
→
Let op het voorgeschreven gebruik en de betreffende aanduiding op de verpakking.
Ondeskundig gebruik van de katheter, resp. verkeerde bediening van de krommingbesturing!
Letsels, perforaties en tamponnades van het hart en het vaatstelsel
→
Zorg dat alleen geschoolde gebruikers de katheter gebruiken.
→
Bedien de krommingbesturing om de katheter in te brengen of te verwijderen, om op deze manier de
katheterpunt in een rechte positie te brengen.
→
Schuif de katheter als u weerstand voelt, niet met geweld naar voren of terug.
Opwerking/opnieuw steriliseren en hergebruik van de katheter door de gebruiker of bediener!
Letsel aan bloedvaten en intracardiale letsels, infectie, sepsis
→
Verzeker u ervan dat de katheter niet wordt opgewerkt, opnieuw gesteriliseerd of hergebruikt.
Gebruik van HF-stroom!
Beïnvloeding van geïmplanteerde pacemakers en van automatisch implanteerbare
cardioverters/defibrillatoren (AICD's)
→
Tijdens de hele procedure moeten een externe hartstimulator en een defibrillator klaar voor gebruik
beschikbaar staan.
→
Herprogrammeer het pacemakersysteem tijdelijk op de laagste afgifte of op UIT, om het risico op een
ongewenste stimulatie te minimaliseren.
→
Ga uiterst voorzichtig te werk, wanneer de plaats van afdracht zich in de buurt van atriale of
ventriculaire elektroden bevindt; in dit geval programmeert u het AICD tijdens de afdracht op de UIT-
modus, en voert na de voltooide procedure een volledige controle van het geïmplanteerde apparaat uit.
Ablatie aan een septale accessoire geleidingsbaan!
Totaal AV-blok
→
Voer de ablatie aan septale accessoire geleidingsbanen alleen uit na een strenge risico-baatafweging,
©Vanguard AG 1000001805_REV_A_25.09.2020
58