4.5
Wat zijn foutcodes
De OBD foutcodes (DTC) zijn in de norm SAE
J2012 resp. de ISO 15031-6 gedefinieerd. Speci-
fieke foutcodes van de fabrikant mogen door de
voertuigfabrikant worden gedefinieerd.
Een foutcode bestaat uit 5 tekens (een letter
en vier cijfers). Men maakt verschil tussen ge-
normde foutcodes die bij alle voertuigfabrikan-
ten voor kunnen komen en fabrikantspecifieke
foutcodes die door de voertuigfabrikanten voor
bepaalde voertuigmodellen worden vastgelegd.
i
Aan iedere foutcode kan een tekst worden
toegekend die de oorzaak van de fout meer of
minder duidelijk beschrijft.
4.5.1
Opbouw van een foutcode
i
De volgende tabel toont de opbouw van de
foutcodes. Deze informatie vergemakkelijkt
het opsporen van fouten in gevallen dat er
geen beschrijving van de foutcode beschik-
baar is.
De foutcode bestaat uit 5 tekens.
Voorbeeld:
P 0 1 22 geversignaal smoorklep te laag
Plaats
Waarde Beschrijving
1
B
Carrosserie (Body)
C
Chassis (Chassis)
P
Aandrijving (Powertrain)
U
Netwerk
2
0, 2
Foutcode conform ISO / SAE
Voor-
1
Foutcode conform controle van de
beeld
fabrikant
voor P
3
Foutcode onder SAE-controle of
controle van de fabrikant
3
0 – F
Gegroepeerd op systemen
Voor-
0 – 2
Brandstof- en luchtmeting
beeld
3
Ontstekingssysteem
voor P0
4
Aanvullende uitlaatgasregeling
5
regeling snelheid en neutrale loop
6
Computer- en uitgangssignalen
7 – 9
Transmissie
A – C
Hybride
D – F
Reserved for ISO / SAE
4, 5
00 – 99
Markering van de systeemcompo-
nenten
Tab. 3:
Opbouw van de foutcodes
Robert Bosch GmbH
Wat u over OBD moet weten | OBD 150 | 123
4.5.2
Opgeslagen foutcodes (DTC) zijn foutcodes die
in het motorbesturingsapparaat (ECU) zijn op-
geslagen. Bovendien wordt de beschrijving van
de foutcode en het nummer van het motorbestu-
ringsapparaat met de aanduiding van waar deze
stamt, weergegeven.
i
4.5.3
Een voor het eerst opgetreden fout wordt als
vermoede fout in het foutgeheugen opgeslagen.
Wanneer de fout in de tweede rijcyclus wordt
bevestigd, wordt de vermoede fout in een
bevestigde fout veranderd. Een in het motor-
besturingsapparaat opgeslagen,vermoede fout
wordt automatisch na 40 rijcycli gewist wanneer
dezelfde bedrijfsomstandigheden aanwezig
waren als bij het instellen van de foutcode. An-
ders wordt de vermoede fout na 80 motorcycli
gewist. Deze foutcode informeert over de fouten
die tijdens een rijcyclus zijn opgetreden maar
niet voldoende waren om een foutcode op te
slaan, d.w.z. het motorcontrolelampje brandt
niet.
4.5.4
Wanneer een vermoede fout in de tweede rijcy-
clus wordt bevestigd, wordt de vermoede fout
in een bevestigde fout veranderd en brandt de
motorcontrolelamp.
Opgeslagen foutcodes
Bij het optreden van een foutcode dat ertoe
leidt dat het motorcontrolelampje (MIL) gaat
branden, slaat het motorbesturingsapparaat
de actuele waarden op van de sensoren op
het tijdstip op waarop de fout optrad.
Vermoede foutcode (Pending)
Bevestigde foutcode (Confirmed)
569630 Rev "A"
nl
|
2013-12-19