Presentatie; Installatie - Tractel Group stopcable Instructions D'emploi Et D'entretien

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 1
- Schokdemper van de lijn ingeschakeld na een slecht gebruik
of een val van een persoon: vervang de kabel, de lijnklem en
de schokdemper en controleer de staat van de hoge en lage
verankeringen.
- Verankerpunt slecht bevestigd of vervormd na de val van een
persoon: Bevestig de verankerpunten volgens de van kracht
zijnde normen en vervang de hoge verankering.
• De kabel is beschadigd:
- Gebroken strengen (draden)
- Vervormde en afgeplatte kabel na de val van een persoon:
Vervang de kabel, de lijnklem en de schokdemper en
controleer de staat van de hoge en lage verankeringen.
• De valdemper van het toestel is ingeschakeld (lengte > 200
mm en/of slijtage / scheur van de banden): Vervang de kabel,
de lijnklem, de schokdemper en controleer de staat van de
hoge en lage verankeringen.
Bij een herverkoop van deze uitrusting buiten het land van
bestemming, dient de herverkoper een onderhouds- en
gebruiksaanwijzing opgesteld in de taal van het land van
bestemming van dit product te verschaffen.

2 Presentatie

De leeflijn is een persoonlijk beschermingsmiddel (PBM) tegen
hoogtevallen met een verticaal veiligheidssupport die bestaat uit
een kabel. De uitrusting bevat een valbeveiliging, uitgerust met
een connector die zich verplaatst op de veiligheidskabel en die
automatisch blokkeert bij een val van de gebruiker.
OPGELET: De stopcable™-leeflijn kan slechts door één
persoon tegelijk gebruikt worden. De persoon die door de
stopcable™-leeflijn tegen een val beschermd wordt, mag niet
meer dan 100 kg wegen, materiaal inbegrepen.

3 Installatie

De installatie van de leeflijn moet onderwerp uitmaken van een
voorafgaande technische studie, weergegeven in een dossier
dat door de beheerder van de leeflijn bewaard moet worden.
Deze studie moet door bevoegde personen worden uitgevoerd.
Tractel
®
levert bij elke leeflijn aan de installateurs een
handleiding voor de installatie die eveneens door de beheerder
bewaard moet worden.
4 Instructieplaat
Zie de definitie van de kenplaten aan het einde van de
handleiding.
5 Gebruik
De gebruiker moet zich rechtstreeks met de borst- of laterale
ring van zijn veiligheidsharnas aan de connector van de
valbeveiliging vastkoppelen (zie de instructiehandleiding van het
harnas voor het gebruik van de bevetigingspunten).
De voornaamste fasen van het gebruik betreffen de koppeling
en de loskoppeling op de leeflijn van de gebruiker en het
passeren van de kabelgeleiders. De methode voor het koppelen
op de leeflijn, het passeren van de intermediaire kabelgeleiders
moet zorgvuldig uitgelegd worden en men moet controleren of
deze methode door de gebruiker goed begrepen is. Hetzelfde
geldt voor het gebruik van het veiligheidsharnas en eventueel
voor de beveiligde toegang tot de zones waar de ladder toegang
tot geeft.
a) Koppelen / Loskoppelen:
Hoewel de stopcable™-valbeveiliging deel uitmaakt van de
installatie van de leeflijn, kan hij makkelijk op de veiligheidskabel
geplaatst en verwijderd worden, volgens de aanwijzingen aan
het einde van de handleiding. De M10 connector, geplaatst in de
ring van de stopcable™ valbeveiliging, maakt integraal deel uit
van de stopcable™ valbeveiliging en mag nooit ervan
verwijderd worden, behalve voor de tijd die nodig is om de
energieabsorber erop vast te koppelen of rechtstreeks,
naargelang het geval, de borst- of laterale ring van het
veiligheidsharnas.
BELANGRIJK: Het is verboden, om de veiligheid van de
gebruiker niet in groot gevaar te brengen, op de stopcable™
bevestigingssupport andere valbeveiligingen te gebruiken dan
het stopcable™ model.
b) Passeren van de kabelgeleiders:
Het passeren van de intermediaire kabelgeleiders moet
gebeuren zoals aangegeven aan het einde van de handleiding.
De stopcable™ levenslijn mag uitsluitend gebruikt worden voor
de beveiliging tegen een val van een hoogte, en in geen enkel
geval dienen als ophangmiddel. Deze mag uitsluitend gebruikt
worden in combinatie met PBM's die deel uitmaken van
valbeveiligingssysteem (EN363). Een volledig valbeveiligings -
harnas is het enige beschermend middel om het lichaam van de
gebruiker te beschermen dat met de levenslijn gebruikt mag
worden.
De stopcable™ levenslijn mag nooit gebruikt worden boven de
in deze handleiding en in de voorafgaande studie beschreven
grenzen.
Een visuele controle van het geheel van de installatie van de
levenslijn en van de geassocieerde PBM's moet voor elk
gebruik
uitgevoerd
worden.
gebruiksveiligheid, abnormale toestanden of vastgestelde of
veronderstelde verslechteringen van de installatie, moet het
gebruik ervan onmiddellijk worden onderbroken totdat het
opnieuw in orde gebracht werd door een bevoegd technicus.
Het traject dat door de levenslijn beschermd wordt, mag geen
enkel obstakel bevatten.
De verantwoordelijke van het gebruik, de eigenaar of de
manager van het gebouw dat de stopcable™ levenslijn
ontvangt, moet een reddingsprocedure van de gebruiker
voorzien voor het geval dat deze valt op om het even welk punt
van de levenslijn, en voor alle andere noodgevallen, zodat men
hem kan evacueren in omstandigheden die compatibel zijn met
de gezondheidsbescherming.
De Arbeidsreglementering van bepaalde landen schrijft voor dat
"als men ...persoonlijke beschermingsmiddelen (tegen een val
van een hoogte) gebruikt, mag een werker nooit alleen zijn om
gered te worden binnen een tijd die in overeenstemming is met
de gezondheidsbescherming". Tractel
deze voorschriften te respecteren.
BELANGRIJK: De gebruiker mag op geen enkel moment van de
stopcable™ levenslijn losgekoppeld zijn als hij zich in een zone
bevindt met hoog risico op een val van een hoogte. Bijgevolg, hij
mag de levenslijn uitsluitend betreden of verlaten op de punten
die hiervoor voorzien zijn; deze punten zijn opgesteld zodanig
dat hij zich in alle veiligheid kan koppelen. Het werk moet
zodanig uitgevoerd worden dat het valrisico en de valhoogte tot
het minimum verminderd worden. Vóór elk gebruik dient de
operator te controleren dat het gebruikte valbeveiligingssysteem
compatibel is met de vrije valhoogte op de werkplaats en dat er
zich geen enkel obstakel op het valtraject bevindt. De vrije
hoogte moet minimum 2 m bedragen onder de voeten van de
gebruiker.
OPGELET: De operator moet, vóór het plaatsen van de
stopcable™-valbeveiliging op de stopcable™-leeflijn, verplicht
controleren of de gegraveerde referentie op de valbeveiliging
(§9) overeenstemt met de markering van de spanner (D) of met
het tegengewicht (J) op het laag gedeelte van de stopcable™-
leeflijn.
OPMERKING: De stopcable™-valbeveiliging is uitgerust met
een veiligheidssysteem dat het plaatsen van de valbeveiliging in
Bij
twijfels
omtrent
de
®
raadt alle gebruikers aan
19
NL

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières