Solo 519 Instructions D'emploi page 85

Voorbereiding van het
gazon
- Vóór het verticuteren
moet het gazon zo diep
mogelijk gemaaid zijn
en moet al het maaisel
verwijderd zijn.
- Vreemde voorwerpen
moeten vóór het
verticuteren worden
verwijderd van het te
bewerken terrein.
Verticuteer geen vochtig
gras en verticuteer niet
terwijl het regent.
Algemene tips om te verticuteren
Wat verstaat men onder verticuteren?
Het gazon wordt door de verticale snede van de
klopmessen bevrijd van vilt, mos en plat groeiend
onkruid. De dieper groeiende gazonwortels worden
niet beschadigd.
De gazonwortels krijgen meer lucht, water en
voedingsstoffen en kunnen beter groeien.
Wat is het doel van verticuteren?
In de loop van het jaar raakt het gazon door
verschillende belastingen bedekt met een laag
opgedroogd gras, mos en andere afzettingen. De
graswortels kunnen de vereiste voeding, lucht en
water niet meer opnemen. Het gazon ziet er minder
mooi uit. Met de verticuteerder wordt een spaarzame
verticale snede uitgevoerd om alle afzettingen te
verwijderen. Het
voedingsstoffen, lucht, licht en water opnemen.
Werkwijze tijdens het verticuteren:
Het gazon moet tweemaal
geverticuteerd. Het is aan te bevelen de behandeling
één keer uit te voeren in de lente, als de grond niet
meer bevroren is, en één keer in de late zomer. Het
weerstandsvermogen van het gazon mag niet worden
geschaad door het werk later uit te voeren.
Het uitgeworpen materiaal moet in elk geval van het
gazon worden verwijderd.
Als het gazon sterk vervilt is, moet tweemaal worden
geverticuteerd. De tweede keer moet haaks op de
richting van de eerste verticuteerbeurt worden
gewerkt.
Om uitdroging van het gazon te vermijden, moet het
terrein 4 tot 5 dagen worden beregend.
Opmerkingen
Aanbevolen snijhoogte
40 mm
Let tijdens het werk op
vreemde voorwerpen!
Gebruik de verticuteerder
niet wanneer er
personen (met
kinderen) of dieren in de
onmiddellijke omgeving
ophouden.
gazon kan weer
per jaar
Hou altijd rekening met
de veiligheidsinstructies
Voor het starten:
-
Afb. 10: Ga na of er
brandstof in de tank zit
en of de motor
voldoende met olie is
zich
gevuld.
name
- Oliepeilstok "1"
- Merkteken bovenste
oliepeil "2"
- Merkteken onderste
oliepeil "3"
Afb. 10
meer
worden
Ölmeßstab = Oliepeilstok 1
obere Marke 2 = Bovenste merkteken 2
untere Matke = Onderste merkteken 3
NEDERLANDS Blz. - 85 -
Voor de motor wordt gestart
Verbrandingsmotor
Gebruik altijd schone en
verse brandstof. Als het
oliepeil wordt
gecontroleerd, mag de
oliepeilstok niet in de
olievulopening worden
ingeschroefd.