5.13
Diagnosemonitortests (Diagno-
sebewakingstest)
De functie diagnosebewakingstest is zinvol na
het onderhoud of het wissen van foutcodes.
!
Deze testresultaten wijze niet automatisch
op een foutieve component of een foutief
systeem.
Voertuigen zonder CAN-BUS:
Weergave van de testresultaten voor uitlaatgas-
relevante motorcomponenten en -systemen die
niet continu worden gecontroleerd.
Voertuigen met CAN-BUS:
Weergave van de testresultaten voor uitlaatgas-
relevante motorcomponenten en -systemen die
continu worden gecontroleerd en niet worden
gecontroleerd.
i
Voor de toewijzing van test- en componenten-
nummers is de voertuigfabrikant verantwoor-
delijk.
Weergave bij voertuigen zonder CAN-BUS:
R
Testgegevens (Test-ID)
R
Maximale waarde (MAX)
R
Meetwaarden test (MEAS)
R
Minimale waarde (MIN)
R
Status (STS)
R
Meet- en specificatiewaarden (hexadecimale
waarden)
R
Module (MOD)
Weergave bij voertuigen met CAN-BUS:
R
Test is uitgevoerd.
De uitgevoerde test kan $## zijn wanneer de
test niet werd vastgelegd.
R
Meetwaarden en maateenheden (bijv. Volt,
Ampère, seconden)
R
Status van de controlegegevens
R
ID van de module die de controlegegevens
heeft gezonden.
1. Ontsteking inschakelen (stand 2).
2. OBD 150 met het voertuig verbinden.
Gegevens worden ingelezen.
3. In het diagnosemenu "Diagnosemonitortests"
met
of
READ
ERASE
bevestigen.
"
De bewaakte diagnoses worden weergegeven.
Robert Bosch GmbH
Wat u over OBD moet weten | OBD 150 | 133
kiezen en met E
5.14
Boordsystemen
Met de functie "Boordsystemen" kan de
OBD 150 de functie van voertuigcomponenten
controleren of systemen controleren.
i
Sommig fabrikanten staan de controle van
voertuigsystemen (boordsystemen) door
diagnosetesters niet toe.
1. Ontsteking inschakelen (stand 2).
2. OBD 150 met het voertuig verbinden.
Gegevens worden ingelezen.
3. In het diagnosemenu "Boordsystemen"
met
of
READ
ERASE
bevestigen.
"
De bewaakte boordsystemen worden weer-
gegeven.
5.15
Voertuiginformatie
i
De functie „voertuiginformatie" geldt voor
voertuigmodellen van het bouwjaar 2000 en
voor nieuwere OBD-II-conforme voertuigen en
wordt niet door alle voertuigen ondersteund.
Met de functie „Voertuiginf" kan de OBD 150 de
volgende gegevens opvragen en weergeven:
R
Voertuigidentificatienummer (VIN)
R
de door de softwareversie in de
regeleenheden van het voertuig herkende
kalibratie-ID(s)
R
Kalibratietestnummer(s) CVN(s)
R
IPT-gegevens (In-use Performance Tracking)
1. Ontsteking inschakelen (stand 2).
2. OBD 150 met het voertuig verbinden.
Gegevens worden ingelezen.
3. In het diagnosemenu "Voertuiginformatie"
met
of
READ
ERASE
bevestigen.
Naar gelang het voertuig wordt verschillen-
de voertuiginformatie weergegeven.
4. De gewenste voertuiginformatie kiezen en
met E bevestigen.
"
Voertuiginformatie wordt als lopende tekst
weergegeven.
569630 Rev "A"
nl
kiezen en met E
kiezen en met E
|
2013-12-19